maandag 14 mei 2018

De zevenentwintigste dag van A Fonsagrada naar O Cadavo Baleira

25 km en 37.000 stappen 670 meter gestegen en 880 meter gedaald

In een hele stille herberg schrijf ik dit blog. MijnMaatje achter een glas wijn en ik achter mijn 1,5 liter Spa rood. Het drinken overdag gaat niet zo, daarom probeer ik in de herberg een fles Mineraal water leeg te drinken. En eerlijk gezegd lukt dit aardig. Het plassen gaat ook prima, dus ik denk dat de vochtbalans goed zit. MijnMaatje ruimt op. We hebben zelf gekookt en welwillend knikken de hospitalero’s over zijn opruimaanpak. Volgens mij is Spanje traditioneler dan ik denk, ik heb het toch maar getroffen met zo’n man knikken ze dan. We kwamen aan bij de herberg en uiteraard was plaats. Maar omdat we samen binnenkwamen en ze merken dat we getrouwd(!) zijn en alleen lopen,(Spanjaarden lopen vaak in groepen) krijgen we op een aparte slaapzaal een bed toegewezen. Wat een gelukje. Op een zaal met 10 bedden, slapen we alleen. Met een eigen douche en wc! Wat wil een mens nog meer. Op een of andere manier zijn de medepelgrims die we kennen naar de andere herberg. Als je een ander boekje hebt, zie je ook dat mensen naar de herbergen uit dat boekje gaan. Maar het is lekker rustig. De andere pelgrims die we niet kennen zijn Spanjaarden en deze eten pas om 8 uur en zijn in de bar naast de herberg.
We hebben een pasta met vis gemaakt. En zoveel dat we morgen overdag ook weer een salade hebben. We moeten morgen wel 30 km, want we gaan naar de stad Lugo. We moeten ook vroeg weg, want het betekent minimaal 7 tot 8 uur lopen. Als we nog iets willen zien van de stad, moeten we wel op tijd zijn.
Het was verder een hopeloos dagje, maar  met een mooi einde. Vanmorgen lagen we op een zaal met langslapers. Dat is wel lekker, want zeker met het slaapmasker op, maken we dan een lekkere lange nacht. 
Wij waren om 7 uur de  eersten die op stonden. Het regende gestaag, dus we hezen ons in de regenpijpen en de poncho’s. Het was geen tuinslang regen, maar wel zo dat alles gewoon nat werd, er hing een dikke nevel, dus hoe het gebied er uitzag, weet ik niet. Gisteren kwamen we in mist aan, dus ook niets gezien.  En vanmorgen dus weer niet. De herberg gisteren was van alle gemakken voorzien. Dat zegt genoeg weten we nu. Ook deze herberg heeft schoenverwarming, wasmachines ect ect.. Dat betekent dat het normaal is dat iedereen versmeerd en nat aankomt. Ik weet het van andere Camino’s ook. In Galicië regent het meestal. Ik had vannacht al wat laatst van mijn blaar op de hal. De ellende is dat ik niet kan kijken. Als er compeet op zit, moet dit vanzelf er af vallen. Het jeukte vreselijk. Dat kan betekenen dat de huid heelt of dat het ontsteekt. Je mag het er niet af trekken, want dan neem je de nieuwe huid mee en ben je nog verder van huis. Na een uur haal ik het wolletje weg, het  voelt alsof de schoen te klein is. In de regen wel een toestand, maar goed. We lopen weer een uur en ik heb vraagtekensbij het feit  of ik het einde van deze etappe wel lopend haal. En het regent, en regent, en regent..
Het groepje pelgrims dunt wel uit en dat is ook wel te begrijpen. Voor de derde dag al, eigenlijk hopeloos weer. De Italiaanse jongen Valentoria is ziek en gaat per taxi naar de volgende herberg. Een van de Duitse vrouwen heeft een hele dikke enkel en we horen dat zij ook met de taxi gaan. Een man van de Canarische eilanden een een scheenbeenontsteking. Het is ook wel een zware tocht. De hoogte verschillen zijn groot en de etappes lang. En met slecht weer is het hopeloos. Je bent warm van het lopen en je zit even ergens wat te drinken en dan tocht het vreselijk. Dan ga je ook zo voor de bijl. Ook Liander komen we weer tegen. Hij is ziek en neemt een kamer. Hij wil een goede lange nacht maken. Ik houd mijn hart vast, want volgens mij heef hij gewoon kou gevat. AneSofia die we ook steeds tegenkomen wil vandaag 32 km lopen, zodat ze eerder in Lugo is. Later op de dag komen we haar weer tegen in de andere herberg. Helemaal kapot en er doorheen. De paden zijn door de regen glibberig. Ook dat maakt dat het lopen moeizaam is. Rond een uur of  half twaalf komen we bij een eerst bar. Dan zijn we  3,5 uur aan het lopen in de miezerige regen. We nemen een koffie grande en er een eigen gemaakte cake bij. Hier kikkeren we wat van op. Ondanks de regen is het niet koud, dat maakt dat ik met mijn thermohemd aan en de jas onder de poncho zweet als een otter. Bin de bar neem ik een paracetamol. Ik voel een beginnende hoofdpijn. De hak met blaar is ook een pijnlijk. Elke stap die je zet voel je. En dat na 26 dagen. Ik baal als een stekker. Van het wolletje maak ik een ring en leg deze om mijn hak. Dat blijkt een gouden greep te zijn (of de paracetamol?) want de pijn ebt weg. We moeten dan nog een stukje stijgen en dan blijkt de weg aflopend te zijn. Rond 12 uur stopt de regen en schijnt de zon. Gelukkig zijn we dan net een een huis met een aantal gezaagde blokken hout. We zitten lekker in het zonnetje en eten een broodje. Een prachtig uitzocht hebben we over de bergen. Nu de nevel is opgetrokken zien we hoe prachtig de omgeving is. Mooi glooiende bergen met heide en paarse brem. Bossen en weilanden. Groepjes oude huizen. Schitterend. Na nog 2,5 uur dalen komen in het dorp O Cadavo. Wij overnachten hier. Na 25 km vinden wij het wel welletjes. Morgen is het 30 km. Maar misschien rijdt er in een voorstadje wel een bus voor de laatste km. 
Er is een herberg municipal, maar met deze kou vinden wij dat te erg. Er zijn grenzen aan onze flexibiliteit. De private herberg is weer een cadeautje. We betalen 10 euro, 4 euro meer  als bij de  municipal, maar we hebben dan ook wat. De waslijn van deze herberg is in de zon en ik besluit te gaan wassen. Wat ondergoed, de sjaal, zakdoeken, handdoeken de theedoek die ook rechtop kan staan van de viezigheid. MijnMaatje heeft vraagtekens bij het gebruik van de theedoek, maar ik vind het prettig om op picknicktafels en zo een kleedje te hebben. Ook droog ik onze magnetronbakken er steeds mee af. De zon schijnt heerlijk en we zitten urenlang op de stoep van de herberg in het zonnetje. Dan zie is dat de tape op de hak loslaat. Heel voorzichtig peuter ik er aan. Het laat zo los. Ik zie ook waar de jeuk vandaan komt. De huid waar geen compeet zit is helemaal rood. Ik kan ook niet zo goed tegen tape. Krijg daar vaak een allergische reactie van en zo nu ook. Maar ik zie ook dat ik een giga blaar heb. En dat na zesentwintig dagen lopen. Het kleine blaartje is een joekel geworden. Ik heb ook bang dat het gaat ontsteken. Op de hoek van de straat zit een farmacie en ik haal een flesje alcohol. Ik ontsmet mijn handen en alle naalden en het draad dat ik heb leg ik te weken in de alcohol. Ik trek 3 draden door de blaar en de pijn is weg. Ik besluit er niets meer op te plakken en morgen een zakdoek er op te leggen en dan weer de wol. Op hoop van zegen. Vannacht doe ik er op dan droogt de blaar wat op en de rode uitslag trek dan misschien weg. Als ik maar zonder pijn lopen kan, want anders is 30km wel lang. 
Maar de was is droog, de zon schijnt en de komende dagen wordt het weer beter. We gaan voor de laatste loodjes.nog 127 km tot Santiago.











