maandag 7 mei 2018

De twintigste dag van Valdedios naar Oviedo

27 km en 38000 stappen

De spreek die vandaag toepasselijk is, is “Uit het dal klimmen.” Iedereen kent natuurlijk deze spreuk,  maar hem aan den lijve ervaren is natuurlijk wat anders. De ervaring vannacht bij de nonnen was erg bijzonder. Het is in het herberg gedeelte zo vreselijk koud. Ik had mijn thermo shirt aan gedaan onder mijn nachthemd. Meestal probeer ik de kleding van het wandelen en wat ik ‘s avonds draag wat uit elkaar te houden. Dat valt momenteel niet mee. Door de koude heb ik al vaak overdag mijn thermohemd al meerdere keren aan gehad. Ik heb de pest aan wassen, meestal krijg je toch de spullen niet goed droog. Dus dan laat ik het maar. Nu draag ik ook al een paar nachten het thermohemd. Er hangt zo langzamerhand wel een geurtje om heen. MijnMaatje had gisteren heel dapper alles gewassen. Met de hand, dus voor de bedbugs hoef je het niet te doen. Maar de zon was zo heerlijk dat hij dacht dat het wel droog zou worden. Mocht het wasrek van de nonnen niet buiten staan. In de koude herberg wordt het niet droog natuurlijk. Een van de andere pelgrims had de zaak in de dames badruimte gehangen en het straalkacheltje aangedaan. Dat merkte ik gisteravond laat pas. Ik ga dan niet zo gerust slapen, want de electriciteit vertrouw ik in de oude gebouwen niet zo. We hebben al eens kortsluiting op de telefoon gehad. En ook al eens bijna brand meegemaakt. Maar vanmorgen was alles afgezien van de sokken van MijnMaatje droog. De sokken hebben de rest van de dag op zijn rugzak gehangen. 
Ik heb uitstekend geslapen. Wel 8,5 uur lang. Dat is voor mijn doen geweldig. En ook in een ruk achter elkaar door. Er rust zegen op deze plek. 
Om half acht stonden we weer buiten de herberg. Het was erg fris, maar de zon scheen. Je hoorde niets. Tot 10 uur hebben we geen mensen gezien of gehoord. We moesten vanuit het dal letterlijk weer omhoog klimmen richting de bewoonde wereld. Het was erg zwaar, maar zo mooi. De stilte was overweldigend. Stap voor stap klauterenden we langs slingerende bospadjes of dorpsweggetjes omhoog. We kennen in Nederland wel de spreuk, maar het ervaren dat je uit een dal klautert is natuurlijk niet zo aan de orde in een vlak land als Nederland. 
Nu al voor de twintigste dag lopen maakt dat de afstand tot Nederland en alles wat er bij hoort aan werk en zo, vervaagt. Wat mag ik toch dankbaar zijn dat ik zo lang weg kan. Van veel Duitse mensen hoor ik dat ze 2 hooguit 3 weken hebben. Het is niet gebruikelijk om zolang vrij te nemen. Catherine vertelde dat ze er aardig voor heeft moeten praten om de 4 weken bij haar organisatie voor elkaar te krijgen.en juist het alle dagen volgens hetzelfde ritme te lopen, maakt dat je zo los komt van alles. Dat je alles van afstand kunt bekijken. Nu pas voel ik de rust in mijn lijf komen. Ik heb gisteren gewoon een uur op de warme stenen voor het klooster gelegen. Het was zo’n bijzondere ervaring om gewoon te kunnen liggen en geen “moeten” van iets in mijn hoofd te hebben. Gewoon niets te moeten. Geen was, geen boodschappen, geen eten. Geen breien om nuttig de lege uren te vullen. Gewoon niets.
Ik luister naar weer een boek van Albert Sonnevelt: Gelukt. Het gaat om wat je zelf  kunt doen aan een gelukkig leven. Onderbouwd met een wetenschappelijke verantwoording. Dingen komen zo mooi samen soms. De spreek van Diaan een paar dagen terug was “Accepteer wat is. Laat los wat is geweest. Vertrouw op wat komt.” Het hoofdstuk dat ik gisteravond hoorde ging over accepteren. Lastig hoor! Ik ben wel een vechter. Ik geef niet zomaar op. Terwijl misschien meer mee gaan met de stroom makkelijker is misschien. Toen ik een aantal jaren geleden, zomaar van mijn school werd gehaald, kon ik dit niet zomaar accepteren. Het voelde zo oneerlijk en zo unfair en onterecht. Het heeft lang geduurd, voordat ik het kon accepteren. Dat het me uiteindelijk veel heeft gebracht staat buiten kijf. Maar dat iemand je zoveel pijn mag aandoen, blijf ik lastig vinden. Ik weet nog dat ik niet weg wilde zakken in boosheid en verdriet. En zeker niet er in blijven hangen. Mijn grote schrikbeeld was, dat mensen me uit de weg zouden gaan, omdat ik alleen maar boos en verdrietig zou zijn. Ik heb toen zelf hard gewerkt om mij staande te blijven houden. Elke avond dwong ik mezelf tot het opschrijven van 3 fijne of leuke dingen van de dag. Dit behoede mij voor de grijze wolk die over de dagen laag. Nu hoor ik van Albert Sonnevelt dat dit een wetenschappelijk bewezen werkwijze is om een depressie te voorkomen en om mensen meer in de mindsetting van een gelukkig leven te zetten. Voor mij werkte het zeker. Bijzonder dat ik dit toen uit mezelf deed. Ook bij de ecologische herberg in Geures wilde de eigenaresse dat elke pelgrim op een briefje schreef waar hij of zij die dag dankbaar voor was. Ze verzamelde de briefjes en als ze een boom plantte in haar tuin stopte ze de briefjes erbij. Met zo veel goede gedachten zo de boom wel groeien. 
Deze gedachten speelden door mijn hoofd toen we letterlijk het dal uit kropen. Afgezien van een klein stukje na Pola de Siero, was de route schitterend. Zo stil, zo mooi. In El Baron hebben we een klein stukje met de trein gedaan. De voorsteden van Oviede zijn kilometers lang. Dat zou deze dag helemaal bederven. We hebben veel geluk. In de herberg is een vrouwenzaal en een mannenzaal. En voor echtparen zijn er kamers. En zo hebben Mijn Maatje en ik weer een kamer voor ons tweeen. Wat een geluk!  Dit lijkt luxe, maar het is wel een herberg met de classificatie Spartaans. De douches en wc’s zijn prima overigens. De rest Spartaans. We besluiten om Oviedo nog even te bekijken en boodschappen te doen. We nemen na twee dagen geen menu del dia, maar een brood gezond, stokbroodjes tapas en Griekse yoghurt toe. Gelijk ook een portie voor morgen vroeg gemaakt en zo is deze mooie dag ook weer voorbij. Het weer was zo mooi en de herberg zo koud binnen, dat buiten zitten fijner was. Op een picknick bank met wisselende aanschuivende andere pelgrims hebben we heerlijk gegeten. In alle rust en met alle tijd. 
Diaan had nog een mooie toepasselijke spreuk: “Je zorgen maken is als een schommelstoel. Het houd je bezig, maar brengt je nergens.”  Gewoon de dingen accepteren dus, volgens Albert Son

