zaterdag 30 april 2016

De zeventiende dag van El Peral naar Llaines 23 km

Vanmorgen werden we uit ons zelf om 7.15 uur wakker. Een heerlijke nacht, al deden mijn tenen zeer, omdat de lakens en dekens erg strak gevouwen zaten om het matras. We hadden speciaal van de waardin een elektrisch kachel gekregen voor de nacht. Deze hebben we niet al was het wel heerlijk dat de kou even uit de kamer was tijdens het uitkleden en tandenpoetsen.
Terwijl ik dit schrijf zit ik heerlijk op een terras in de zon. Wel met mijn jack aan en een sjaal om mij achterhoofd. De zon is heel warm en de schaduw heel erg koud. Aan de tafeltjes naast ons is, denk ik, een vrijgezellenfeest gaande. Het kabaal is niet van de lucht en de drank wordt met dienbladen tegelijk aan gerukt. Ik begin was Spaans te herkennen semanta, pintos, balle, bogadille. Ik bestel in volleert Spaans: aqua con gas(mineraalwater met bubbels).  Eigenlijk zouden we wat meer Spaanse woorden moeten leren. Het is handig en je kan veel makkelijker contact maken. Ik zal een lijstje maken. Alles wat ik nu zou willen zeggen schrijf ik op. Gisteren hielp de dochter van de waard ons. Zij gaf ons ook de stempel. Later vroeg  de waard of wie nog een stempel nodig hadden. Ik kan dan niet zeggen: dat heeft je dochter al gedaan. 
De route was ongeveer 22 km en dus goed te doen. We liepen al om 8.00 uur. We hadden nog een broodje in de tas en deze aten we buiten voor het pension op. De bar was gesloten, maar toen de waard ons zag kregen we nog een kop koffie van hem. Het was erg fris, maar droog. Hoewel boven de bergen donkere wolken hingen. De hele dag was het poncho aan en poncho uit. Teveel regen om niets aan te doen. Maar meestal na 5 minuten weer droog. De eerste route liep direct langs de kust. Dit was erg prachtig. De zee had ik nog niet zo wild gezien. Witten schuimklopperij en blauwe zee. Zon en donkere wolken boven de bergen. Het was een prachtig gezicht. Het enig nadeel is de het niet op schiet. We doen 2 uur over 5 km.  Steeds zie ik iets wat ik op de foto wil zetten of we moeten klauteren. Het schiet niet op. Het is de eerste dag dat MijnMaatje zo dicht bij de zee loopt. Hij kijkt zijn ogen uit. Vanuit de wetenschap van gisteren dat ik echt elke twee uur moet eten, zetten e ons neer bij een bankje. MijnMaatje ziet dat een bakker het brood rond brengt. Hij houdt hem aan en vraagt hem naar een vers brood. En tot ons grote geluk: het kan. Zo eten we vers stokbrood met vlees en pure chocola. Dankbaar genieten we van dit moment. Als je iets nodig hebt komt het je tegemoet. Na een kwartier gaan we verder. Ik lees altijd globaal de route voor en heb niet altijd een idee wat me te wachten staat. Nu blijken we op een speciale plek te zijn. De zee slaat met zoveel kracht steeds op de rotsen dat op enkele plaatsen er ondergrondse grotten zijn. Door de hoeveelheid water en door de tijd spuit dit soms als een fontein tussen de rotsen oomhoog. Een heel bijzondere gewaarwording. Het blijkt een bezienswaardigheid te zijn. We zien hele families die hier komen kijken. We picknicken hier, de zon schijnt en we zitten uit de wind. Wat heeft een mens meer nodig: wat te eten, een jas voor de kou, een slaapzak en en stel droge kleren. Dan heb je thuis zoveel spullen... Moet je steeds opruimen en schoonmaken. Wat een nutteloze energie eigenlijk. Hoezeer spullen, hoe meer tijd je nodig hebt om alles schoon te maken, te zorgen dat een ander het niet afpakt. Hoe groter je huis, hoe meer zorgen. En hier is het enige: iets te eten, een plek om te slapen. Je rugzak niet te zwaar. En het is heerlijk ontspannend. Geen geren om op tijd in de herberg te zijn. Lekker rustig aan........we genieten met volle teugen.
Hoe passelijk de spreuk vandaag die ik kreeg van mijn buurvrouw:

Ik draai me even om. Mijn achterkant is erg koud en zorg dat deze nu in de zon komt. 
De route loopt verder door een bosgebied en ruig struikgewas, maar steeds zien we de zee. Dit is toch wel heel bijzonder. Het venijn zit hem altijd in de staart. Het plan was om naar Po de Laines te lopen. Echter aan het eind belanden we op de verkeerde weg. De route stond erg slecht aangegeven en we lopen een prachtige, maar zeer lange kustweg.  Inmiddels is het 16.00 uur. We zij al 8 uur onderweg. Naar Po de Laines is nog zeker een uur. En de route is lang morgen en de 2 dagen daarna ook. We besluiten om van de komende 3 dagen 4 te maken. We zien wel hoe het uitkomt, want we hebben toch geen dagen genoeg. De laatste twee dagen gaan we zowiezo met de bus, want deze plaatsen hebben we bij de vorige Caminos ook al gehad. We willen nu ook een rustige dag in Santiago. Dus zorgen we dat we daar zaterdagavond arriveren. Dan weten we dat we nu nog 14 wandeldagen hebben. Wat een heerlijk vooruitzicht! 






