donderdag 3 mei 2018

De vijftiende dag van Santilana de lar Mar naar Colembre

29 km en 38.500 stappen 

Ik had geen internet. Jammer kon het blog dus niet plaatsen. Daarom deze morgen in de eerste bar. Wat raak je direct gewend aan de luxe van internet. Het lijkt er op dat mijn werkbundel op is. Heb ik nog nooit eerder gehad.


Een bijzondere dag. De herberg had iets speciaals, want alle mensen sliepen tot 7.15 uur. Het was er ook erg donker. Alleen ik sliep onder de ontruimingslamp. Gelukkig heb ik mijn slaapmasker. Dat is wel heel prettig.  

Een bijzondere ervaring dat iedereen zo lang slaapt. Zeker als er Fransen of Spanjaarden bij zijn gaat het fout. Dat betekende vannacht dat ik bijna 8 uur heb geslapen. Dat is voor mijn doen erg veel. Dus lekker uitgerust staan we op. Het aankleden gaat inmiddels erg snel. We hebben gisteren boodschappen gedaan. Dus een lekker yoghurtje met een banaan en havermout. 

Dan gaan we op pad. Al gauw lopen we Catharine achter op. Een Duits meisje. De rest van de dag lopen we samen. Het had onze dochter kunnen zijn qua leeftijd.  We lopen over het strand. De route is zo anders dan de vorige keer. Elke keer is hij verlegd. Maar geen probleem. De uitzichten zijn geweldig. Na twee en half uur zijn we in San Vicente de la Barquera. De vorige keer is MijnMaatje hier gestart. We nemen een kop koffie. Dan kom ik er achter dat we deze dag 29 km moeten lopen. Voor mijn geen probleem natuurlijk. Ik ben inmiddels de km gewend. Voor MijnMaatje is het anders. Dit is zijn tweede dag. Bij het opstaan geeft hij aan wat problemen te hebben met zijn scheenbeen. Ik houd mijn hart vast, want de vorige keer moest hij stoppen. Gelukkig was het de laatste dag. Het zal ons nu al gebeuren. Op de schaalvraag hoeveel pijn hij heeft, geeft hij aan een 1. Dan valt het wel mee. Het kan ook spierpijn zijn. We besluiten rustig aan te lopen en te zien waar het schip strand. Het valt mee, want het gaat prima. We gaan eerst voor Serdio. Dat is dan nog 8 km . Om 12.30 uur zijn we daar. Het valt dus reuze mee met het been. Catherine besluit ook mee te gaan. Ze moet nog uren wachten voor de herberg open gaat. Zelf vind ik het spannend, want de vorige keer was de herberg in Columbres dicht. Peter, een Duitse man,  sluit ook aan. Het begint heel erg op de Camino Frances te lijken. Er zijn veel pelgrims en het is druk. Gisteren was de herberg helemaal vol. 

We lopen met zijn vieren het laatste stuk. Erg gezellig. We ontmoeten ook weer Hein een enig  Nederlandse man die we tot nu toe hebben ontmoet. Het begint te regenen. Niet erg, maar wel gestaag. Rond 15.00 uur zijn we bij de herberg. Hij is open en er is plek. Het is een soort jeugdherberg. In de herberg is maar een douche ruimte  open. Er zijn ook geen deuren voor de douche en mannen en vrouwen staan door elkaar. Dat is natuurlijk in de sauna ook. Maar dat blijkt toch wel erg bijzonder te zijn voor sommige mensen.  Catharina regelt een sleutel, zodat we als vrouwen apart en alleen kunnen douchen. Zo hebben Amiko, Catherina en ik de douche voor ons alleen. Grappig zoals Catharina het vervelend vindt om zo te moeten douchen. Ik geloof dat wij als Nederlanders wel erg vrij zijn. En ik misschien wel meer door het vele gereis met de Camino en het fietsen zomers. Ik denk er ook niet meer over na. Douche me overal en kleed me ook overal uit, indien nodig. De gewoonten verschillende toch wel perbland. Ik weet van Engelsen dat ze ook zeer preuts zijn op de Camino. 

De douche is heel lekker warm. Ik besluit tot een uitgebreide douche. Onthaar mijn benen en smeer me eens helemaal goed in de bodycreme. Ik heb nu tijd en de gelegenheid. Ook besluit ik voor het eerst te gaan wassen. Mijn broek draag ik precies 14 dagen en je kunt deze bij de pijpen rechtop zetten. En vandaag is hij ook weer erg vies geworden. Volgens mij ruik ik ook mijn onderhemd. Er is hier een centrifuge. De broek moet morgen weer droog zijn. Hij is in ieder geval mooi schoon geworden.  

Inmiddels ontstaat er een groepje mensen die we steeds ontmoeten. Je raakt ook beter met elkaar aan de praat. Zo is daar Amiko een Japanse vrouw. Er is een Koreaanse jongen die we steeds tegen komen. We kunnen er niet mee praten. Dat is wel jammer. We besluiten zelf te koken. Nou ja koken... we maken een salade met kikkererwten met sla en paprika. We eten yoghurt met banaan en appel toe. Het is wel erg niveau “Spartaans”. De Duitse man snapt er niets van. Zelf koken. Je kunt hier ook warm eten...  Daar gaat het ons niet om. We willen niet elke dag uit eten.  Het is gesprek is zo geanimeerd dat ik bijna niet aan dit Blog toe kom. Ik voel me hier ook wel gek bezig. Het is zo koud en de matanigheden voor zelfservice zo primitief dat de meeste campings in de zomer beter zijn. Het gezellig om met zoveel verschillende pelgrims samen te zijn. Maar dit doet wel een erg beroep om mijn incasseringsvermogen. Zo koud, natte was, vreselijk modderige schoenen,  zo’n drukte van natte pelgrims. Maar we kiezen er natuurlijk vrijwillig voor. Ik denk dat je je dat ietsje kunt voorstellen van een vluchtelingen kamp. Met dien verstande dat deze mensen er niet uit kunnen. Als dit dag in dag uit je lot is.... Geen wonder dat mensen depressief worden. 

Ik wilde ook nog schrijven over het gelopen aantal km. De vorige keer was dit laatste stuk zo heftig voor me. Ik weet dat ik bij de brug beneden nog een uur geslapen heb. Nu regende het en konden we ook niet rusten en zeker niet in het gras slapen. Maar zonder problemen tokkelde ik de hoogte in en binnen 10 minuten waren we boven in het dorp. Ik heb 29km gelopen, zonder een centje pijn! Het is dus echt te trainen. Morgen lopen  we 23 km en vrij vlak. Dat wordt een eitje voor ons. 











Geen opmerkingen:

Een reactie posten