Het ontbijt




De sokken



In de kathedraal: Jacobus



zondag 6 mei 2018

De negentiende dag van Colunga naar Valdedios

28 km en 40000 stappen

De spreuk die vandaag op de dag van toepassing was, is “ Men lijdt het meest door het lijden, want men vreest! “ 
We zagen een beetje op tegen deze dag. We hebben drie etappes staan tot Ovedo, maar willen deze graag in twee keer doen. Dat kan in afstand wel, maar het zit vast op de herbergen. En in Valdedios (30km) zit een herberg, maar met 22 plaatsen. Dus gauw vol: dachten wij. De volgende herberg is nog 8 km verder. We besluiten op tijd te vertrekken. Gisteren hebben we al een ontbijt klaar gemaakt en we kunnen dus zo weg. Nu valt dat altijd nog wel tegen, nog water, nog nieuwe wolletjes, al gelijk in korte broek? Maar we lopen uiteindelijk op 10 over  half acht. Na een heerlijke nacht onder schone lakens en na een heerlijke menu gisteravond hier in het hotel. Spare ribs en salade mixta en vlam. De vlam is een soort custardpudding met een caramellaagje. Men gaat er prat op dat het homemade is. En die van gisteravond was zo heerlijk. De vriendelijke hotelier zag ons smikkelen en bracht ons nog een portie.  
MijnMaatje loopt niet zo prettig. Hij heeft weer ergens bedbugs op gelopen. Hij zit er onder. Op zijn knie zie je ze echt keurig volgens het boekje op een rijtje. Ze zijn dik en heel vurig. Omdat hij zo bruin is valt het niet zo op, maar het jeukt geweldig. Ook op zijn rug zitten kokkerts. We weten niet precies waar hij ze heeft opgelopen. Het God nieuws is dat we al in 3 nachten niet in onze slaapzakken hebben geslapen dus het zit niet in zijn slaapzak. Gisteren heef5 hij zich gedouched en vervolgens als zijn kleren die hij aan had in een plastic zak gedaan. De schone kleren komen uit een plastic zak dus daar zitten ze ook niet in. Het is wel een probleem. Hij neemt om de paar uur een anti histamine tablet van mij. Hij durft de prednison van mij niet aan. Moeten we misschien ook niet doen, maar het is erg vervelend. Ik heb ook nog calendula zalf bij me. Dat smeren we ter verkoeling er ook maar op. 
Het blijft vervelend, want ze kunnen ook nog een paar dagen later pas op komen. Dus waar heb je ze dan op gelopen. Dat maakt de stand van de bedbugs nu 2 keer voor MijnMaatje en 3 keer voor mij. 
Het lopen gaat geweldig. Mijn “ pantoffeltjes”doen het super. Het is erg koud 7 graden. Door het lopen blijf je wel warm. De zon schijnt en de route is weer prachtig. We lopen nu het binnenland in richting Oviedo. Daar begint de Camino Primitivo. Kwam afstanden niet zo gek, maar wel veel hoogte verschillen. We zullen het zien. 
Gaande weg wordt het steeds warmer. Dan komen we precies rond 10 uur bij een plekje waar particulieren afdakje hebben gemaakt met een picknickbank voor pelgrims. Het komt als geroepen. We eten een stuk stokbrood met wat paprika en wat plakjes vlees. Ik trek mijn korte broek aan.
We lopen op een plek waar we geen enkele pelgrim zien. Het is er stil. Je hoort een kabelend beekje, ruizen van de bomen, koeienbellen. Zwijgend lopen we naast elkaar. Uren lang. Eerdere jaren had ik vaak luisterboeken op mijn telefoon. Die heb ik nu ook wel, maar ik heb geen behoefte om te luisteren. Misschien dat je ook steeds beter tegen de stilte kunt en het eindeloze lopen. Althans dat geldt voor mij. Ik heb steeds minder behoefte aan gesprekken onderweg. Het liefst loop ik alleen. Gesprekken leiden zo af. Het genieten of het ondergaan van de rust en de kadans van het lopen is genoeg. En zeker nu er geen enkele lichamelijke klacht is. De andere jaren waren de laatste km soms een crime. Maar nu is het geen probleem. 29 km is prima te doen.
Ik heb ook wol bij me om sokken te breien. Kom ik gewoon niet aan toe. We lopen ook wat langer, gaan later weg ‘s morgens. Dus de middagen zijn zo om. 
Om 12 uur zijn we in Villaviscosa. We hebben er dan al 17,5 km klimmen en dalen opzitten. De vorige keer hebben we vanaf hier de bus genomen naar Atiles. Een etappe verder als Gyon. Nu doen we de Primitivo en lopen we door. 
De zon brandt nu stevig en het is denk ik wel 25 graden. Ik ben niet zo’n wandelaar in de hitte. Maar het valt mee. Maar we moeten nog 12 km volgens het boekje. We moeten natuurlijk ook opschieten, want als er geen plaats is in de herberg, hebben we een probleem. Ik merk dat MijnMaatje er tegenop ziet. Het is inderdaad wel een beetje lastig. Want wat als ... De ervaring heeft ons geleerd dat het altijd goed komt. Maar toch..
We nemen in Villaviscosa een kop koffie en een banaan. En dan zetten we flink de sokken erin. De omgeving is prachtig. Bergen en weiden en groen. De lucht is strak blauw. En zoals als altijd komt het weer goed. De route blijkt geen 12 te zijn, maar 8, we zijn maar met 6 mensen in de herberg. De herberg is bij een klooster. Het valt onder de categorie Spartaans. De wc en douches zijn prima. Maar de rest, koud, kaal, klam. Zo koud. Je gaat van de weeromstuit, maar buiten zitten. Op het plein voor het klooster schijnt de zon. MijnMaatje doet zijn was. Het is wel geen 40graden, maar voor je gevoel heb je er iets aan gedaan. De tegels zijn heerlijk warm en ik zit/lig wel een uur op de tegels. Ik probeer soms wel eens te mediteren. Maar hier gaat het bijna vanzelf. De rust die het klooster uitstraalt is gewoon tastbaar. Om 5 uur verschijnt de non om ons in te schrijven. Ze nodigt ons uit voor een kijkje in het klooster. prachtig. Zo lelijk als het er van buiten uit ziet en zo Spartaans in de herberg, zo warm en vriendelijk is het binnen. Het klooster ligt gebouwd om twee open ruimten. Heel bijzonder. ‘S Avonds wonen we een viering bij. Nonnen zingen weer met een gitaar en hebben dan een half uur een stil moment. Sommige bidden, andere schrijven, weer anderen zitten stil. Het is een bijzondere dag. Zo naar als we ons maakten over of er plek was, zo relaxt is uiteindelijk de dag verlopen. Zo zie je maar weer: “Men lijdt het meest, door het lijden dat men vreest.” En morgen is er weer een nieuwe dag.