vrijdag 29 april 2016

De zestiende dag van San Vicente naar El Peral 20 km

Na een goede nachtrust in het prachtige hotel vertrekken we rond 8 uur voor een ontbijt. We doen rustig aan en we eten in bar vol met stamgasten een desayonus. En dan rond 9 uur gaan we.  We moeten gelijk klimmen en na een kwartier stoppen we om de jassen uit te doen, het is een stralende zomerdag. De lucht is diep blauw. We zien nog een stukje van de Rio   Waar San Vicente aanligt en voor ons ligt in de stralende blauwe lucht de Picos in sneeuw. De Picos zijn de bergen die de Camino del Norte scheidt van de Camino del Frances. We lopen steeds klimmend in de schitterend landschap van bergen en groene weiden omhoog. MijnMaatje had geen betere eerste dag uit kunnen zoeken. We  willen deze  dag lopen tot aan Collembres. Volgende het boek een kleine 17 km. Maar nog wel een pittig klimmetje. Na anderhalf uur is er de eerste bar en we drinken een kop koffie. We smeren onze armen en benen in met zonnebrand crème.  De broekspijpen zijn inmiddels ook uit. We wandelen dat het een lieve lust is. Geen andere pelgrim te bekennen. Trouwens in de dorpjes waar we doorheen komen zien we een enkele bejaarden, krummelen met een stok. Een rollator is hier niets. Je zult überhaupt hier maar slecht ter been zijn. Ik denk dat je je huis amper uit komt. Honden zijn hier genoeg en het geblaf is samen met het geluid van de vogels het enige wat je hoort. Soms koestert zich een poes op een muurtje in de zon. De tijd heeft hier niet stil gestaan, want de woningen en auto's zijn nieuw. Maar het is een sfeer van tijdloosheid. Alsof de dagen niet voorbij gaan. 
Om de een of andere manier heb ik mijn dag niet. Al na twee uur heb ik last van mijn voeten. We hebben amper aan 10 km gelopen. Voel me wat misselijk. MijnHerbergMaatje had een strak ritme van 1,5 uur lopen en dan weer wat eten. Ik had dan geen honger, maar nam dan ook maar wat. Ik denk dat ik nu te lang heb gewacht. En zeker als het wat warm is, zoals vandaag gaat dit dus helemaal mis. MijnMaatje ziet het aankomen en zorgt dat we in een park wat rusten. Ik krijg het niet meer mee. Lig helemaal plat op mijn poncho en ben van de wereld. Na een blikje sinas en een half stokbrood met chocola trek ik weer bij. Na een uur gaan we weer verder en het is inmiddels rond tweeën. Na een half uur komen we bij de herberg. Deze is vol met jongeren en ze nemen nu geen pelgrims. Voor nood moeten we dus een stuk verder. Na de goede lunch lukt dit nu ook en we lopen nog zo'n 4 km verder. Ondertussen komen we een jonge Canadese pelgrim tegen. Hij liep met een groep jongens die we troffen in Guemes. De ene jongen had problemen met zijn knieën en de ander wilde in een herberg slapen. Daar had hij een beetje zijn bekomst van. Hij vindt de herbergen vies en te druk. Daarom loopt hij nu alleen. En alleen is hier op deze route ook echt helemaal alleen. Wij zijn vandaag alleen hem maar tegen gekomen. 
Op Facebook stond een verhaal van iemand die 26 maart was vertrokken uit Nederland voor de Camino del Norte en op 6 april weer thuis was. Te koud, regen, geen bar of restuarant open. Hij vond het een afknapper. Als je van mensen om je heen houdt moet je niet deze Camino lopen. Bovendien is 26 maart wel heel vroeg. De kans op regen en kou is dan veel groter. Jammer, als je je er op verheugd had en je de Camino nu als zo'n afknapper hebt ervaren. 
Dan zien we een pension en we besluiten hier te overnachten. De bedden zijn heerlijk schoon en ik probeer het bed uit en slaap twee uur. Na een lange hete douche en een kop hete thee kom ik helemaal bij. Ik denk dat het een combinatie was van de weinig eten, de zon en de eerste dag zonder prednison. Door de prednison heb ik veel energie, maar de energie was vandaag helemaal op. De waardin is erg aardig. We kunnen niet praten, maar ze geeft me een gehaakte deken en we krijgen een elektrisch kacheltje. Met de gehaakte sprei over mijn benen schrijf ik het blog en borduur ik weer een stukje aan mijn borduurwerk.
Het is gehucht een kruispunt van snelwegen. Niets te beleven en nu de zon weg is stervenskoud. Aan de overkant is een restaurant daar gaan we zo een hapje eten.