zondag 13 mei 2018

De zesentwintigste dag van Grandes de Salime naar Fonsagrada

26 km en 38.000 stappen  900 meter klimmen
In de herberg, terwijl de sopa nog 10 minuten moet koken, begin ik alvast aan het blog. Het is een moderne herberg en van alle gemakken voorzien. Je kunt koken, lakens en koffie en thee. Wat wil een mens nog meer. Deze herberg kost 10 euro per persoon. En de winkel verderop in de straat is ook nog open ook, dus we kunnen zelf koken. Ik maak een lekkere bonensoep. Onze Duitse vrienden zitten in een andere herberg van 6 euro, maar geen verwarming, wel een keuken, maar geen pannen. Het is dus lekker rustig. Even tijd voor een rustig moment om te schrijven. Er zijn veel mannen alleen onderweg. Deze gaan vaak voor een menu del dia. Maar wij koken vandaag gewoon een lekker soepje. In de herberg van David hebben we deze soep ook gegeten. Aardappels in blokjes, witte bonen, tomatenpuree en kruiden. Na deze koude dag hadden we gewoon zin in soep. Soms is het zo druk in een herberg. Omdat je steeds dezelfde etappe loopt kom je ook steeds dezelfde mensen tegen. Op zich erg leuk en gezellig, maar ik kom zo slecht aan mijn blog toe.
Vannacht was MijnMaatje even wakker en heeft hij wat filmpjes geüpload. Hij zag dat ik mijn bril nog in mijn tas had hangen, toen we bijna bij de herberg aan kwamen. Ik dacht ook dat ik hem nog had toen in bij de herberg kwam. Ik had me al bedacht dat ik alles nog eens na zou kijken. In alle vroegte ging MijnMaatje naar beneden naar de bank. Daar heb ik mijn schoenen uitgetrokken. En ja hoor tussen de kussens vond hij de bril. Super gewoon. De bril is stuk, maar zonder lopen is wel een probleem. Nou had ik vandaag de bril niet nodig, want het was me toch een weer. De eerste twee uur hebben we nog redelijk droog gelopen. Toen begon het te regenen. Een miezerige bui. En daarna de rest van de dag in mist. 
Vanmorgen moesten we eerst voor nood een desayunos, het ontbijt,  in een bar halen. Er was gisteren geen winkel open. Van het menu van gisteren hebben we het brood mee genomen. Deze hebben we voor onderweg, maar door de regen kunnen we ook nergens zitten. Rond een uur of twaalf kwamen we langs een bar en daar hebben we koffie genomen. Maar het was er zo druk. Het was de enige gelegenheid deze dag. Dat maakt dat iedereen daar een kopje koffie neemt. We wilden ook een broodje, maar ons Spaans en onze handen en voeten waren niet genoeg om de waard te laten begrijpen dat we twee broodjes wilden. Dus hebben we het ene broodje gedeeld. In het begin konden we ergens nog wat bananen en chocola kopen. Plus het ene broodje, was dat het rantsoen van deze dag. In deze bar keek ik ook even naar mijn dikke teen. Deze was wat pijnlijk.,ik kreeg gelijk op de kop van de waard, want je mag in de bar je schoenen niet uit doen. Ik snap het niet goed waarom en wat het probleem is. Maar het blijkt dat ik een knoeperd van een blaar op mijn dikke teen heb. De waard was zo boos en ik begreep eerst niet waarom. Maar het regende buiten en waar moet je dan zitten? Uiteindelijk heb ik in de hal op de grond tussen de rugzakken de blaar door geprikt. Ik weet nooit of dit slim is, want ik plak er dan een compeet over heen en dan met tape. Dit moet dan vanzelf loslaten. De compeet zorgt voor een nieuw laagje huid, maar met tape laat dit niet los. Op mijn hak van dezelfde voet blijkt het kleine blaartje toch nog voor wat mee problemen te zorgen.onder het tape jeukt het, maar je kunt het er niet af halen. Tijdens het lopen valt het mee. Met wat extra wolvoel ik het niet erg. Het komt toch van het klimmen denk ik. Onder de teen heb ik geen wol, maar nu uiteraard wel en dat gaat goed. De hak is een ander verhaal. We willen graag nog 6 etappes. Dan hebben we alles gelopen. Maar duimen dat dit gaat lukken. 
Rond half vier belanden we in de herberg. Daar is Kelvin de Nederlandse jongen ook. Helemaal er doorheen. Slecht weer maakt dat sommige mensen het niet meer zien zitten. Johan de Zweedse jongen, waar hij veel mee liep, is naar huis. Johan heeft een paar dagen teveel gelopen. Hij wilde ook graag naar Finesterre en moest km maken. Zijn ene onderbeen zwol zo op, dat verder lopen niet verantwoord was. Jammer is dat. Je weet dat het meestal fout gaat als mensen te veel willen. Je moet dan stoppen. Net zo als het Franse stel, Marie en Michiel. Nu lopen zij elk jaar 3 weken. Dus volgend jaar pakken ze het wel weer op. Sommige mensen sparen jaren verlof voor deze tocht en als je dan zo ver bent en het gaat mis, sneu hoor.
In de herberg, horen we dat we tot half 7 moeten wachten tot de supermercado open gaat. Op een half broodje en twee bananen 26 km lopen is een opgave. Van het broodje van gisteren maken we in een koekenpan een tostados. Met wat boter en twee koppen koffie prima 4 uurtje. Ze kunnen we het misschien wel volhouden tot de winkel opengaat. De weekenden vallen niet mee qua boodschappen en winkels. Is in elk dorp en stad verschillend. In de rugzak kan je ook niet zoveel voorraad meenemen. Dus is het nu even behelpen.
We zitten knikkebollend aan tafel. De soep was heerlijk en ieder een halve sinaasappel als toetje is ook prima. En zo is alweer een dag voorbij. Morgen naar  O Cadavo. Dat is ongeveer 24 tot 26 km . Eigenlijk willen we nog wel wat verder, maar de volgende herberg is dan gelijk 8 km verder. Dat wordt toch echt teveel. Misschien dat het meevalt met de blaar. Maar 32 km een beetje te veel van het goede, MijnMaatje is inmiddels naar bed. Ik probeer de blog nog even te uploaden, maar het internet is zo traag....