Ik heb geen WiFi dus nog geen foto’s.





zaterdag 5 mei 2018

De achttiende dag van Geures naar Colonga

26 km en 39000  voetstappen

Het was gisteren een leuke avond. Ik had mijn blog al klaar en oneline gezet. We gingen om 20.00 uur aan de gezamenlijke maaltijd. Dat is altijd erg leuk.
We ontmoeten in de herberg ook Anna. Zij is 27 en haar hobby is wandelen. Ze studeert af voor iets maatschappelijks met cultuur. Ze had eerder de kunstacademie gedaan richting fotografie, maar dat was het toch niet. Ik had problemen met internet op mijn mobiel en dan vallen toch wat dingen niet goed te regelen. Met een geweldige eenvoud gaf zij de tip, alles een keer uit en aanzetten. Ik heb MijnMaatje in geen tijden zo verbaast zien kijken. Hij had van alles geprobeerd, alleen niet hier aan gedacht. En ik al helemaal niet. Grappig dat zo jong ding dat even moet zeggen. Maar alles doet het weer. Als het goed is kan ik ook weer makkelijk foto’s bij het blog zetten. 
Anna kreeg van de hospitalero de wind van voren. Samen kwamen we gisteren om kwart voor vier aan bij de herberg. Ze belde aan terwijl wij de schoenen nog aan het uitdoen waren en kreeg geen reactie en belde nog eens. Logisch leek me.. Maar de hospitalero dacht er anders over. Rustig, rustig, het is geen wedstrijd. Maar als de herberg om half vier open gaat, denken wij naar Hollandse begrippen dat er dan ook iemand is. In Spanje schijnt dat anders te zijn. We mochten op het terras gaan zitten en wachten tot ... het tijd was of zo? Nu was de omgeving prachtig, dus geen probleem. Om half vijf kwam er iemand om ons in te schrijven. Het ging allemaal heel ingewikkeld en er werd door de hospitalero steeds gewezen op de regels. Niet bij iedereen maakt dat indruk en zeker als je een dag gelopen hebt ben je blij als je zit. Maar de visie van de herberg is dat je gast van de familie bent. Je eet mee en staat tegelijk op en samen aan het ontbijt. Niet iedereen vindt dat prettig. Maar de hospitalero zegt: “Als je het anders wilt ga je maar naar het hotel!” De herberg heeft ook een hotel gedeelte. Op zich prima natuurlijk. Bij het eten was er een rondje over het ontstaan van de herberg en het doel en dan het voorstellen in 2 a 3 talen. Dat doen wij in de herberg ook. Maar leuk om dit ook mee te maken met de ogen van Anna. “Ben ik al zo moe, heb ik al zo’n trek en moet ik nog een half uur wachten.” Zo kun je er ook tegen aan kijken. Als eerste was er een salade en deze werd opgeschept door de eigenaar van de herberg Catherine. Catherine heeft haar kinderen groot gebracht en had als droom een herberg. En heeft deze herberg nieuw ecologisch gebouwd. Er is geen man in het spel zo te zien.... Na de salade was er een witte pasta en vervolgens fromage blanc met appel en walnoot. Lekker en de gesprekken animeerd. In de deze herberg zijn 10 plaatsen, maar uiteindelijk zijn er 12 gasten. Het tafeldekken onder de bezielende leiding van de hospitalero was een drama. Prachtig om te zien hoe een groep mensen moeite heeft met tellen, alle talen doorelkaar, allemaal ideeen over hoe de tafel schikking moet zijn. In deze chaos haken MijnMaatje en ik af. We gaan zitten op de bank en zien het schouwspel aan. Dat valt niet goed bij de hospitalero. We onttrekken ons aan het meehelpen. Ik krijg de opdracht om de kaarsen aan te steken en de mannelijke hospitalero geeft aan welke het zijn en hoe ik het moet doen. Uiteindelijk zitten we om half negen om de tafel. En dan nog het voorstellingsrondje. Anna legt bijna het loodje. Je kunt hier ook niets kopen en als je vanaf 13.00 uur niet hebt gehad is dat een lange ruk. 
Uitdrukkelijk geeft Catherine aan dat we een half uur tijd hebben om naar bed te gaan en dat dan het licht uit gaat. Toen ging bij Anna het licht letterlijk uit. Volgens mij, kroop ze naar haar bed en ik heb haar niet weer gezien. Zo’n chaos als bij het tafeldekken, zo strak wordt nu het naar bed gaan georganiseerd. Tot mijn vreugde hoor ik dat je pas om 7 uur op mag staan en dat het ontbijt om 7.30 uur is. Tot drie cijfers achter de komma wordt berekend hoeveel koffie en thee er moet worden gezet. Ik hoor dat MijnMaatje thee opgeeft. Ik weet niet wat ik hoor, maar hij durfde niet meer te zeggen dat hij zich had vergist...