donderdag 28 april 2016

De vijftiende dag van Santillana naar San Vicente de la Barquera 22 km

Vandaag komt MijnMaatje. Ik kijk er naar uit. De dagen zonder hem zijn prima, maar als ik weet dat het zover is dat hij komt, tel ik de uren. Ik schrijf dit blog in Comillas in een strand tent. Heb eerst een tijdje bij het busstation in een bar gewacht, maar deze ging dicht om 15.00 uur. Heb de eerste naam in mijn borduurwerk geboorduurd. De andere dagen kwam ik daar niet aan toe. Ik moet wachten tot 18.15 uur op een bus. Deze rijdt maar een paar keer per dag. Daarom ben ik naar het strand gewandeld en heb daar een broodje besteld met een cappuccino. 
Na een heerlijke nacht, helemaal alleen op de slaapzaal, sta ik om 7 uur naast het bed. MijnHerbegrmaatje was altijd vroeg wakker en maakte mij als het tijd was wakker. Nu moet ik er zelf op letten. Er is geen ontbijt en zelf thee maken is in deze Spartaanse herberg wat in gewikkeld. Ik besluit onderweg maar ergens een ontbijten te scoren. Nou, dat viel nog  niet mee. Om negen uur heb ik mijn laatst stukje oud brood en een sinaasappel maar soldaat gemaakt. Ik werd wat duizelig van de trek. Pas rond 11.00 uur zie ik een bar die open is. Met een zucht van genoegen drink ik mijn koffie. Wat smaakt dit heerlijk. Ik zit buiten, binnen ws geen WiFi en ik kijk uit over groene weiden en daarachter de blauwe zee. Was kan een mens meer wensen!  Ik tref nog twee pelgrims. Uit Fulda Duitsland. Er zijn heel veel Duisters aan de wandel. De film van Habe Kerkling zal wel geholpen hebben. Ik zit inmiddels in mijn hemd achter de iPad. Ik heb niets meegekregen van de Koningsdagactiviteiten. Begreep wel dat het erg slecht weer is in Nederland. Hier is het heerlijk. Heb de hele ochtend in mijn shirt gelopen. Je ziet de vlekken van de bedbugs nog wel, maar door de prednison zijn de bulten erg klein gebleven en ik heb niet gekrabd. Dan heb je er ook geen wondjes op. Ik kan me nu rustige vertonen met blote armen. 
Ik loop heerlijk. De route is vergeleken bij gisteren erg mooi. Het weer is prachtig. Ben wel erg alleen. Ik ben blij dat ik in de verte pelgrims zie. Dan loop ik in ieder geval goed. Eerst loop ik een heel stuk door groene weiden. Dan bereik ik een kleine vallei. Vervolgens door een dorpje met prachtige oude huizen. Allemaal vergane glorie dat wel, maar het is er prachtig. Daarna weer langs een mooi dal en steeds een glimp van de zee. Van  mijn buurvrouw kreeg ik een spreuk toegestuurd. Ik vind deze Camino wat minder spiritueel. Om dit goed te maken kreeg ik een spreuk. En hoe toepassend als ik om me heen kijk: zo prachtig! 

Ik raak aan de praat met de twee pelgrims voor mij. Ze komen uit Frankrijk 20 km boven Irun. Een vader en dochter. Ze lopen dit jaar hun tweede week en zo van plan de komende jaren naar Santiago te lopen. Oma past thuis op de klein kinderen. Ze houdt niet van lopen. Ik vertel hun het verhaal van Zoonlief. Heeft schattige kleine puppies gezien. Wil er graag een hebben. Ik zie hem er voor aan om een aan te schaffen als we niet thuis zijn. Op mijn vraag wie er voor moet zorgen is het antwoord: " Jij! Kun je mooi minder gaan werken." De Franse medepelgrims vinden het verhaal prachtig. Ik moet zeggen, op de foto's zijn de pups aandoenlijk.

Door het gesprek vergeet ik de pijn aan mijn voeten en na anderhalf uur zijn we in Comillas. Daar wil ik de bus nemen naar San Vicente. Helaas pech. De bus is net weg en ik moet 4 uur wachten. Ik installeer me eerst maar eens op een terras en koester me in de zon. Ik twijfel nog even of ik toch nog niet de laatste 9 km zal gaan lopen. Maar ik vermaak me wel deze uren. Heb nog boeken, mijn blog, borduur werk.... De tijd komt wel om.
Op 18.15 uur stond ik klaar voor de bus. Deze kwam pas om 18.45 uur, ik begon al de twijfelen of de bus wel zou komen. Na een prachtige rit langs de kust, beland ik rond half acht in San Vicente. Ik mooi  havenstadje. Ik besluit om een hotel te nemen, want ik zag dat de gezamenlijke maaltijd in de herberg om 20.00 uur was. MijnMaatje komt om 20.45 uur met de bus in San Vicente. Vanmorgen nog thuis en nu met een treinreis, vliegreis, 2 busreizen op plek van bestemming. 