zaterdag 12 mei 2018

De vijfentwintigste dag van Berducedo naar Grandes de Salime

21 km en 32.000 stappen 1182 meter gedaald en 852 meter geklommen
Vandaag hebben we een day off. Zo voelt het althans en zo gedragen we ons ook. We hoeven maar 20 km.. Dat is een eitje. Het is natuurlijk te belachelijk voor woorden, want vorig jaar vonden we deze km normaal. Nu doen we als of het een zondagmiddgommetje is.  
We staan pas om 8 uur op uit ons “metromoniumbed”. Een mooie naam voor een twijfelaar. Het doet me denken aan mijn jeugd. Mijn ouders hadden zo’n bed en het mooiste was om er op te springen. Wat uiteraard niet mocht. Als ze weggingen deden we het toch. Alsof mama niet zag dat we er op gesprongen hadden. Zo mooi als zij het bed op kon maken konden wij nooit.
Ondanks de zware toch van gisteren hebben we geen centje pijn. Ik heb een blaartje. Ik had het wolletje op de rechtervoet niet goed genoeg gevouwen en dat betekent direct een blaartje. Maar met tape en een stuk wol voel ik er niets van. Helaas regent het als we weg willen. Daarom doen we lang over het ontbijt. Dan is het om negen uur droog en gaan we op weg. Wel met onze regenpijpen aan, want het is koud en we verwachten wel een bui. Na de eerste km is het al mis. Het regent en waait en is me toch koud. Zo koud, dat ik na een kwartier aan de kant van de weg sta te brullen. Mijn handen doen zo’n pijn. Ik kan slecht tegen kou op mijn handen. Dan speelt denk ik de dystrofie weer op. MijnMaatje pakt de stokken uit mijn handen. Ik heb geen gevoel meer in mijn handen. Ik leg ze onder mijn regenpijpen tegen mijn benen. We moeten blijven lopen omdat we anders veel te koud worden. Gelukkig is de weg geasfalteerd. Op een zandpad met keien kan je niet met je handen onder de regenponcho lopen. Als je valt kun je je niet opvangen. Heb ik ook al een keer mee gemaakt. Maar gelukkig  lopen we nu wel een aantal km op een goed pad. Dat komt mooi uit. En de bui is na een poosje ook over. We bereiken een dorp met een bar. We gaan naar binnen en hangen de poncho te drogen aan de waslijn. Een heerlijke hete kop koffie en we krijgen er een stukje eigen gemaakte cake bij. Voor de dagen in Santiago horen we dat het erg druk is. Het is dan Pinksteren. Inderdaad lukt het ons al niet mee om een kamer te boeken. We besluiten om toch al ast maar een bed te boeken. Als de kamers nu al vol zijn, dan vrees ik ook voor de bedden. Dat worden helaas geen witte lakens ... na een half uurtje is het geregeld en gaan we weer verder. De tocht gaat weer over bergtoppen. Er is een bos brand geweest. De bomen zijn zwart geblakerd, maar eronder groeien prachtige blauwe vergeet me nietjes en gele bloemen. Het groene frisse blad steekt schril af tegen de zwarte stammen. We lopen richting een stuwmeer. Tussen de bergtoppen door waait het behoorlijk. Ik had mijn thermohemd aan en mij shirt met lange mouwen, mijn sjaal om en de regenpijpen voor de kou. Er komt weer een bui aan en het begint te hagelen en te sneeuwen. Wat een weer. Maar sneeuw is niet zo erg als regen. Het trekt niet door elke spleet van de poncho heen. Gelukkig zijn het buien. 
Wat hebben we eigenlijk een geluk gehad gisteren. Met het wee van vandaag hadden we de tocht boven niet kunnen maken. Wat komt dat mooi uit. Ik moet niet denken al alle pelgrims die vandaag de boventocht hebben gepland. Gisteren gingen we al bijn van ons stokje van de kou, hoe zal het dan vandaag zijn?
We hebben weer geluk, want tegen twaalven komen we bij een rotspartij. Daar kunnen we even lekker zitten. Bankjes tref je niet hier boven in de bergen. Het is droog en we hebben een prachtig uitzicht over de stuwmeren. We eten een lekker broodje gezond met een stuk kaas. De voorraad begint aardig uit te dunnen. Er moeten vandaag wel boodschappen worden gedaan. 
Dan lopen we door met een lekker zonnetje wel een km of 5 naar beneden. Uiteraard moeten we weer omhoog. Het is een mooie wandeling. In het volgende plaatsje zijn genoeg herbergen, dus we gaan lekker relaxt verder. Tegen een uur of 4 zijn we bij de herberg. Van de slaapzaal van 12 zijn maar 4 bedden bezet. Lekker rustig. We besluiten gelijk boodschappen te doen. Nu hebben we pech. Er is geen winkel open. Helemaal niets 
Het is zaterdagmiddag en dan is bijna altijd alles dicht. Daar hadden we niet aan gedacht. En we hebben niets. Een sinaasappel, wat pinda’s en twee hardgekookte eieren. De andere tegenvaller is dat ik nergens mijn zonnebril kan vinden. Ik had hem op het laatste stuk, maar doe hem in het bos vaak af, anders zie ik de weg niet goed. Jammer, hij was wel stuk, maar nu heb ik niets. Misschien vind ik ergens nog wel iets, Dat is ook de Camino.
We komen er achter dat de tocht van vandaag maar 21 km was, maar wel 1100 meter dalen en 800 meter klimmen. En dan hebben we ook nog gewoon energie voor boodschappen en zo. 
Het dorp blijkt in het bezit te zijn van een prachtig lokaal museumpje. Dat gaan welk nog bezoeken. Een mooie klompen museum is het dorp rijk. Ze hebben hier speciale klompen met grote hakken eronder. Voor alle modder. Dat zegt dus genoeg over deze streken. Het is grappig om te zien dat we niet zo verschillen van elkaar. Ook hier veel  emmer van emaal ( ik kan geen e ma i le schrijven, pakt mijn iPad niet). Idem allerlei oude winkeltjes enzo.
Rond 19.15 uur spoeden we ons naar de herberg terug, we moeten nog douchen en nog uit eten. Dat is het voordeel van geen winkel, je moet voor nood wel uit eten. Maar we hebben voor morgen ook niets. We nemen het bord van het menu del dia maar mee als ontbijt. En we moeten maar zien. We komen ook niet zoveel bars tegen. Je hebt best kans dat morgen op zondag aanhef eind van de dag wel een winkel open is. Wat dat betreft kun je er geen lijn op trekken. 
Met onze Camino vrienden, mensen die we elke dag weer treffen, komen we samen in het menu del dia restaurant. Interessante gesprekken. Lainder een Duitse jongen is er ook. Hij is 37,net zo oud als mijn oudste leerlingen. Hij is erlebnispedagoog. Helpt teams beter functioneren. Interessanten gesprekken hebben we hier over. Bijzonder zoals je allerlei mensen tegenkomt, met interessante achtergronden. Had een goede baan als ICT deskundige, maar volgt nu zijn hart. Verdient nu veel minder, maar doet wat het leuk vindt om te doen. Een boeiend verhaal.
Door het ontspannen dagje, type ik nu aan het eind van de dag nog even dit blog. Geen tijd voor een lange diepzinnige blog. Zelfs op een ontspannen dag kun je het nog druk hebben. Iedereen slaapt inmiddels. Het is ook al elf uur. Dat is beddegaanstijd voor pelgrims...






