donderdag 2 juni 2022

Camino Retraite Dag 8 Stilte voor de storm?

Wat een heerlijke dag! De zon schijnt en wel zo uitbundig dat ik in de schaduw dit blog schrijf. Lastig, want het scherm schittert en de IPad typet al vrolijk voor me uit. Ik ben al niet zo’n held met typen en nu wordt het nog lastiger. Ik moet ook nog mijn nieuwe boek nakijken, maar dat is voor mij op de IPad onmogelijk. Hij is heel goed geworden. Het was een proces met hindernissen. Mijn ziekte, overlijden van de moeder van mijn collega waar ik mee samen schrijf, het viel niet mee, maar hij is af. Dank zij mijn collega! Alle credits voor haar.
Maar het is een heerlijke dag. Na weer een geweldige nacht, heerlijk als een mens gewoon slapen kan, ben ik rond half acht wakker. De afspraak was dat ik de fiets van MijnMaatje naar Harlingen zou brengen. De keus daarna was wandelend of hardlopend terug. Ik kies voor hardlopen.Wel gek. Fietsen is 8 km en hardlopend is 7,5 km. Zal wel aan de Fitbit liggen. Daarna was mijn  plan even kort te zwemmen en dan naar huis om te eten en dan voor een lange ruk nog een keer te zwemmen. Het kan wel, maar dan moet ik twee kaartjes kopen. In de zomervakantie mag je met een kaartje de hele dag doen en nu moet je voor elk zwemmoment apart betalen. Dat wordt me te gortig. Ik besluit om ‘s middags dan maar te gaan. Ik eet het yoghurt voor de kerk op een bankje in de zon. Het is een zo goed als windstille dag. Ik kom bijna niet aan eten toe, want er staan steeds mensen voor een praatje. Eigenlijk niet gericht op mij. Maar dat hoeft ook niet. Ze vertellen allemaal hun eigen verhaal. De een heeft COPD, de ander kanker, weer een ander versleten heupen en diabetisch. Ik ben er wel klaar mee na een uur. Dan verschijnt er ogenschijnlijk een gewoon oude mevrouw. “Bent u ook op de vlucht? “ vraagt ze. “Ze pakken mijn huis” zegt ze verdrietig. “Pakken ze jouw huis ook? Ze stoppen me zo maar een huis met allemaal gekken! Pas maar op! Straks pakken ze jou ook. Ik zou maar gauw weg fietsen, als ik jou was.” Dat doe ik ik kan ook maar. Ik ga naar de winkel voor een zak afbakbroodjes. Kunnen morgen fijn mee op de fiets. We maken ook wraps. Altijd gemakkelijk. Ik neem er zelf bij de lunch ook een broodje.Hardlopen, fietsen, de buitenlucht. Ik heb vreselijke honger. Het is nog wel even een gedoe met de oven. Maar samen met Google krijg ik het ding aan de praat.
Op de camping klungel ik aan. Of lummel ik rond. Praatje hier. Praatje daar. Heerlijk. Ik lees, ik haak en doe niets. Ik besluit om niet meer te gaan zwemmen. Ik geniet altijd vreselijk van zwemmen in de buitenlucht. Maar het wordt allemaal wel krap qua tijd en MijnMaatje staat om 16.45 uur in Harlingen.
Daarom geniet ik van de luxe van een hete douche. Ook maak ik een begin met het blog. Ik geloof dat ik zo maar naar Harlingen fiets. Thermosfles mee, boek en haakwerk. Ik kan ook nog even naar het strand gaan. 
Vanavond pakken we zoveel mogelijk de spullen in, want morgen gaat het richting Hoogersmilde. Ik denk 90 km. We gaan langs bij de ouders van MijnMaatje. Het is niet te geloven, maar weer windtegen. Het zal toch niet waar zijn? Misschien valt het mee.  Als ik nog denk aan de struggel  van de vorige week.
Het is zo leuk hier op de camping. En heel druk. Terwijl ik schrijf, staat het veldje vol met cliĆ«nten. De een leert grasmaaien. Ze maait me bijna over de tenen heen.. ‘O, zegt ze, “Wat een luxe! “ Ik vraag wat ze bedoeld, want ik ervaar de fietsvakantie wel als een luxe qua tijd en gezondheid, maar verder is het Spartaans.