woensdag 27 april 2016

De veertiende dag van Santander naar Santillana del Mar 24 km

Vanmorgen zijn we rond 7 uur opgestaan. De andere twee slapers van de kamer waren nog in diepe rust. Ik heb ze vannacht niet horen binnen komen. Vandaag gaat MijnHerbergmaatje naar huis en ik loop de komende twee dagen alleen. Het regent en dat maakt alles een beetje triest. We hebben de afgelopen dagen veel plezier gehad.  We lopen samen naar het station en daar nemen we afscheid van elkaar. Ik moet namelijk met de trein naar Mogro. Het is een lange route vandaag en ik vind het lopen in de stad niet leuk, dus ik ga een km of 12 met de trein. Hoewel ik het twee keer heb gevraagd, blijk ik in de verkeerde trein te zitten. Op het nippertje komt de conducteur er aan rennen en duwt me haast naar buiten, met excuus, dat wel. 
MijnHerbergmaatje gaat met de bus naar het vliegveld. Daar bleek haar een lange dag te wachten. Het vliegtuig had vertraging en je moet sowieso altijd lang wachten. 
En zo sta ik om 8.49 uur, exact volgens de dienstregeling, op het station in Mogro. Stel je vooral niet te veel voor bij station. Wat hekken en in de middle off know where. En in de regen. Nu moet ik me voor het eerst alleen in mijn poncho hijsen. Ik moet de achterkant over de rugzak krijgen. Dat is wel lastig. Het lukte na zeker 10 pogingen. Als mensen me zagen klungelen, zouden ze er haast wat van denken. Omdat het toch nog wat meer begin te regenen, doe ik ook gelijk mijn regenpijpen aan. En zo sta ik eindelijk om 10 over 9 klaar voor de etappe. Nu moet ik alleen de gele pijlen volgen.  En dat is deze dag nog niet altijd even makkelijk. Na een kwartier ben ik bij een bar. Ik moet naar de wc, dus ik besluit toch maar voor een stop. Buiten plassen is niet erg, maar met poncho en regenpijpen is dit een hele operatie. Ik weet ook niet waar weer een bar is. Er is ook WiFi, dus ik app even naar het thuisfront. Daar is het ook slecht weer. Jammer van alle Koningsactiviteiten. Ik kleed me weer helemaal aan, maar doe mijn jack uit. Onder de poncho heb ik het smoorheet.
En dan ga ik toch serieus aan de wandel. Ik heb nog 20 km te gaan en het is al 10 uur. Ik zet de pas er stevig in en warempel wordt het droog. De omgeving is groen en heuvelachtig. Er staan allemaal blokken met verlaten huizen. Dat maakt het met de regen wat troosteloos. Pas later zie ik dat ik dicht bij de zee ben en dat dit bungalowparken zijn.  
Goed van zin pak ik een km of 8 en dat schiet op. Ik was vergeten dat ik alleen wandelen ook nooit erg vind en ik geniet met volle teugen. Ik weet niet welke route ik leuker vind. De Camino Franses vind ik qua cultuur mooier. Ook mis ik nu wel erg de pelgrimsmissen. Ik genoot daar altijd erg van. Ik ben nu nog niet in een kerk geweest. Ik heb nog geen kerk open aangetroffen. Dat vind ik jammer. Voordeel van de Camino del Norte is dat je rustig aan kunt doen. Er is eigenlijk altijd plaats in de herbergen. Dus je kunt heel relaxt lopen. Tijd is niet zo'n factor. Je kunt wat later op staan. Dat maakt het erg ontspannend. Ook de zee is prachtig. Het lopen langs de kliffen is gewoon schitterend. Het stuk van de Camino Frances tussen Pamplona en La Gronjo vind ik ook geweldig. De bloemen in het voorjaar zijn dan zo mooi. Het koolzaad en de klaprozen. Dat vind ik ook prachtig. De verhalen van de mensen vind ik op de Camino Frances ook boeiend. Mensen lopen daar toch meer met een verhaal. Ik merk dat ik nu vooral mensen tref die gewoon nog een keer willen lopen en met name rustig willen lopen. Het verhaal waarvoor ze eerder gingen is verwerkt. 
Dan zie ik weer een bar en ik merk dat het kwart voor twaalf is. Ik besluit voor een stop. In de regen eten is ook niet wat. Ik bestel een lekkere kop thee en betaal daar €1.10  voor. Ik krijg een mooi stempel en hoewel ik de mevrouw voor geen meter begrijp is ze erg vriendelijk tegen mij. Ze brengt mij een bakje, met ik heb de indruk, brokjes wentelteefjes met suiker. Erg lekker. Omdat ik de enige klant ben en de tortilla nog onaangebroken op het buffet staat, besluit ik ook nog een stukje tortilla te nemen. Ook € 1,00. Als ik op het punt sta te vertrekken, komen twee heren binnen. Kleddernat en bezweet. Ze pellen zich uit en dan hoor ik dat het Nederlanders zijn. Ze hebben nog geen Nederlander ontmoet en zijn al vanaf Irun aan de wandel. Dat is al  14 dagen. Ze nodigen me uit voor een kop thee en ik blijf nog weer zitten. Gespreksstof genoeg. Rond 13.00 uur staan we op en gaan met zijn allen aan de wandel. De heren hebben langere benen en ik besluit na een uur om alleen verder te gaan. De route gaat nu langs een kilometerslange pijplijn van een chemische fabriek Solvay. Dat gaat over een in een fabrieksterrein en hier raak ik de weg kwijt. Ik probeer met maps.me uit te zoeken waar ik ben. Dit gaat via de satelliet, maar ik krijg maar niet in beeld waar ik ben. Ik moet dus terug naar de laatste gele pijl die ik gezien heb. Dit was op een rotonde en nu blijkt dat elke afslag een pijl heeft. Welke lolbroek die dit heeft gedaan..... Inmiddels is het 15.00 uur en mijn voeten beginnen zeer te doen. Ik heb nog 8 km te gaan. Gelukkig is de weg vlak en het gaat. Mijn voeten doen zeer en als je dan alleen bent heb je geen afleiding. Ik voel elke stap. Ik besluit een herberg eerder te nemen. Begin mezelf erg zielig te vinden. Gelukkige blijft het droog, terwijl de lucht zwart is van de regenwolken. En dan sta ik opeens om 17.00 uur in een alleraardigst middeleeuws stadje. Heb de eerdere herberg niet gezien. Er loopt een pelgrim voor me en ik loop achter haar aan en na een minuut sta ik in de rij voor de herberg. En er is plaats. De kosten bedragen 6 euro. Het is een luxe Spartaanse herberg. Er zijn zowaar echte lakens en slopen. Ik maak mijn bed klaar en vlij me uit op het bed onder de, nog steeds met natte klonten dons, slaapzak. 
Er is geen WiFi dus ik sms met MijnHerbergmaatje (deze is weer thuis) en het thuisfront. MijnMaatjes rugzak staat gepakt. En morgen vangt zijn reis aan.
Ik val even in een diepe slaap. Na een kwartier ben ik weer wakker en ben steenkoud. Iedereen is al gedoucht en op pad. Het stadje is te leuk. Ik besluit heel lang heet te douchen. Het was me het dagje wel, ik ben helemaal af.