vrijdag 11 mei 2018

De vierentwintigste dag van Campiello naar Berducedo

Op mijn fittbit 26 km en 37.500 stappen. Maar op MijnMaatjes Garmin 29,76 km en 1046 geklommen wie gelijk heeft?mMijn fittbit gaat misschien uit van vlak land en niet zo’n trekkingtocht als vandaag.
Rozig van het douchen en de lekkere zelfgemaakte tapasbroodjes, liggen we bij te komen op bed. Het “metremoniunbed” zoals de herbergier het zei. We hadden gereserveerd, maar kregen als echtpaar het niet klaar om op de slaapzaal te liggen. Dat maken we vaker mee. Was in Oviedo ook zo. Dus voor 5 euro meer, liggen we op het gehaakte sprei op het bed, van voor de vijftiger jaren een luxe kamer, maar nu enigszins gedateerd. De badkamer, jaren 80 stijl, moeten we delen. Het is gehorig. Beneden is de gelagkamer, want uiteraard is het ook een bar. Aan het geluid te horen van de fluit, is Andrew, de Rus ook gearriveerd. Hij heeft zo’n stuk lawaai om hem heen. Hij is op dezelfde dag begonnen als ik. Vanmiddag toen we even aan het rusten waren in een bushokje, het enige bankje dat we vandaag hebben gezien, zat hij er ook. Hij laat ook altijd even zien hoe smeuïg hij is en doet voor de ogen van MijnMaatje allerlei rek-en strekoefeningen, die MijnMaatje meer moeite kosten. MijnMaatje vindt hem dan ook een opgeblazen kikker. In Nederland zou hij  het etiket ADHD krijgen. Gek hè, dat je mensen altijd wilt categorieseren. 
Maar het is wel lekker om even een eigen kamer te hebben. Gisteren was de drukte zelfs voor mij wat te overweldigend. Ik mag graag even een poosje aan het blog werken en dat was eigenlijk onmogelijk. Er was zoveel lawaai en gesprekken.
Vandaag hadden we dus DE etappe van deze route. Mensen zagen er tegenop en er werden me toch inkopen gedaan gisteren. Alsof we op expeditie gaan.  Het was een lange, bijzondere route. Veel klimmen, maar een van de dagen ervoor hadden we ook 1000 meter gemaakt. Dus wat dat betreft. De hele dag hebben we geen dorpjes en zo gehad. Dus geen barretje voor een koffie con leche. Van de pasta die we gisteren hebben gegeten, hebben we de helft in onze blauwe magnetron bakjes gedaan en vandaag als lunch gegeten. Met een banaan, chocolade en pinda’s ging het prima.
Het was een bijzondere route. We gingen over de bergen heen. De boomgrens voorbij, op kale heide velden en soms (lava) stenen. Het waaide boven op de berg en het was koud. Het weer was prima toen we begonnen en toen we aan kwamen. We waren rond 16.30 uur bij de herberg. Er waren wel al mensen, maar we waren toch redelijk op tijd. We hebben er 8.45 uur overgedaan en hebben 3 x een 10 minuten pauze gehouden.
Hoewel de etappe aan was gegeven als zwaar, was het wel te doen. Op de video die MijnMaatje heeft gemaakt hoor je ons hijgen. Maar ik heb de hele dag niet gezweet. Onze conditie is dus wel uitstekend. In de middag merkte ik wel dat de concentratie qua spierbeheersing moeilijk begon te worden. Je verstapt je dan wat vaker en zo. Het is de hele tijd opletten waar je je voeten zet. Michel,  de Franse man van slappe lach, lacht niet meer. Hij heeft zich verstapt en waarschijnlijk iets gebroken. Jammer, dan moet je stoppen. Erg sneu. Ze waren begonnen in Oviedo, 4 etappes onderweg. Zonde! Hij had lage wandelschoenen. Dat hebben er meer mensen hier, maar voor in de bergen zeker zoals vandaag, is het niets. En zo stapten Marie en hij in de auto op weg naar het ziekenhuis. Na zo’n bergetappe is dit dorp een verzamelpunt. De meeste mensen zijn dan gevloerd en stoppen. 29 km is ook niet niks. Twee jaar terug zou het voor ons te lang zijn geweest. 
Andrew heeft zijn fluit bij zich en speelt af en toe voor de pelgrims. Ik merk dat het steeds hetzelfde deuntje is. Ik hoor hem nu ook weer. Met veel kabaal speelt hij voor wie het maar wil horen.  Hij is dus gearriveerd. De laatste mensen komen binnen. Het is 7 uur. Helemaal munt. Morgen  nemen we een kleine. 21 km . Omdat we een eigen kamer hebben kunnen we uitslapen. Ik heb al spullen gehaald voor morgen. Brood en bananen. Ook een fles mineraalwater. Als het mogelijk is koop ik een fles en drink deze in de loop van de avond leeg. Overdag drinken lukt niet zo en op deze wijze weet ik dat ik wel anderhalve liter vocht binnen krijg.
We hebben samen even gekeken naar de etappes. We hebben er nu twee ingelopen. We lopen langer dan dat ik had verwacht.  Dat betekent dat we zelfs tot Santiago kunnen lopen en geen bus hoeven te nemen. 

Van Diaan weer een tekst: “ We kunnen geen grote dingen doen. We kunnen alleen kleine dingen doen met grote liefde, “ 

We hebben gegeten en ik moet eerlijk toegeven: ik ben te moei, morgen weer een een niieuwe dag, 

donderdag 10 mei 2018

De drieëntwintigste dag

26,55 km en 38.000 stappen

“De grote vreugde om de kleine dingen, is het kleine geheim van het grote geluk!”
Dat was wel zeer van toepassing bij het opstaan vanmorgen. De eerste vreugde was al om het gezamenlijk opstaan. Geen gedoe met mensen die al vanaf 6 uur aan het rommelen zijn. David begrijpt het! Hij spreekt een gezamenlijke tijd af. En zo horen we precies om 6.48 uur het Ave Maria. Eerst zachtjes en toen steeds harder. Prachtig. Mijn moeder zou het vreselijk vinden, deze Maria verering, maar ik snap haar plaats als tussenpersoon. God is voor mensen soms te ver weg en te groots. Maria als moeder spreekt dan meer aan. 
Dan realiseer ik me dat mijn kleren beneden liggen. David wast alles, maar hoe tref je het aan? In mijn fladderende nachthemd, nog steeds veel te groot, ren ik naar beneden. Ik heb vannacht gedroomd van bergen wasgoed en iedereen trekkend in de stapel. Als mijn broek niet droog is, heb ik een probleem., want ik heb maar een broek. Beneden weet ik niet wat ik zie. Keurige rijen met gevouwen wasgoed. Soort bij soort, sokken in elkaar gerold. Een prachtig gezicht. Ik kan wel huilen als ik het zie. Met zoveel aandacht en zorg gevouwen. Alles even groot en mooi strak. Wat fijn om in een schone broek te lopen. Ik heb hem nog maar 1 keer gewassen en dat op de eentwingstige dag. Tel maar uit. En schone sokken. Heerlijk. Het tweede kleine geluk op deze dag. Toch is dit niet voor iedereen een even grote vreugde. MijnMaatje komt tijdens het inpakken er achter dat hij de verkeerde broek heeft. Omdat iedereen een grijze of zwarte broek heeft, wordt het lastig. MinnMaatje denkt dat Sofia zijn broek heeft. Sofia denkt van niet. Tijdens het ontbijt komt Sofia naar beneden met excuses. De broek gaat niet dicht. De broeken worden gewisseld. Maar Sofia is dan nog niet klaar. Ze mist een sok. Het blijkt dat de Franse man een van haar sokken aan heeft. De man krijgt zo de slappe lach. De tranen rollen over zijn wangen. Zijn vrouw vindt het minder leuk. Misschien een ochtend humeur of ze kan de slappe lach van haar man niet altijd waarderen. Ik kan me voorstellen dat je er moe van wordt.
Dan staat Valerio de Italiaanse jongen( met prachtige paarse badjas)  bij MijnMaatje. Hij heeft de verkeerde broek. Iedereen heeft een grijze broek, van de Decathlon. Valerio is volgens mij dunner als MijnMaatje. Hij “staat” op zijn broek. MijnMaatje en Valerio haasten zich naar boven, want broeken wisselen in het bijzijn van allen doen de preutse Spanjaarden niet.  Valerio staat op zijn grote broek en MijnMaatje denkt dat hij de zijn eigen heeft. Of hij is inmiddels zoveel afgevallen, dat hij nog een kleinere past. Hij is er blij mee en neemt de kleinste. Ziet er ook nieuw uit.
Het ontbijt is prima. Wel Spaans. Dus cake en Maria koekjes. Maar ook nog brood. Pruttelkoffie met gekookte warme melk. De koekjes liggen keurig op een rijtje. Evenals de servetten. Ik kan het niet laten en eet net als de Spanjaarden Mariakaakjes met chocopasta. Heerlijk. Ik eet er wel 10. 
Na een stevige omhelzing van David gaan we op pad. De route is prachtig. Zeker voor MijnMaatje. Hij houdt van lopen door de weiden en door dorpjes. Het zien van hoe mensen leven vindt hij fantastisch. De stallen staan zo dicht bij de weg dat je alles kunt zien. Hij wordt op zijn wenken bediend. Er hangt een geslacht schap of geit. Er hangt een doek over heen, maar de poten zijn niet van een varken. 