En zo liggen we om 10 uur in het donker in de slaapzaal. Zonder WiFi, want in de herberg is maar 2 uur wifi. En wel tussen 18.00 en 20.00 uur. 
Maar niet alle mensen hebben de regels begrepen. En deze hangen nog wel op grote borden in de kamer en de gang, want de eerste gast begint om 5.45 uur te rommelen. Gelukkig geven een paar mensen aan dat ze er niet van gediend zijn. En zo kunnen we nog een rustig uurtje slapen. Klokslag 7 uur gaat het licht aan, maar wel moeten nog wachten tot kwart voor 8 voor het eten begint. De warhoofdige hospitalero krijgt het niet voor elkaar. Er vragen mensen naar de WiFi en de hospitalero ontploft bij na. De rools...the rools... iemand vraagt of hij alvast een kopje koffie mag. Hetzelfde laken en pak..
De hospitalero kan niet zo goed Engels en de pelgrims beginnen grapjes te maken. Het is ook niet leuk meer. Jammer dat door z’n man de hele herberg in zo’n raar licht komt te staan. Anna’s analyse is dat hij waarschijnlijk nog nooit leiding heeft gegeven of ergens voor verantwoordelijk is geweest en nu macht heeft geproefd. Ik denk dat Anna weleens gelijk kan hebben met haar analyse. We lachen er maar om, maar jammer van de mooie herberg. Een beetje bedrukt en in stilte eet iedereen. 
Iedereen eet snel en we staan om 8 uur buiten. En daar begint een prachtige dag. Mooi weer en een prachtige etappe. Raar toch dat je niet alles kunt herinneren van de vorige keer, maar als je er dan loopt herinner je je weer hele stukken. Het is de laatste dag aan het strand. We hebben gereserveerd bij een hotel, want er is geen herberg en dus alle tijd.
Maar dat is lastig voor MijnMaatje. Want fietsen is fietsen en geen museum bezoek en lopen is lopen en niet pootje baden in de prachtige zee. Er is geen praten tegen! Als snelwandelaar gaat hij over de etappe. En aangezien ik niet van snelwandelen houd, sukkel ik er achter aan. Desalnietemin zijn we om half vier bij het hotel. We genieten even van de mooie kamer en gaan dan boodschappen halen. En we zitten wel anderhalf uur op een terras. Ik was liever  nog een poosje aan de zee geweest. Morgen gaan we het binnenland in. De bergen over. Natuurlijk schijnt daar ook prachtig te zijn, maar ja de zee...
We kunnen niet van alles maken op de kamer, daarvoor is deze te mooi. Dus gaan we voor nood uit eten. Helaas moeten we wachten tot 8 uur. 
Ik schrijf maar gauw dit blog op het terras in de zon. En omdat ik weer goed internet heb, met foto’s deze keer.












vrijdag 4 mei 2018

De zeventiende dag van Lianes naar Gueres

25 km en 36000 stappen

De verschillen tussen het weer zijn hier in Spanje groot. Net als in Nederland. De ene dag regen, volgende dag zon. Elke dag gaan we ongeveer om 22 uur naar bed. Normaal slaap ik ongeveer 6 uur. Soms een half uurtje meer. Als ik dan gelijk in slaap val, wat meestal goed lukt na een dag wandelen, dan ben ik vanaf een uur of 4, 5 wakker.  Vaak val ik met een luisterboek en oortjes wel weer in slaap. We hadden een kamer met vier bedden, maar de andere twee waren niet bezet. Ik werd zo vreselijk koud wakker, dat ik maar bij MijnMaatje in bed ben gekropen. Normaal zou je dit niet doen, maar omdat we toch alleen zijn. We werden lekker warm om half acht wakker. Zo vreselijk als de vorige herberg was, zo lekker is deze. Fijne douches, schone witte lakens, een grote eetzaal en een uitgebreide keuken. We maken een lekker ontbijt  van Griekse yoghurt, appel, banaan en havermout en een kop koffie. Nu we wat langer met dezelfde mensen in een albergue zitten, maken mensen wel eens wat opmerkingen over ons  eten. Of we vegetarisch zijn, Of misschien veganistische, of iedereen in Nederland zo eet... Het ontbijt in deze herberg is prima. Een croissant, 2 plakjes toast, sinaasappelsap, koffie en thee, melk en chocolademelk. Voor €2,50. Daar kun je niets van zeggen. Maar er zitten teveel dingen bij die we liever niet eten. Om het geld hoef je het dus niet te laten. 