dinsdag 26 april 2016

De dertiende dag Een dagje stadten in Santander.

Na de heftige nacht komen we eerst eens rustig bij in een barretje. We nemen een ontbijt. Doordat het de laatste dag is van MijnHerbergmaatje nemen we het ervan. We moeten op zoeken naar een overnachtingsplaats, want je mag niet twee keer in dezelfde herberg. 
Eerst maak ik maar eens het blog van gisteren. Door alle commotie is het er niet van gekomen. 
Vervolgens zoek ik uit hoe MijnMaatje het beste naar me toe kan komen. Op zich is het openbaar vervoer in Spanje uitstekend. Het is soms even wat zoeken, maar bij de info krijg je mooie uitdraaien van timetables. MijnMaatje vliegt naar Bilbao en komt dan met de bus naar Santander en moet dan met de bus naar San Vicente de la Barquera. Ik loop morgen naar Santilana del Mar en over morgen naar San Vicente de la Barquera. Ik ga wel stukjes met bus en trein, want anders zijn de afstanden te groot. 
Ik app wat heen en weer met mijn maatje. De techniek staat voor niets. Het gaat hier in Spanje sneller qua ontwikkeling op ICT gebied dan thuis. Je hebt geen kaart meer nodig voor het pinnen. Dat is wel lastig voor ons, want wij kunnen dat niet. Het lukt ons dan ook bij niet om zonder hulp geld te pinnen. Ik adviseer MijnMaatje om met voldoende contant geld te komen.

Na het ontbijt en het blog gaan we opzoek naar een hostel. De eerste is dicht. Het is het hostel waar ik twee jaar geleden met MijnMaatje ook heb geslapen toen we liepen van Leon naar Finester. Van een buurvrouw krijgen we een adres voor een tweede. Deze locatie ziet er niet uit. Dit durven we niet aan. We besluiten naar de touristinformation te gaan. Daar krijgen we een adres voor een hostel aan de hoofdstraat. We houden ons hard vast voor de prijs. Het valt mee. En we besluiten gek te doen en de laatste dag zitten we in een sjiek hostel. Met parketvloer, een prachtig balkon en een schitterende badkamer. Oké je slaapt nog steeds met 6 personen op een kamer, maar de rest is ook kwaliteit. De eigenaresse is de hele dag druk. Dit lijkt me vreselijk. De hele dag in drie hoog in een gebouw met een woonkamer, drie slaapkamers, keuken en badkamer. Je bent zo uitgepoetst en dan wacht je de hele dag op gasten. Ze kan 18 mensen bergen en ze serveert alleen ontbijt. De herberg in Frankrijk is leuker. 

De rest van de de gaan we op stap langs de kust van Santander. Het weer is eerst wat fris. We maken een prachtige wandeling. Drinken een kop thee bij een strandtent en doen en een dutje in de zon op de poncho op het strand. We koesteren ons in de warme zonnestralen. Helemaal omdat we weten dat het in Nederland erg koud is. Mijn zusje appte foto's van Denemarken in de sneeuw. Ook collega's appen foto's van nattigheid en sneeuw. Wat jammer van het Koningsfeest morgen. 
Raar zo'n dag stad er tussen door. Ik raak helemaal van mijn apropo. 

We doen aan het eind van de middag boodschappen voor morgen. MijnHerbergmaatje gaat naar huis. Ik ga verder en heb het een en ander nodig als proviand voor morgen. Daarna gaan we nog wat eten. Dit doen we weer bij de zelfde zaak als gisteren. We eten veel te vroeg. En met moeite krijg je een menu del dia. Bij deze zaak lukte het gisteren goed. Het grote stadsleven in Spanje begint na negenen, maar dan liggen wij al meestal in bed. De wekker gaat al vroeg weer. Gelukkig op de Camino del Norte is er nog ruimte genoeg en hoef je niet te rennen om een plekje in de herberg te krijgen. Dat maakt het allemaal wat relaxter. Morgen ga ik voor twee dagen alleen lopen. Ben benieuwd hoe dat zal gaan na deze twee gezellige weken met MijnHerbergmaatje. Zal wel wennen zijn. 

We liggen heerlijk rond 21.30 uur op bed. Het was wel een gepruts. Een code voor de voordeur. Een code voor de slaapkamerdeur. MijnHerbergmaatje ligt op de knieën voor de deur en ik licht bij met de mobiel. We installeren ons uitgebreid.  Mijn slaapzak uitgespreid over de twee bovenste bedden. Hij bleek toch natter dan gedacht. Mijn armen spray ik in tegendeel bedbugs. Lekker een stopcontact. Wat een geluk! 
Dan wordt er op de deur geklopt en een meisje uit Chilli komt nog aan. Ze neemt het bed boven MijnHerbergmaatje. We doen maar of het de normaalste zaak is dat er natte slaapzakken hangen en dat alles geurt naar anti bedbugs spray. 
De Chilleense gaat nog stappen  en belooft zachtjes te doen bij terugkomst. Ik denk maar niet aan morgenvroeg als wij rond zeven uur op moeten staan. 
De rust keert na een half uur terug en we doen een nieuwe poging.  Dan wordt er weer geklopt, weer een nieuwe kamergenoot. Er zijn nog twee bedden vrij. Dus nog twee kansen te gaan. Ik neem uit voorzorg nog een extra plaid. Een nacht kou is genoeg. De oordopjes maar in en we doen alsof we slapen. Het is inmiddels 23.00 uur. Al veel te laat voor een pelgrim. 







De twaalfde dag van Geumus naar Santander 16 km

Het lukte gisteren niet allemaal met het blog. Het was zo'n pechdag. Maar ik zal beginnen bij het begin. Er was ontbijt in de herberg. Een simpel herbergontbijt: hete koffie een een stukjes stokbrood. We zitten weer in de buurt van Cor die deze dag met Wilfred Kemp van het programma over de Camino maakt van RKK, op loopt. Cor vertelt dat hij zedenrechercheur is.  Hij is 50 geworden en wilde zijn hele leven de Camino lopen. en dat doet hij dus nu.
We vertrekken rond 8 uur. Laat voor ons doen, maar de route is kort vandaag, dus we hebben de tijd. Het is fris maar schitterend weer. De zon schijnt prachtig en er hangt een prachtige lage wolk in het dal. Onder de berg waar Cor de Cruw van het programma zal ontmoeten, zien we de ploeg nog niet. Want waar is precies onderaan de berg? We lopen richting de kust. Het is de mooiste route tot nu toe. Zal foto's bijvoegen. Het is adembenemend prachtig. En we treffen het zo met het weer. En ergens op de tocht zien we de cruw van het programma. We praten kort met Inez de regisseur. Heel in de verte loopt Cor met Wilfred. Halverwege de route  is het zo warm dat we op de poncho een uitgebreide picknick nemen. De schoenen uit. Daar zitten we in het gras op een clif, in de BH en in korte broek. Genieten! 
Aangekomen in Somo zien we de cruw en Cor weer. Wilfred Kemp is er ook en komt naar ons toe en geeft ons een hand. We spreken kort over het programma en over de opnames van deze keer. Vandaag treffen ze het geweldig. Het weer is zo mooi. Straks denkt iedereen dat het op de Camino altijd zo is. Dagelijks hebben we de poncho wel gebruikt.deze Camino moet niet te druk worden, wat dat is ook hier weer de sjeu vanaf.
We steken met het pontje de baai van Somo naar Santander over.
Het enige probleempje deze dag zijn de bedbugs bulten. Ze zitten zo zichtbaar op mijn armen en benen, dat je er niet om heen kunt. Zo ook de de herbergierster van de herberg in Santander. Ze spreekt alleen Spaans en het kost heel veel moeite om uit te leggen dat ik alles al gewassen heb en nu op zoek ben naar spray voor mijn slaapzak. Ik moet mijn credentionel inleveren en ze belt alle vorige herbergen op.
Ik probeer duidelijk te maken dat ik op zoek ben naar spray voor mijn slaapzak. We vertrekken met mijn slaapzak en beginnen een tocht langs de farmacieën. De medewerkers zijn heel behulpzaam, maar hebben geen spray. Eindelijk, bij een drogerie treffen we iets aan, dat lijkt op muskito spray. 
Terug bij de herberg blijkt dit in de ogen van de herbergierster niet toe reikend. Mijn donzen slaapzak, waar ik zo zuinig en precies op ben, moet in een grote machinale wasmachine. Met handen en voeten maak ik duidelijk alleen 40 graden. Een compromis. Maar ja dat helpt toch niet tegen de bedbugs...
Na 30 minuten komt de  kleddernatte slaapzak uit de wasmachine. Gelukkig zijn er waslijnen aan de buitenkant van het slaapkamerraam. Samen met mijn Herbergmaatje prutsen we het natte ding er op.
Ik begreep dat de herbergierster wel een extra dekbed of slaapzak heeft. Daar zien we nog niet veel van. We gaan samen met Maria hapje eten. 
Teruggekomen blijkt de slaapzak nog lang niet droog te zijn. De herbergierster neemt het heft weer in handen en in het ratelende Spaans stopt ze mijn slaapzak in de droger, terwijl op het wasvoorschrift staat dat het niet mag. Ze wijst steeds naar de klok, maar ik begrijp er niets van. Na 10 minuten open ik de droger en komt de hitte me tegemoet. Ik haal de slaapzak eruit en schud de klonten dons door elkaar. Een koude droger is prima, maar bij deze temperatuur houd ik mijn hart vast. Ik kan er nog niet onder slapen vannacht. En elke herberg is heet, maar uitgerekend is deze ijskoud. 
De herbergierster propt nogmaals de slaapzak in de droger. En ik haal hem er na 10 minuten er weer uit. Je kunt hem nu pakken zonder dat je handen nat worden. Ik hang de slaapzak uit aan de zijkant van het bed en staat vervolgens in het pikkedonker. Het 10 uur. Het licht gaat uit en de WiFi gaat af. En daar sta je. Uitgerekend nu geen stopcontact bij het bed. Mijn stroom van de mobiel op. De hoofdlamp nog niet gepakt. Geen WiFi. Geen slaapzak. Al mijn spullen in plastic zakken liggen los op het bed. Je mag i.v.m. De bedbugs de rugzak niet op de slaapkamer. Als je ze aanpakt maakt dit een kabaal. De bedden kraken afgrijselijk. Het regime is streng in de herberg. Ik heb dit op deze route nog niet zo meegemaakt en was er dus niet op verdacht. Wat een puinhoop.
Ik slaap maar in mijn kleren vannacht. Wikkel mijn sjaal om mijn billen. Ik ben toch schijnbaar in slaap gevallen. Halverwege de nacht word ik koud wakker en pak toch de slaapzak maar. Vol met vochtige  klompen dons leg ik deze over mij heen. 's Morgens word ik wakker en warempel voelt mijn slaapzak warm aan. De klompen dons zijn er nog wel en hij is nog niet helemaal droog. Maar net zo onverbiddelijk als we gisteravond naar bed moesten, moeten we nu om 8.00 uur uit de herberg zijn. We pakken het eerste de beste barretje maar en komen een beetje bij van de nacht. We maken een plan voor vandaag: een dagje Santander. 