Inmidels leef ik al 3 weken uit de rugzak. Geen dag ervaar ik dat als een probleem. Elke dag sta ik fluitend op. En fluitend begin ik weer aan de volgende wandeling. Geen dag verveelt het me en geen dag is gelijk. Elke dag beleef je wel iets. Het enige wat gelijk is, is dat je vroeg op staat en weer gaat lopen. Als je me vraagt wat  echt van belang is, dan kan ik zijn dat hier maar een paar zaken. Geld, water en wat te eten. Het maakt eigenlijk niet meer uit wat. En voor de regen een regenpak en voor de rest. Het maakt het leven eenvoudig. En wat kun je dan blij zijn met een schone broek en schone sokken. Of met een paprika die heerlijk smaakt. Of een stuk kaas wat je na een zware dag op je brood krijgt. 
Ik zit nu weer in de herberg te werken aan het blog. Het valt niet mee. Het is druk op deze Camino. Niet de drukte van de Frances. Maar je ziet wel steeds in de herberg dezelfde mensen. Er zijn weinig herbergen en het is zo kleinschalig dat je elkaar niet missen kunt. Dat maakt dat het in de herbergen een kabaal is van je welste. Er zijn veel mannen. Na de heftige wandeling vinden dat ze een biertje verdient hebben. Doordat iedereen elkaar begint te kennen wordt het steeds gezelliger. De rust is dan ver te zoeken. Het is wel leuk om alle verhalen van iedereen te horen, maar ik wil ook graag wel wat tijd voor mij zelf. 
Naast mij zit de vader van Italiaanse Valerio. Helemaal uitgevloerd. Volgens mijn eten ze wel 3 x per dag op een dag warm. 2 keer ergens onderweg. Nu hebben ze nog spagettie carbonare gemaakt. Spagettie met een gigantisch stuk ham en wel 10 eieren. Met z’n vieren, maar toch. Geen wonder dat ze zo snurken. Met hun volle magen met wijn en bier kan het niet anders. MijnMaatje geniet er van. Het gaat wel erg luidruchtig en ik zit er midden in.
Wat een wonderlijke wereld zo langzamerhand. Valerio komt van Sicilië, zijn vader woont in Spanje, de dochter woont in Stuttgart. De Nederlandse Kevin is verwekt in Zuid Afrika. Hij is geboren in Nederland. Zijn vader woont in Canada. Katja is geboren in Sint Petersburg, studeert in Parijs en woont normaal in Moskou. De ouders van Anne zijn kunstenaars. Edith kont uit Duitsland haar man uit Brazilië. De Franse vrouw is een Filipijnse en getrouwd met Franse man. De Amerikanen komen met busladingen tegelijk naar Spanje. Idem als Australiërs. Wat een wereld en wat een verschillen. 
Mijn vader had het altijd over de werkelijkheid. Maar die is er niet. Er zijn zoveel werkelijkheden en zoveel werelden. Iedereen heeft zijn eigen wereld. En hier lijkt het wel of je in een smeltkroes van de wereld zit. Er is geen norm of een manier mee. Iedereen heeft zijn eigen norm of zijn eigen manier. Het is boeiend om te zien hoe dat gaat. Wij eten om 6 uur. De Spanjaarden om 9 uur, De Italianen hebben de helft van hun eten niet opgegeten en dat gaat zo nu de afvalbak in. Ze lachen zich een deuk om onze bakken met pasta. We hebben een heel pak gekookt en we nemen de helft van de paste mee als salade. Men kijkt met grote ogen. Hoezo pasta mee? Brood is belangrijk en chocola. Blikjes cola. Maar als er een bar is, eet men 3 keer warm. Hoe zo vreemd?
Iedereen is erg druk. Morgen is de grote dag. Dan gaan we de berg over. Alles is er inmiddels gesloten. Geen bar of zoiets meer. Dat betekent dat je zelf alles mee moet nemen. Nu doen wij dat altijd al voor het geval dat, maar het lijkt bijna of het over een expeditie gaat. De meeste mensen hebben een grote stokbrood gekocht. En chocola en bananen. 
Ik heb geen idee wat me te wachten staat. Ik denk dat het wel mee valt. Maar we zien het wel. Ik stop er mee, want door het lawaai kan ik niet goed schrijven.