Ik doe weer nieuwe wolletjes in mijn sokken. MijnMaatje heeft niet voor niets een hele voorraad mee genomen. Het lijkt alsof ik weer op pantoffeltjes loop. Wat fijn als je voeten het goed doen. Amiko de Japanse mevrouw zit naast mee. Heeft een gezwollen voet aan de onderkant. Ik denk te zwaar belast. Haar rug zak ziet er 

Om 8.15 uur lopen we de herberg uit. In mijn thermohemd en shirt met lange mouwen. We besluiten de kustroute te nemen. MijnMaatje ziet wel duizend beren op deze route. Ik niet een. We moeten hooguit een stuk omlopen. En dat is op een totaal van 800 km toch ook geen dingetje, zou je zeggen, Ik vind deze verschillen tussen ons zo leuk. MijnMaatje zorgt dat ik in mijn enthousiasme niet te ver ga en ik zorg door mijn enthousiasme dat we wel ergens komen. MijnMaatje ziet soms zo veel beren dat als we daar naar zouden luisteren, we nergens zouden komen.

Dat is ook zo met het weer. Dan willen we op onze vrije dag wandelen. De discussie kan ik uittekenen. MijnMaatje: O, jee het lijkt niet best voor vrijdag. Mijn reactie nu na 33 jaar:”Het is nog geen vrijdag. Kan nog wel veranderen. “

Vrijdagochtend vallen de berichten wel mee. MijnMaatje:” Het gaat vanmiddag regen.” Mijn reactie: “Hoeveel procent?” Reactie MijnMaatje:”40 % Dat is best veel! “

Ik weer:”O, dat  valt nog mee! Regenpakken maar mee voor het staartje van de middag. “ Dan lopen we de hele dag en zijn we net thuis en begint het te regenen. Stel je nou voor dat je luistert naar het weer. Dan zou je dus niet gaan. Inmiddels heeft MijnMaatje door ervaring geleerd dat we dan maar moeten gaan en dat het meestal mee valt. En een enkele keer niet. Dan hebben we pech. 

De route vandaag is prachtig en het weer werkt heel erg mee. Zo nat en koud als het gisteren was, zo mooi wordt deze dag. Om half elf verwissel ik mijn wandelbroek voor mijn korte broek en mijn shirt met lange mouwen voor mijn fietsshirt. De route gaat vooral  langs de kust en na zo’n 12 km het binnenland in. We lopen langs rustige bospaden in een glooiend landschap. We hebben gereserveerd in een albergue na ongeveer 25 km. Er zijn maar 10 bedden. Het risico is te groot dat er misschien geen plek is. De etappe uit het boek is 33. Dat is nog wel wat veel. Het is een herberg op basis van donativo en ecologisch verantwoord. Het is inclusief eten. Een leuke ervaring.

Bij de herberg mogen de deuren en ramen niet open. Er is een vorm van klimaatbeheersing. Er is een leuke tuin met een terras. Geen keuken, dat betekent dat je niet zelf een broodje kunt maken. We eten gezamenlijk om 20.00 uur. Dat is dan nog wel een poos wachten en voor ons als Hollanders is dit erg laat.

Ik merk dat ik van toch af en toe wat suiker eten,  denk ik, weer exceem krijg op mijn voeten. Vervelend, want het jeukt zo. Thuis maar weer een paar weken goed aandacht besteden aan de juiste dingen eten en dan is het hoop ik  zo weer over.

Ik stop er mee, want dan kan ik nu misschien het blog plaatsen. Principieel is hier maar 2 uur internet. En dat is nu. 

De hospitalero is wel wat bijzonder. Er schijnt een bijzondere vloer te zijn en er mag geen water op. Ik heb de theedoek met sinaasappelschillen naast me liggen. Dat schijnt vreselijk te zijn. Bij de ene herberg kan alles, bij de andere kan weinig. We hebben hier de rugzak beneden staan en een leuk boodschappentasje van riet om de spullen mee naar boven te nemen. Ik snap het wel. In zo’n houten huis zul je maar bedbugs krijgen.