Ze geeft aan dat ze de fiets bedoeld. Wat een mooie fiets, zegt ze tegen mijn fiets van 15 jaar oud. En zonder motor! Dat is luxe...
De jongens moeten van twee caravans de poten losschroeven en deze verplaatsen. Hele discussies over hoe het moet en welke kant er op gedraaid moet worden. De campingbaas staat er bij. Deelt kwistig met complimenten! “ Mooi gemaaid hoor!” “ Wat goed dat jullie zo overleggen en samen werken! “. Je kunt wel horen dat hij uit het onderwijs komt. Ik verlaat het veld maar. Ik stop en ga maar naar Harlingen!
In Harlingen ga ik nog even naar het strand. Ik ben voor het eest met blote benen. De zon schijnt stralend, maar de zeer iets is koud. Ik val weer met de neus in de boter. Wel 20 gesluierde vrouwen zitten met een horde kinderen op het strand. Een feestje. Ze hebben het niet koud natuurlijk. Ze zitten dik ingepakt. Iedereen heeft schaaltjes met lekkers bij zich. Ziet er heerlijk uit. Het gelach en gekwetter is niet van de lucht. Fijn dat mensen samen zo’n plezier hebben. Er klinkt Arabische muziek. 
En ik zit op een bankje en zie het aan. Allerlei nationaliteiten zie je en hoor je hier. Het had net zo goed in, ja, waar.. kunnen zijn. Ik pak mijn haakwerkje. Dan klinkt er oer Hollands “Wat een ijver!Ik heb in geen jaren gehaakt!” Alsof haken werk en ijver is en lezen lummelen? Ik ben er eigenlijk niet zo trots op. Ik kan niet stil zitten. Ben eigenlijk zo blij dat ik ook eens een kwartier kan zitten om niets te doen. Dat me dit eindelijk weer lukt. Gewoon een uur lezen. Of haken voor het plezier en niet voor mijn onrust. 
Dan is het tijd om MijnMaatje van de trein te halen. Wat ben ik blij dat hij er is! Thuis op de camping kletsen we bij onder genot van een kopje soep en koffie. We zitten een uur heerlijk in de zon. Dan koken we samen. Nasi, wraps van alle restjes, yoghurtje voor ontbijt en toetje. Ik kook de laatste eieren en de koelkast met voorraad is leeg. MijnMaatje maakt zich zorgen. Er is weer wind, stevige wind en ook nog wind tegen. Gelukkig heb ik een andere app. Die zegt gewoon een zijwindje.We zullen het wel zien. Aan onze mondvoorraad ligt het niet!
In de zon genieten we van de maaltijd. We moeten nog wel even aan de weg, want de kinderen van de camping baas lopen de avondvierdaagse. Deze komt langs de camping. Op de school van Pingjum zit een kleine dertig en in Witmarsum ook zo iets? Een zeeeeeer bescheiden aantal lopers en ouders komt langs. We missen wel het “Potje met vet” maar dat mag de pret niet drukken. De kinderstemmen verdwijnen hier in de wind.  Wat word ik blij van de kinderen die met rode wangen van opwinding! Van de kleintjes die de route wel twee keer rennen. De oudsten die stoer voorop lopen. Heerlijk toch, zo veel onbezorgde blijheid.
Morgen zit mijn Retraite er weer op. Jammer, maar wat hebben deze dagen in eenzaamheid en rust me goed gedaan. Ik kan weer lezen. Kan mijn gedachten weer bij een boek houden. Wat heb ik genoten van het boek de Verloren kinderen. Ik was gewoon kwijt hoe heerlijk lezen is. Eigenlijk wil ik nu gelijk met me zelf afspreken dat ik elke week een boek moet lezen. Ik besef dat ik het los mag laten. “Moeten” mag ik schrappen.






Geen opmerkingen:

Een reactie posten