woensdag 9 mei 2018

De tweeentwintigste dag van Grado naar Bodenaya

29,5 km en 42.000 stappen
 
Wat een bijzonder dag was het gisteren, als ik alles nog eens overdenk. Wat bijzonder om Siet en Herman te zien in de herberg als hospitalero’s. We hadden ze ontmoet op het Dankjewelkom van de herberg L’Esprite de Chemin. En het voelt zo warm als mensen zich zo bekommeren om anderen. Het gaat met ons goed, maar Siet vertelde dat zij al twee Duitse meisjes hadden begeleid die het niet meer aankonden en weer terug naar huis gaan. Dat gebeurt ook. Oviedo is een startplaats van de Camino Primitivo. Je ziet dat mensen dus hier beginnen en je ziet dan ook problemen. Blaren en zere benen. Het besef dringt door dat het toch wel om een heftige Camino gaat. Je ziet het aan de mensen. Zijn wat jonger, dunner en leniger. 
Na 2 nachten zeer goed geslapen te hebben, was het vannacht wat lastig. Veel mensen waren onrustig. Er werd gesnurkt en mensen moesten veel naar de wc. Mijn Fitbit gaf 5 uur aan. Gelukkig kan ik goed tegen te weinig slaap. De luisterboeken zijn dan een uitkomst.
Het ontbijt vanmorgen was heerlijk. Net zoveel koffie als je wil, lekker met hete melk. Ik zou er thuis niet over denken, maar hier smaakt het geweldig. Ik drink wel drie koppen. Ze hebben bruine toast, yoghurt, fruit en  sinaasappelsap. Om half acht lopen we weg. Het doel is Sales. Ongeveer 26/30 km en veel klimmen. Het is een etappe met 4 schelpen. Dat betekent veel klimmen. In de herberg hebben we nog gekeken of de herberg van David in Bodenaya een opties is. Maar volgens hun zou het dan 36 km worden. Dat wordt te veel. De herberg van David is een echte pelgrimsherberg en we denken dat het dezelfde David van het donativo stalletje  van Astroga is. Het zou leuk zijn, maar 36 km is te ver.
Onderweg komen we Sofi tegen een Portugese. Ze lag vannacht boven mij. Ik raakte met haar aan de praat om het stopcontact. Stroom is voor iedereen met een mobiel een noodzaak. Ik had twee stopcontacten en zij niet een. Dus ik heb een gedeeld met haar. Het snoer van haar telefoon was gelukkig lang genoeg. Onderweg zien we sinaasappelbomen met sinaasappels, maar ook met bloemen. We vragen ons af hoe het zit. We vragen het haar, want ze komt tenslotte uit deze streken. Ze weet het niet, maar is wel trots genoeg op de Portugese sinaasappels uit haar land. Deze zijn het beste. Ze heeft een tweeling van 3 die in de periode van Why, why zitten. Net als wij nu. Zij loopt redelijk. Ze wil naar Bodenaya. Ze zegt dat het 30 km is.
Al pratende belanden we inderdaad om 12 uur al in Sales. We hebben er dan 20 km opzitten. En het is dan nog 10 km naar Bodenaya. Dat betekent, omdat het klimmen is wel 3 uur, maar dat moet toch kunnen. Maar we gaan alleen als er plaats is. 30 Km en klimmen is zelfs voor ons een happening. Na wat inspanning lukt het MijnMaatje om te bellen. Wat hebben we toch een geluk. Er is plaats. Omdat in ons boekje staat dat het bezoek aan deze herberg een must is, beloofd het heel wat. De etappe die ons te wachten staat, beloofd ook wat. Maar gelukkig langzaam stijgend langs kleine weggetjes, bospaden, langs riviertjes gaat het omhoog. Het gaat prima, want het is fris. Ik zweet niet eens. We lopen zonder jas. We zien geen mens. Het is toch wel erg handig dat we maps.me hebben.  En mijn Fitbit. Je weet dan hoeveel km je hebt gelopen. En met map.me weet je waar je bent. En met de Garmin weten we hoeveel we hebben geklommen en gedaald en hoeveel calorieën we hebben verbruikt. Toen ik begon had ik alleen een boekje. Dat zou ik nu wel eng vinden. Het is zo eenzaam en nu zo mistig. Flarden mist kronkelen om ons heen. Dan bereiken we na 2,5 uur de herberg. 30 km zonder enig probleem en zelfs geen behoefte aan een slaapje. 
De herberg is bijzonder en de herbergier ook. Het is niet David die we kennen, maar hij ziet er net zo uit. Ze blijken elkaar ook te kennen. Het wordt weer een avond met een gouden randje. Er zijn niet zoveel mogelijkheden om te overnachten, daarom komen we dezelfde mensen ook steeds tegen. 
David ziet alle mensen als zijn familie. We koken samen, eten samen. Het is erg gezellig. Er is een Spanjaard en een Italiaan die elkaar hier ontmoet hebben en hier voor de derde keer zijn. De mannen huilen en David ook. David is erg lichamelijk en iedereen krijgt een knuffel. We eten een salade en ik help een handje. Het leuke is dan dar je met elkaar aan de praat komt. We eten een aardappel, bonen tomatensoep. De wijn vloeit rijkelijk. Om 8 uur gaan we aan tafel. Ik ben al gevloerd van de wijn en de trek. Ik hang tegen MijnMaatje aan. We krijgen ook weer een rondje en bij elke persoon wordt het verhaal langer. Het grappige is dat niemand meer vertaalt, de Italiaanse man houdt een referaat. Ik geloof het wel. Ik moet denken aan Anne. Ik heb gewoon trek en val van de graat. Dan nog elk verhaal van iedereen. Maar het is leuk en erg gezellig. Het is wel weer een belevenis. 
Het grappige is dat David vraagt wanneer iedereen op wil staan. We besluiten dat hij ons mag wekken om 6.47 uur. Daar moet iedereen zich ook aan houden.
Ik zit op de rand van mijn bed. Het lijkt wel een schoolkamp. Iedereen krijgt een hugh van David. Ik zie niet wat hij bij MijnMaatje doet. Maar David zoent iedereen. We zijn dat niet zo gewend. David wast ook onze kleren en doet ze in de droger. Mijn roze BH en mijn roze shirt waag ik er niet aan, maar de rest doe ik in de wasmand. Ik houd wel van deze pragmatische instelling. De halve wasmachines vol hier is ook niets. Dus gewoon alle was van alle pelgrims bij elkaar is handig. Ik ben benieuwd hoe het gaat morgen bij het uitzoeken...het is wel mijn enige broek. 
Er is een Nederlandse jongen en een Zweedse jongen. Maar ook een Frans echtpaar, wat goed Engels kan. Dat maakt het gelijk makkelijker. De man moet elke keer zo lachen. Hij maakt iedereen vrolijk. Maar hij ziet er uit. Zijn haar heeft hij lang om zijn kalende schedel te bedekken. Hij kan zo meedoen in een speelfilm. We krijgen nog uitleg over de Camino. Primitivo betekent niet zo zeer de zwaarste. Dat is hij wel, maar het is de eerste Camino. De komende dag wordt het wel een opgave. We komen nu echt in de uitgestorven bergen. We krijgen instructie over waar er herbergen zijn en waar je inkopen moet doen. Ook horen we welke routes geschikt is.  Ik ben benieuwd.