donderdag 3 mei 2018

De zestiende dag van Colombres naar Lianes

26 km en 39.300 stappen
Het was een fijne nacht. Geen snurkers en dat scheelt een stuk. Om 6 uur was ik al wakker, maar je wilt niemand storen. Dus ik heb nog een tijd geluisterd naar mijn luisterboek.  “De levenscode” van Albert Sonnevelt. Het gaat over hoe vitale ouderen oud zijn geworden. Een interessant boek, met veel onderwerpen over gezond leven. Het gaat ook in op gedragsverandering. Een onderwerp waar ik vaak les over moet geven. Dat valt niet altijd mee.
En zo is het zo maar 7.15 uur. Als eerste ren ik naar mijn broek. Ik heb maar een broek en als deze nog nat is heb ik een probleem. Gelukkig is de broek droog, maar het is zo koud..... Ik trek mijn thermohemd aan en een ‘t shirt met lange mouwen.  Het is zo koud en hier zo primitief. Er is een ruimte waar je zelf wat eten kunt maken. Maar het is er koud en zo behelpen. Zo starten we onze 33 huwelijksdag. We kiezen er zelf voor, maar het valt niet mee. We lopen om 8 uur. Na een km of wat begint het te sputteren. We krijgen net op tijd onze poncho’s aan. Dan lijkt het alsof we onder een tuinslang lopen. Wat een drama. Na 20 minuten heb ik voor mijn gevoel geen droge draad meer aan mijn lijf. We willen langs de kust lopen, maar enkele pelgrims lopen ons tegemoet. Het is te nat en het pad  te ruw en te glad. We lopen langs een saaie weg. Wat is dit afzien. Vind ik dit nu leuk... De tekst van gisteren is wel erg toepasselijk”Wie samen naar de zon kijkt, kan ook samen door de regen gaan.” We zeggen tegen elkaar, dat het meestal op zo’n dag toch weer mee gaat vallen. We hebben het vaker mee gemaakt. Gelukkig is er na twee uur lopen een bar. Dat is hier een Spanje een redding. Warme koffie en even droog zitten, maakt alles goed. Het is droog als we bij de bar zijn. We hangen de poncho op de barkrukken buitenen bestellen gauw een koffie con leche grande! Met het uitroepteken achter grande. Er is internet en van een behoorlijke snelheid. Het lukt om het blog te plaatsen. Al twee dagen heb ik geen internet op mijn telefoon. Erg vervelend. Ik weet niet of ik over de data bundel ben of dat er iets anders aan de hand is. Maar het is niet handig. 
Tijdens de koffie dringt de zon er door. Nog wel voorzichtig, maar na een kwartiertje zijn de poncho’s droog. Dat is fijn. Je kunt ze nu makkelijk zo in de rugzak doen. We zijn nog geen honderd meter verder of de bui barst weer los. Wat een narigheid. De poncho’s weer in. Na Weeren uur onder de “tuinslang” ben ik het wel zo zat.... Dan belanden we bij de bufons. Dat zijn een soort fonteinen. Water van de zee komt in ondergrondse ‘ gaves” soort grotten en spuit dan met grote druk door de golfslag er weer uit. Deze keer horen we wel het geluid, maar we zien niet de fonteinen. Het is eb en dan is er niet genoeg kracht. Inmiddels schijnt de zon nu fli k. De route is vanaf nu prachtig. We lopen langs de kust in een glooiend landschap van weiden en bossen. Dit gaat eigenlijk helemaal door tot Lianes. Wat een verschil. Hier betalen we ook 12 euro voor de herberg, maar met bedden met lakens en een heerlijke warme keuken met een zithoek. We gaan onze trouwdag vieren op een terrasje. We zitten zo samen een uur in de heerlijke zon. Met jas aan wel te verstaan, maar lekker warm. We bestellen een glas wijn met een broodje. 33. Jaar is een lange tijd. Zouden er nog 33 komen? Zou kunnen qua leeftijd. We zijn dan 88. En waarom dan niet. We proberen gezond te leven, maar dat zegt natuurlijk  niet alles. 
Overal is wel eens wat, maar we kunnen het samen goed vinden. We hebben samen hele fijne jaren gehad. De jaren met de kinderen waren druk, maar gezellig. We denken dat we de kinderen een fijne jeugd hebben kunnen geven. Nu komen we weer in een andere fase. We zijn weer meer op elkaar aan gewezen. Maar dat is goed.  En we hebben ook altijd nog genoeg te praten. En we mogen dankbaarzijn voor dit samenzijn hier op de Camino. We kunnen het beide en vinden het ook allebei leuk. Al kost me zo’n ochtend als vanmorgen best veel energie. Het valt dan niet mee om de moed er in te houden. 
Het leed van de natte morgen is weer geleden. In deze herberg kunnen we zelf koken. We aarzelen... uit eten of de herberg? We besluiten tot de herberg. Morgen is er een herberg met een maaltijd. Het is gezelliger om hier in de herberg wat aan te krummelen. Even kletsen met de andere pelgrims en lekker genieten van onze kamer voor twee. We halen boodschappen en brouwen een lekkere bonensoep met een salade. Een lekker fles wijn erbij! Een feestje
De spreuk voor vandaag van Diaan is prachtig. Mag de trouwtekst voor de komende jaren wel zijn: “Accepteer wat is. Laat los wat is geweest. En heb vertrouwen in wat kan zijn.”







De vijftiende dag van Santilana de lar Mar naar Colembre

29 km en 38.500 stappen 

Ik had geen internet. Jammer kon het blog dus niet plaatsen. Daarom deze morgen in de eerste bar. Wat raak je direct gewend aan de luxe van internet. Het lijkt er op dat mijn werkbundel op is. Heb ik nog nooit eerder gehad.


Een bijzondere dag. De herberg had iets speciaals, want alle mensen sliepen tot 7.15 uur. Het was er ook erg donker. Alleen ik sliep onder de ontruimingslamp. Gelukkig heb ik mijn slaapmasker. Dat is wel heel prettig.  

Een bijzondere ervaring dat iedereen zo lang slaapt. Zeker als er Fransen of Spanjaarden bij zijn gaat het fout. Dat betekende vannacht dat ik bijna 8 uur heb geslapen. Dat is voor mijn doen erg veel. Dus lekker uitgerust staan we op. Het aankleden gaat inmiddels erg snel. We hebben gisteren boodschappen gedaan. Dus een lekker yoghurtje met een banaan en havermout. 

