dinsdag 25 april 2017

De tiende dag van Carros naar Valda 21 km en 29.050 stappen

Vanochtend ging om 5 uur de wekker. Niet van mij, maar van de groep Portugezen. Je kunt er niet zo goed mee praten en ze zijn erg gericht op elkaar. We begrijpen dat ze wel 40 km op een dag lopen. Waarschijnlijk lopen ze vandaag naar Santiago of een plaats er vlak voor. Gisteravond om 22.00 uur lagen ze allemaal al plat.  Ik durfde toen niet meer te rommelen en op zoek te gaan, naar mijn slaapmasker. Gelukkig was het er erg donker, dus het was ook niet zo nodig. De Portugezen waren er al toen wij aankwamen en hebben de hele voorraad bier op gedronken. Dit is ook aan het geluid wel te horen deze nacht. Twee mannen van de eigen groep hebben hun matras nog in de leefruimte gelegd om daar de nacht verder door te brengen. Ik heb daar nog iets van mee gekregen. Maar om 5 uur. Dan loop je in het donker. Dat valt dus niet mee. Van zachtjes doen hebben zij nog nooit gehoord. Het kabaal is niet van de lucht. Ik ben zo vrij om toch maar te rommelen en haal toch het masker te voorschijn. En warempel, ik val nog weer in slaap.
Om 7 uur staan we op.  Ik maak weer een "mug" met koffie. We begrijpen uit de app dat ons pelgrimsmaatje van 2 jaar terug dit thuis inmiddels ook heeft geprobeerd. We vinden het heerlijk. Maar thuis doe ik er nog rozijnen bij en kaneel. Nog lekkerder, maar ja als je die ook moet aanschaffen wordt de rugzak wel erg zwaar. De havermout is al een best gewichtje. 
En zo staan we om even voor 8 buiten. Het is bewolkt, maar niet koud en na een half uur loop ik in een 't shirt. Het is niet zo' n uitbundige route dan gisteren, maar wel mooi. Glooiend langs allerlei heuvels en dorpjes zijn we zo 3 uur onderweg. Het schilt enorm als de zon niet schijnt. Het gaat dan nog gemakkelijker. Zwijgend stappen we naast elkaar door. Ik loop inmiddels niet meer achter MijnMaatje aan te sjokken. Ik kan het tempo prima bij benen.  Ik hoop vandaag eigenlijk een beetje op een rustige herberg. Het was me gisteren wel een happening. Veel mensen. Het was erg gezellig en heerlijk in de tuin in de zon. Ook het helpen in de keuken was weer een belevenis. Je maakt wat mee als je reist. Daar ging de spreuk van vanmorgen ook over. Daar hadden we het ook al over met Claus en Claus. Ik had een Nederlands spreekwoord: " Wie veel reizen, kan veel verhalen." De Duitse mannen kennen het spreekwoord ook.  Nou dan valt er 's middags onder het genot van een wijntje veel te verhalen. Na afloop van het eten, heb ik ook nog even geholpen met de afwas. Alles wordt eerst met een sponsje met zeep schoongemaakt. De borden zetten ze dan met zeep en al op zij. Vervolgens wordt alles een voor een gespoeld met koud water en afgedroogd met een vaatdoek. Ja, vaatdoek, geen theedoek. Elk land zijn eigen gewoontes. Ik praat met Maria, de vrouw van Jorge de herbergier. Haar ouders hebben voor haar geboorte in Rotterdam gewoont. Ze hadden er moeten blijven, zegt haar moeder regelmatig. Ze moeten hier wel heel hard werken om hun hoofd boven water te houden. Maria heeft geen werk, want ze studeerd dit jaar af als een gespecialiseerde verpleegkundige. Volgens mij iets met de nieren of zo, maar dat kon ik toch niet helemaal volgen. In half Spaans en half Engels gaan de details iet wat te ingewikkeld.
Ze zorgt voor haar eigen dochters van 18 en 9 en voor het kind van haar zuster van 7 en voor de dochter van Jorge van 7. Als ze tijd heeft komt ze Jorg helpen bij de afwas. De afwas gaat met hand en heel vlot, ze heeft dit duidelijk vaker gedaan. Ik help haar samen met een Belgische mevrouw die nog een paar woordjes Nederlands spreekt en goed Engels. De Portugezen vrouwen laten het afweten. Volgens Maria is dat altijd zo. Ze beschouwen de herberg toch min of meer als een goedkoop hotel. 