De spreuk van Diaan van deze dag  is “ Het zekerste middel om niet ongelukkig te worden is niet te verlangen naar erg gelukkig te zijn! “. genoeg om over te denken morgen. 








dinsdag 8 mei 2018

De eenentwintigste dag van Oviedo naar Grado

26 Km en 38000 stappen

Na een heerlijke nacht in de twee persoonskamer in Oviedo, worden we om 10 voor 7 wakker. We hebben ons ontbijt al klaar staan en hoeven alleen maar koffie te maken. De herberg is een oud seminarium en zo gehorig. Als je al zou willen uitslapen, dan krijg je geen kast. 
Het is de eerste dag van de Primitivo. Het is bewolkt, mistig. “Mistiek” zei een van de Amerikanen die we tegen kwamen. Inderdaad de wolken slingeren om de bomen. Mooi om te zien zo tussen alle groene bomen. 
In het boekje staat dat de Camino Primitivo een van de zwaren is. Camino Franses is een lichte, evenals de Camino Portuges. De Camino Del Norte is een zware en de Camino Primitivo is de zwaarste. Nu ontdekten we gisteren dat er ook nog een Camino Salvador is. Deze gaat van Oviedo naar Leon. Ook nog een optie voor een keer. 
De route is veel klimmen en dalen. We hebben 450 meter geklommen en 750 meter gedaald. Het is best wel heftig, maar onze conditie is uitstekend.
Te bedenken dat ik na mijn eerste Camino del Norte in 2016  dacht, dit wordt hem niet meer. Dit is de laatste keer. Mijn voeten kunnen dit niet meer aan. Na een winter crossfitt bij de sportschool lukt het dus wel. De conditie is dus echt te trainen ook al ben je inmiddels midden vijftig. We tokkelen omhoog alsof het niets is. Ik wil als ik thuis ben ook het hardlopen weer proberen. Ik wil wel een paar lessen volgen voor de goede techniek. Maar ik vind dit ook een uitdaging om te proberen. Als de afronding voor de coachopleiding op 19 juni lukt, dan wil ik toch nog kijken of ik de opleiding voor vitaal coach zou kunnen doen. Lijkt me gewoon leuk om dit te leren. Gezond oud worden is niet vanzelfsprekend, maar je kunt er zelf wel wat aan doen. Ik zie tenminste dat ik beter functioneer als eigenlijk ooit te voren. En ik zie het bij MijnMaatje ook. Hij gaat helemaal als een tierelier omhoog. Ook zijn motoriek is zo goed. Dit moet je wel blijven onderhouden. 
De route is prachtig. Hij loopt grotendeels langs bospaden en landweggetjes. We klimmen veel, maar het gaat uitstekend. Om een uur hebben we al 18 km gelopen en zo komen we zonder enige moeite om half drie bij de herberg aan. 26 km. En geen centje pijn. Ik heb even een mailtje gestuurd naar mijn pedicure voor het advies voor de wolletjes. Geen problemen met voeten of benen. Het gaat super. 
Ik was bang dat er geen plek zou zijn. Het is een municipal. Die zijn vaak Spartaans. We zijn de nummer 4 en 5. De herberg heeft plaats. Gelukkig maar. Het blijkt dat ze elke avond vol zitten. Niet te geloven. Als we binnen komen zegt de hospitalero”Ah, Nederlanders..” we blijken de mensen ontmoet te hebben op het Dankjewelkom in november. Ze zijn uiteindelijk hier beland als vrijwilliger. En de herberg is zo prettig. Het is zo fijn als je zo vriendelijk wordt ontvangen. Iets te drinken, vriendelijke woorden. Nette tafelkleden en een goed voorziene keuken. Wat een verschil met gisteren. Toen was het zo vreselijk Spartaans.,
Het is als je loopt niet druk. Maar als je bij de herberg bent, is het druk. We zijn dus op tijd, maar ze hebben verschillende mensen naar een alternatief moeten sturen. Dat is toch wel bijzonder. Ook deze Camino wordt ook steeds drukker. 
Gisteravond hebben we buiten gegeten, omdat het zo lekker nog was. Het was zwaan kleef  aan. Russen en  Duitsers en een paar verdwaalde Fransen. Veel van deze mensen zien we nu weer. En zitten ook in deze herberg. Het is erg gezellig, want veel mensen koken zelf. We gaan ook zelf koken en nu iets warms. We maken een lekkere pasta met een groene salade en van het restje maken een salade voor morgen. Het is een gezellige boel. Iedereen kookt en deelt met elkaar. Doordat er nu Hollandse hospitalero’s zijn, wordt er ook gewoon goed afgewassen. We helpen een handje. Wat maakt het een verschil als er hospitalero’s. Door de drukte kom ik niet goed aan het schrijven toe.ik sluit maar af. Ik merk dat ik geen foto’s heb van deze herberg. Dat klopt, want mijn batterij van mijn. IPhone.