Dan gaan we op pad. Al gauw lopen we Catharine achter op. Een Duits meisje. De rest van de dag lopen we samen. Het had onze dochter kunnen zijn qua leeftijd.  We lopen over het strand. De route is zo anders dan de vorige keer. Elke keer is hij verlegd. Maar geen probleem. De uitzichten zijn geweldig. Na twee en half uur zijn we in San Vicente de la Barquera. De vorige keer is MijnMaatje hier gestart. We nemen een kop koffie. Dan kom ik er achter dat we deze dag 29 km moeten lopen. Voor mijn geen probleem natuurlijk. Ik ben inmiddels de km gewend. Voor MijnMaatje is het anders. Dit is zijn tweede dag. Bij het opstaan geeft hij aan wat problemen te hebben met zijn scheenbeen. Ik houd mijn hart vast, want de vorige keer moest hij stoppen. Gelukkig was het de laatste dag. Het zal ons nu al gebeuren. Op de schaalvraag hoeveel pijn hij heeft, geeft hij aan een 1. Dan valt het wel mee. Het kan ook spierpijn zijn. We besluiten rustig aan te lopen en te zien waar het schip strand. Het valt mee, want het gaat prima. We gaan eerst voor Serdio. Dat is dan nog 8 km . Om 12.30 uur zijn we daar. Het valt dus reuze mee met het been. Catherine besluit ook mee te gaan. Ze moet nog uren wachten voor de herberg open gaat. Zelf vind ik het spannend, want de vorige keer was de herberg in Columbres dicht. Peter, een Duitse man,  sluit ook aan. Het begint heel erg op de Camino Frances te lijken. Er zijn veel pelgrims en het is druk. Gisteren was de herberg helemaal vol. 

We lopen met zijn vieren het laatste stuk. Erg gezellig. We ontmoeten ook weer Hein een enig  Nederlandse man die we tot nu toe hebben ontmoet. Het begint te regenen. Niet erg, maar wel gestaag. Rond 15.00 uur zijn we bij de herberg. Hij is open en er is plek. Het is een soort jeugdherberg. In de herberg is maar een douche ruimte  open. Er zijn ook geen deuren voor de douche en mannen en vrouwen staan door elkaar. Dat is natuurlijk in de sauna ook. Maar dat blijkt toch wel erg bijzonder te zijn voor sommige mensen.  Catharina regelt een sleutel, zodat we als vrouwen apart en alleen kunnen douchen. Zo hebben Amiko, Catherina en ik de douche voor ons alleen. Grappig zoals Catharina het vervelend vindt om zo te moeten douchen. Ik geloof dat wij als Nederlanders wel erg vrij zijn. En ik misschien wel meer door het vele gereis met de Camino en het fietsen zomers. Ik denk er ook niet meer over na. Douche me overal en kleed me ook overal uit, indien nodig. De gewoonten verschillende toch wel perbland. Ik weet van Engelsen dat ze ook zeer preuts zijn op de Camino. 

De douche is heel lekker warm. Ik besluit tot een uitgebreide douche. Onthaar mijn benen en smeer me eens helemaal goed in de bodycreme. Ik heb nu tijd en de gelegenheid. Ook besluit ik voor het eerst te gaan wassen. Mijn broek draag ik precies 14 dagen en je kunt deze bij de pijpen rechtop zetten. En vandaag is hij ook weer erg vies geworden. Volgens mij ruik ik ook mijn onderhemd. Er is hier een centrifuge. De broek moet morgen weer droog zijn. Hij is in ieder geval mooi schoon geworden.  

Inmiddels ontstaat er een groepje mensen die we steeds ontmoeten. Je raakt ook beter met elkaar aan de praat. Zo is daar Amiko een Japanse vrouw. Er is een Koreaanse jongen die we steeds tegen komen. We kunnen er niet mee praten. Dat is wel jammer. We besluiten zelf te koken. Nou ja koken... we maken een salade met kikkererwten met sla en paprika. We eten yoghurt met banaan en appel toe. Het is wel erg niveau “Spartaans”. De Duitse man snapt er niets van. Zelf koken. Je kunt hier ook warm eten...  Daar gaat het ons niet om. We willen niet elke dag uit eten.  Het is gesprek is zo geanimeerd dat ik bijna niet aan dit Blog toe kom. Ik voel me hier ook wel gek bezig. Het is zo koud en de matanigheden voor zelfservice zo primitief dat de meeste campings in de zomer beter zijn. Het gezellig om met zoveel verschillende pelgrims samen te zijn. Maar dit doet wel een erg beroep om mijn incasseringsvermogen. Zo koud, natte was, vreselijk modderige schoenen,  zo’n drukte van natte pelgrims. Maar we kiezen er natuurlijk vrijwillig voor. Ik denk dat je je dat ietsje kunt voorstellen van een vluchtelingen kamp. Met dien verstande dat deze mensen er niet uit kunnen. Als dit dag in dag uit je lot is.... Geen wonder dat mensen depressief worden. 

Ik wilde ook nog schrijven over het gelopen aantal km. De vorige keer was dit laatste stuk zo heftig voor me. Ik weet dat ik bij de brug beneden nog een uur geslapen heb. Nu regende het en konden we ook niet rusten en zeker niet in het gras slapen. Maar zonder problemen tokkelde ik de hoogte in en binnen 10 minuten waren we boven in het dorp. Ik heb 29km gelopen, zonder een centje pijn! Het is dus echt te trainen. Morgen lopen  we 23 km en vrij vlak. Dat wordt een eitje voor ons. 