Vandaag lopen we een jonge Duitse man achterop. Hij heeft last van zijn knie, maar wil naar Santiago. Moet er donderdag aankomen. We drinken een kop koffie met hem. Nu ik ouder ben en een groot deel van de pelgrims de leeftijd hebben van mijn kinderen, ben ik zo vrij om van alles te vragen. En het bijzondere is dat de meeste dat ook leuk vinden om te vertellen. Zeker als ze alleen zijn. Ik ben zo benieuwd waarom ze lopen. Je ziet hier al bijna geen Nederlandse mensen en al zeker geen jonge Nederlandse mensen.  Wat maakt dan toch dat Duitse jongeren hier massaal voor kiezen. Ik vraag het maar gewoon. Ze hebben er van gehoord, het lijkt hun een uitdaging, een krachtmeting met hun lichaam. Sommige lopen ook wel erg onvoorbereid, maar goed, ook dat is een ervaring. 
Twee jonge mensen in de herberg vanmiddag zeggen, dat er veel meer Duitse jonge mensen zijn. En dat de kans dat ze dan de Camino lopen, net zo groot is als in Nederland, maar je hebt gewoon meer Duitse jongeren. Dat zou natuurlijk ook kunnen. Dat zou je aan de hand van de cijfers uit moeten kunnen rekenen.
Het lopen gaat prima. Ik merk dat ik goed gewaagd ben aan MijnMaatje. We lopen nu samen en niet zo als andere jaren: MijnMaatje voorop en ik sjok honderden meters achter hem aan. 
Wel hebben we beide last van allerlei bulten. Eergisteren begon MijnMaatje al. Hij had rare plekken op zijn benen. Ik had gisteren ook plekken om mijn enkels, maar gisteravond ook om mijn elleboog. Ze jeuken niet. Dat maakt bedbugs niet voor de hand, maar toch. De plekken op de benen lijken eigenlijk meer brandblaren. Het zouden ook haren kunnen zijn van de eikenprocessierups. De plekken om mijn arm lijken verdacht veel op bedbugs. Gelukkig heb ik histamine bij me. Ik neem deze en de plekken worden in ieder geval niet zo rood. En jeuken ook niet zo.  Het is wel vervelend, want zeker in de herbergen municipal waar we nu zitten hebben ze bijna geen voorzieningen om alles te wassen. En we zijn zo voorzichtig. Geen rugzak op de bedden. Ik kijk alles na. Misschien had ik toch spray mee moeten nemen. Ik ben elk jaar wel een keer de pineut. We denken dat we ze hebben opgelopen in O Porinno. We kijken het maar even aan. Misschien loopt het met een sisser af. Thuis de slaapzakken en rugzakken toch maar een poos in ons schuurtje hangen.
Dit alles mag echter de pret niet drukken. We lopen gestaag verder. Rond de middag komen we bij een bron met warm water. Onvoorstelbaar dat er zo warm water uit de grond komt. Het gaat te ver om de voeten te wassen, maar we zien foto's dat pelgrims dat wel doen.  We komen ook weer bij een bakker. Kan zo bij ons in het openlucht museum. We kopen weer maisbrood, maar nu met rozijnen en noten. Twee fikse plakken. Met ook een fiks prijsje €1,45. De gemberwortel die we eindelijk vinden van €0,15 compenseert de dure broodjes.  Gemberthee is goed voor allerlei kwalen en we drinken er thuis regelmatig thee van. Nu met de plekken op de benen een goede ontstekingsremmer. We lopen gestaag verder en ergens in het bos maken we een salade van een restje van de sla die we gisteren hebben gekocht, een ei, tomaat, paar stukje feta  en een paar stukjes heerlijk smakende paprika. Echt veel lekkerder dan in Nederland. Ook nemen we een van de plakjes brood. 
En dan is rond 13.45 uur de herberg inzicht. Deze is open en we kunnen gelijk naar binnen. Pas rond een uur of 17.00 uur verschijnen ook andere pelgrims. Inmiddels regent het. Tja niet alle dagen schijnt de zon. Ik heb water gekookt en we ontvangen de pelgrims met onze oploskoffie. We merken dat ze dat op prijs stellen. Deze gemeentelijke herberg, waarbij de herbergierster zit te gapen achter haar loket, is gespeend van alle eigenheid en zou zo door kunnen gaan voor de eerste prijs, kaal en saaiheid. Dus maken we er zelf iets van. Ik maak ondertussen een kippensoep, zonder kip. Alle restjes wortel, ui en paprika, vermicelli uit de keuken, doe ik er in. Na 20 minuten geurt de eetruimte naar soep. Wij gaan aan tafel en nuttige de warme soep. Nu de zon niet schijnt lekker, want ik was vergeten door al deze mooie dagen, dat de herbergen stervenskoud zijn. De anderen gaan uit eten en wij blijven achter. We proberen door zelf te koken een beetje invloed uit te oefen op ons eetgedrqg. Met een Menu del dia gaat dit hopeloos mis.  Lekker rustig is het in de herberg. Nu kan ik rustig mijn blog schrijven. Gisteren met alle drukte was dit wel een opgave. 
Morgen nog een lange wandeldag en donderdag een korte en dan komen we 's middags aan in Santiago. 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten