zondag 23 april 2017

De achtste dag van O Porrino naar Arcade 24 km en 36.450 stappen

Van het bed heb ik flink genoten. Ik heb maar kort geslapen. Vokgens mijn Fitbit maar 5 uur en 41 minuten. Dus ik heb heel bewust van het heerlijke bed met schone witte strakke lakens genoten. Als je veel primitief op reis bent, zoals wij en je hebt een keer een bed met witte lakens, is dit bijna een hemels genoegen. Van dit genoegen heb ik ten volle genoten vannacht. Alle digitale zaken zijn weer op geladen. De rugzakken zijn vol met eten. Zo we kunnen er tegen aan. 23/24 Kilometers te gaan. Nog niet zoveel, maar in de warmte best een fikse tokkel.
Om 6 uur worden we gewekt door de eerste Spanjaarden. Met veel geloop en gepraat komen ze op gang. Ze zijn in twee groepen en eten eerst ook uitgebreid in de herberg. Allerlei cakejes, brood en wat nog meer verschijnen op de tafel in de eetruimte.
Ik maak weer een "mug". Een platte dit keer, op een bord, want er is geen kom. Met een kop koffie en twee magnesium tabletten kunnen wij er weer tegenaan. Het is nog schemerig als wij om 7.30 uur de herberg uit stappen. En heel fris. Ik heb gisteravond nog een hoofddoek kunnen bemachtigen. In lila. Oké, geen paars,  maar wel bijna. De oren passen erin en het staat wel grappig. Het is ook nodig deze morgen. Tot een uur of negen loop ik met de jas aan. Dan is het warm genoeg voor alleen het t shirt. Het klimmen maakt het ook warm.
Dit stuk van Spanje is dicht bevolkt, het kan dus niet anders dan dat de route langs bewoonde plaatsen gaat. Ondanks dat, is het erg mooi. De route leidt ons langs mooie woonwijkjes. Langs groente tuintjes en stukken bos. We stijgen eerst een heel stuk. Niet veel vergeleken bij de Camino del Norte, maar voor hier wel erg veel klimmen. Na twee uur lopen hebben we wel trek in echte koffie. In een klein cafeetje halen we een cafe solo en een cafe con leche. De bareigenaar is buiten op het terras iets aan het koken. De eerste indruk is worst. Het blijken occotopussen te zijn. Een plaatselijke lekkernij. Hij verwacht veel klanten, want er staan wel 100 houten borden.
Het is tot een uur of 10 erg fris, maar zonnig. Dan piept de zon goed boven de bergen uit en wordt het warm. De broek kan uit. Het is vreemd, het is heerlijk weer maar niet te heet. We komen bij een meer, maar pas later zien we aan de hand van de kaart dat het een inham van de zee is. De route op zich rustig. We zien onderweg maar 2 of 3 pelgrims. En soms in groep van wel 50. Deze lopen bij elkaar en je hebt er dus geen last van.  Onze groep van de herberg zien we ook ergens bij een cafeetje. De Portugesen in een groep hebben allemaal veiligheidshessen aan en stokken met schelpen er aan. Nog net geen vaandels en vlaggen. De Amerikanen lopen zonder rugzak en gaan veel sneller dan wij. We treffen ze later bij de herberg. Dat wil zeggen, zij in het hotel en wij in de herberg. Bij deze herberg is een hotel. Of omgekeerd. Het is maar hoe je het bekijkt. Een zeer, rustige, genoeglijke dag. De lente jubelt het hieruit. In de tuinen bloeien de rozen volop. Ik zie al riddersporen en kaasjeskruid. Ook zien we Yucca's en andere kamerplanten. In de heuvels bloeit de brem. Het is een schitterend gezicht. Rond de middag zijn we in Redondella. We gaan lekker op een bankje zitten lunchen. We hebben gisteren een salade gemaakt en deze hebben wij in een plastic zakje meegenomen. Samen met nog wat sla van gisteren, een lekkere lunch. We sluiten af met een sinaasappel. Deze was wel 500 gram volgens mij, dus dat scheelt ook weer. 
Ik zit buiten in de avondzon te typen. (20.23 uur) Dat is toch ongekend! Ik maak gelijk een foto om het te laten zen.
Na twee uur lopen komen we na een mooie afdaling  in Arcada. De bestemming voor vandaag. De herberg is helemaal leeg. We krijgen weer een wit laken. Dit maal mag ik deze er zelf om doen. Het is weer een kunststof matras en het is een hotellaken. Dat zijn twee dingen die niet goed samenwerken. Maar het geeft niet, want de herberg is geweldig. Prachtige bedden. Heerlijke douches. Maar het mooiste: een prachtig terras. Heerlijk in de zon en je kunt ook nog gewoon in de zon zitten, zonder te bezwijken van de hitte.
We eten hier ons brood met huttenkase en een stukje paprika. De keuken is goed voorzien. Er kan dus van alles worden gekookt. Helaas de winkels zijn dicht. Dat is even balen. Na inspectie van onze eigen voorraad en wat er in de herberg is, kunnen we vanavond spagettie met championsoep eten. Morgenvroeg is er toast met kaas. Eventueel vandaag nog een yoghurtje met havermout en banaan. Maar die kunnen we ook meenemen voor onderweg. De winkels zijn vaak pas om 9.00 uur open en als je dan net uit de stad bent, is er een probleem.
Morgen komen we rond de middag in een stad en we verwachten dat daar winkels zijn. Dat moet wel, want nu we zo van de etappes afwijken komen we op wonderlijke plaatsen. En waar we morgenavond heen gaan is geen winkel of cafe of zo. 
Na een heerlijke douche, grijpen we beide de kans aan om te wassen. We zijn nog steeds enige pelgrims en hebben het rijk alleen. In heb altijd zo de pest in wassen. Overvolle lijnen. De was nooit helemaal goed droog. Het is altijd een gepruts. Maar nu zijn alle voorwaarden voor een lekker wasje aanwezig. De sokken, wat ondergoed, de wandelshirts, de zakdoeken en de handdoek, alles krijgt een beurt. Na 10 minuten hangt het wasje heerlijk in de zon en kan het zich koesteren aan de warmte.
Op deze Camino hoorde ik van een man uit Australië dat elke dag je wollen sokken wassen niet goed is. Zo maak je de werkzame structuur van wol helemaal kapot. Pas na een week mag het een keertje. Nou dat klonk me als muziek in mijn oren. Nu hoe ik me niet meer schuldig te voelen. Ik was mijn sokken al bijna nooit, dus nu is dit gelegitimeerd. 

We gaan het stadje nog even in. Het blijkt zelfs een strand te hebben. Mensen liggen heerlijk te zonnen. Ik heb niet eens een zwempak bij mee. Was toch nooit mogelijk. Nu had het gekund. Ik kijk of je nog ergens zonder badpak kan zonnen,  maar dat lukt niet. De Spanjaarden hier zijn preuts. Kloppen als ze de slaapzaal binnen komen en zo. Geen Nederlandse man die zich dat bedenkt. Maar de sloten van de dames wc zijn allemaal stuk. Ik heb alleen in de herbergen gezien dat de deuren goed op slot kunnen. In de cafeetje vinden ze dat niet zo belangrijk volgens mij. Als wij weer richting herberg gaan treffen we Claus en Claus. De twee Duitse heren van 77. Zij wilden gisteren verder dan wij. Dat hebben ze ook gedaan, maar nu treffen we elkaar weer. We drinken een glas wijn samen. De heren doen zich te goed aan een visschotel. De een aan de inktvis, de ander aan stukjes octopus.  Ze genieten zichtbaar. De heren zitten vol sterke verhalen. Misschien gevoed door de wijn of door de leeftijd? Als je al zoveel hebt gereisd zullen de verhalen wel sterker worden met de jaren.
Om 7 uur spoeden wij ons naar de herberg voor ons eigen maal. En daarna nog heerlijk een poos in het zonnetje! Het is een goede dag!






Geen opmerkingen:

Een reactie posten