dinsdag 1 mei 2018

De veertiende dag van Santilana de la Mar naar Comillas

24 km en 34.000 stappen

Vanmorgen weer een heerlijk ontbijtje met cake en koude koffi. De koffie zetten ze de avond ervoor en dan moet je deze opwarmen in de magnetron. Niemand kijkt hier van op en het lijkt  of dit een normale zaak is. Zo staan we in de rij voor de magnetron en vervolgens  in de rij voor het broodrooster. 
En met een heerlijk groene appel. Zeer toepasselijk bij de spreuk van vandaag: “Een appel kan niet veranderen in een peer.” Maar geen probleem de appel nemen we mee, want misschien is er ergens onderweg wel yoghurt. En zo lopen we om 8 uur buiten. Het is bewolkt en helaas begint het te plenzen. Vreselijk. We lopen anderhalf uur in d regen en komen dan bij een oude kerk. We gaan op het geluid af, want we horen prachtige muziek. Het Ave Maria. Het blijkt een cd te zijn. Maar de vrijwilliger in de kerk voorziet van van hete warme thee. Dat slaan we niet af natuurlijk. Druipend staan we in de kerk. De beste man biedt ons ook een stempel aan. Maar dat is een vreselijke heisa met natte handen en natte kleren. Ik durf het niet af te slaan en overhandig de man mijn plastic zakje met de credentinel. Hoewel ik geen Spaans spreek en hij geen Engels begrijpt hij de hint en hand met droge handen de credentionels uit de zakjes. We krijgen een prachtig stempel. Voordat we weer helemaal ingepakt zijn, zijn we een half uur verder. En dan komen buiten en druppelt het nog wat. Twee dorpen verder op is een bar open en we besluiten tot een kop koffie. En na de koffie trekt de lucht open. Het is nogwel koud, dus mijn handschoenen komen goed van pas. 
De route is weer schitterend. We lopen  parallel langs de zee. Groene weiden, blauwe zee. En aan de andere kant zien we de Picos, de bergen waar we straks doorheen gaan. Er ligt sneeuw op de bergen. Een mooi gezicht.  
Ik heb deze etappe de vorige keer alleen gelopen. Mijn Pelgrimsmaatje was al naar huis en MijnMaatje was nog niet gearriveerd. Sommige stukken herken ik direct en andere... de route is volgens mij ook verlegd. We komen langs een prachtig stuk strand. Een playa, zoals dat hier heet. Ik herinner me hier niets meer van. Er staan picknick banken en we besluiten om te gaan eten. De zon schijnt volop. We eten stokboord met kaas en stukjes van hele grote zoete paprika’s. Een godenmaal. Op de achtergrond horen we de meeuwen, het ruizen van de zee, een zacht windje. De dag die zo koud begon veranderd langzaam aan in een stralende zomerdag. We genieten ervan. Het kan ook anders. Daar zijn we ons ook van bewust. Mijn zwager ligt in het ziekenhuis. Er wordt een plaatje uit zijn knie gehaald, maar helaas is er een bacterie bij gekomen. Hij is weer geopereerd en moet nu nog een week in het ziekenhuis aan het infuus. En dan thuis ook nog een periode. Wat een pech en hij heeft al zoveel pech gehad. Is zo vaak al geopereerd. 
Ik herinner me dat ik de vorige keer hier een Franse vrouw trof. Ze liep een week de Camino met haar vader. Ze had een gehandicapte zoon. Haar man was vrachtautochauffeur en was altijd de hele week van huis. Haar moeder paste nu op haar zoon, zodat zij en haar vader een paar dagen lopen konden. Zo kan je leven er ook uit zien.
MijnMaatje houdt zich dapper. Het is zijn tweede dag. We kunnen naar Sint Vincente gaan, maar dan komen we boven de 30 km. Het risico voor blessures te dan wel wat groot. Het wordt dus Comillas, een dag etappe van 22 km. Een mooi klein badplaatsje. Er staat een wonderlijk gebouw dat Gaudí heeft ontworpen. Dat geloven we wel. Tijdens de Camino zijn we niet zou culture mindet. 
We lopen gestaag door en komen zo rond half drie bij Comillas aan. Met de app in de hand lopen we regelrecht naar de herberg toe. Dat hebben er meer gedaan. Je zet de rugzak in volgorde van binnenkomst. We tellen afvof het zin heeft om te wachten. Er zijn twintig bedden. We hebben geluk, we zijn nummer 17 en 18. Het is een oude gevangenis. De arme gevangenen, het is zo koud in de herberg. Het inschrijven duurt wel een half uur, want het gaat handmatig. Geen probleem, we liggen languit op het gras voor de herberg. MijnMaatje doet allerlei rek en strek oefeningen. Hij is erg bang voor blessures. Van de weeromstuit doe ik maar mee. We rekken en strekken wat af. Mensen kijken wel een beetje meewarig naar ons, maar je wordt hoe langer hoe vrijer op zo’n tocht. Maar toch nog niet  zo vrij dat ik zonder zwempak durf te gaan zwemmen. Na het inchecken gaan we naar het strand. Het water is fris maar wel goed te doen. Ik loop een eind langs het strand. Het is zulk heerlijk weer en ik jog nog een stuk het strand langs. Wat een cadeautje. Met een groepje pelgrims liggen we een poos op het strand. Ik doe warmpel nog een dutje. In de herberg is een magnetron, maar voor de rest niets. Wat een geluk..... dan kunnen we mooi uit eten. Een menu del dia. We doen ook nog boodschappen voor de volgende dag, want er is in deze municipal geen ontbijt. Maar dat geeft niet. Het menu del dia is zo lekker. Een salade met tonijn en een lekkere zelfgemaakte hamburger. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat dit voor €11,90 kan. Inclusief wijn,  brood en een toetje.
Het is bijna 8 uur voordat we bijn de herberg zijn. We moeten nog  douchen. Maar ik ga alleen als het water warm is. Wat dat betreft...ik heb mijn wandelbroek nog niet een keer gewassen. Hij kan bij de pijpen rechtop staan van de modder. Maar elke dag wordt hij weer opnieuw vies, dus waarom zou ik.... MijnMaatje gaat als eerste. Het water is warm......