Cor met de zenuwen voor de opnames.

Hier de cruw in de verte.

Lekker met de voeten in de zon.

Het strand van Somos.


De kliffen...


maandag 25 april 2016

De elfde dag van Helgueras naar Guemes 16 km

In albergue is een ontbijt. Dat scheelt al weer. De route vandaag is maar kort. Dus kunnen we slapen tot 7 uur. Bijna uitslapen. Ben vannacht wel wakker geweest, maar heb redelijk geslapen. Ik zit onder de bulten. Er is geen WiFi dus ik kan niet even kijken op internet.  De bulten zijn extreem groot. Maar dat is meestal bij alle bulten die ik oploop het geval. Ik heb prednison bij me en ik begin maar aan een kuurtje. Voor de jeuk neem ik histamine. Gelukkig is er op mijn gezicht maar een. Het is wel vervelend. Eigenlijk moet ik mijn slaapzak sprayen, maar ik heb niets bij me en het is zondag. Dus geen enkele farmacie open. Het regent en het valt niet mee om de weg te vinden.  We lopen met een Sjanjaard. Hij loopt met een fladderende poncho voorop. Hij lijkt op een Spaanse ontdekkingsreiziger. Met zo'n punt baardje als Willem de Zwijger. Hij is erg aardig. We nemen een stop ergens bij een herberg.  Jammer genoeg is deze dicht. De herberg lijkt wel erg leuk. Bij een hoosbui stoppen we bij een bar van een camping en nemen we een sandwich. Er is geen enkele winkel of bar open en je moet toch wat. 
Dan zijn we  rond een uur of 3 bij de herberg. Deze oogt verlaten. Maar is toch open en tot mijn grote geluk is er een wasmachine. Je krijgt op de Camino alles wat je nodig hebt. Er is een fiks windje en na een half uur hangt de was wapperend aan de lijn. Mijn slaapzak hang ik over de balustrade. Ik maak mijn rugzak schoon. We zijn afgezien van Maria, de Portugese mevrouw, de enige aanwezigingen. Dat wordt later wel anders.  
De herberg stroomt langzaam vol. Het gezelschap is erg divers. We liggen met Maria op een zaal met allemaal mannen. Een wat ouder, maar de rest rond de twintig. Dat is erg leuk. Het zijn serieuze jongens en hebben elkaar op de Camino ontmoet. 
We zien iemand die we al eerder hebben gezien, volgens hem. Hij blijkt uit Californië je komen. Hij herkende ons nog. Wist precies te vertellen waar we elkaar hebben gezien. Later schoot het me te binnen dat het de eerste dag was in Orio. 
Voor het eten krijgen we een heel verhaal over het ontstaan van de herberg. Daarna was er een gemeenschappelijke maaltijd. Een soort pompoensoep vooraf, sla en marcaroni als hoofdgerecht en een sinaasappel toe.
We komen aan de praat met Cor. De derde Nederlander die we tijdens onze reis treffen. Hij vertelt dat hij morgen op tv komt met Wilfred Kemp voor het programma bij RKK over de Camino. Hij ontmoet Wilfred morgen op het kruispunt hieronder aan de berg waar de herberg op staat. Misschien zien we iets van de opnamen. Hij loopt de noordelijke route. Dat doen wij ook.
Het gezelschap van de jonge jongens is heerlijk. Ze zijn spontaan en erg vriendelijk. Ze hebben elkaar op de Camino ontmoet. Er is een jonge kok uit Canada die hier stage heeft gelopen in een bekent Baskisch restaurant. Hij last van zijn knieën. Zijn rugzak is te zwaar. Een jonge student uit Duistland. Een hele lichte precies afgewogen rugzak. Een Chineepse student, de eerste dag al verdwaald en ge slapen op de berg tussen Irun en SAN Sebastian. Een hoogleraar, die er uitziet als iemand van 18. Op mijn vraag wat hij dan onderwijst, geeft hij aan: to start a busnes. Met alle jongeren samen maken we een busnes plan voor de jonge kok en leggen deze voor aan de hoogleraar. Dit geeft veel aan leiding tot hilariteit.
Ik durf me niet goed uit te kleden. Zeker niet bij alle jonge mannen. In hun ogen ben ik een oma. Maar vooral niet vanwege de vreselijke rode  plakkaten op mijn rug en armen. De jeuk valt mee en ik probeer niet te krabben. Door alle kabaal en drukte lukt het niet goed met het blog. De enige oudere man ligt al naast mij te snurken dat het een lieve lust is. De bedden zijn erg kort en je ligt met de voeten, letterlijk tegen elkaar aan. Er is namelijk geen schot tussen. Ik heb vandaag geen inspiratie meer. Ik stop.



Mijn lunch...


Gesloten...



zondag 24 april 2016

De tiende dag van Hazas naar Helgueras 20 km

Deze dag begonnen we met een ontbijt in de herberg. We hadden brood en nog wat kaas en samen met een kop thee een prima ontbijt. Het dorpje Hazas verlieten we door een mooie wandeling door het dorp. Een schitterend oud dorpje vol met vergane glorie. Schitterende buiten verblijven. Sommige mooi onderhouden, andere wat vervallen. Wat een grandeur. In deze streek moet geld zitten. Misschien kwamen hier de rijken om in de hitte zomermaanden de stad te ontvluchten. Om in Laredo te komen moesten we langs een snelweg. Tot mijn verbazing leidde de route, die trouwens verder perfect is aangegeven naar de kust. Het was een schitterende wandeling, hoewel het wel wat somber weer was. We hebben het droog gehouden tot we bijna een Laredo waren. In wandeling over kliffen en bergen van ongeveer 2,5 uur. Een prachtige tocht. Gelukkig was het het merendeel van de tijd droog. Anders was het wel een grote glibberpartij geworden. Het was een mooie oefening voor wat ons de rest vande dag nog te wachten stond. 
In Laredo moesten we eerst even bij tanken en droog worden. Gelukkig was er WiFi in de bar en konden we even met het thuisfront contacten. Wat is de tijd in 5 jaar veranderd. 5 jaar geleden had ik nog mijn Nokia en smste ik 's avonds. Op de computer maakte ik een verslag en mailde ik deze door. Het kostte dan een paar euro. Ik had alleen mijn route boek. De jaren daarna kwam er de WiFi en vorig jaar kon ik met mijn iPhone whats appen. Het lukte me zelfs om mijn blog op de iPhone te maken. Nu loop ik met mijn mini IPad met allerlei apps. Een iBook met een Engelse routebeschrijving. Een app met herbergen. En maps.me. Een app waar je met coordinaten kunt bepalen waar je bent. Heel handig om de herbergen in het dorp te vinden. Of te kijken waar de route langs loopt, of even uit te rekenen hoe lang een route is.  Ik hoef ook geen boeken meer mee, want ik heb allerlei iboeken op de iPad. Ben erg blij dus met de mini IPad. Hij is heel licht en het werkveld is bijna net zo groot als mij gewone iPad. Het enige nadeel van de digitale tijd dat je niet echt loskomt van alles. Je kunt bij je mails ect. Dat vraagt wel discipline om het niet te doen. Tot nu toe lukt het me aardig. Was ook wel aan een time out toe. 
Toen alle nieuwtjes met MijnMaatje thuis waren uitgewisseld vervolgden we de route. Nu over het strand naar Santionia. Het liep wel zwaar, maar het was een mooi stuk. Jammer van de oerlelijke vakantieflats. Rijen achterelkaar. Aan het eind van het strand was een pontje om de oversteek te maken. Daarna volgende een korte wandeling door het stadje Santoinia. Het was zaterdag en erg druk in de stad. Spanjaarden leven buiten. Weer of geen weer. Met een sigaret en een glas wijn staan ze voor de barretjes buiten. Hebben een bult kabaal. 
Daarna volgde nog een kort stuk uitgestorven vakantieoord. Dat is dan ook vreselijk om te zien. Het klapstuk kwam aan het eind. Volgens het boek nog een stijl klimmetje en dan over een prachtig stuk strand naar Helguras. Dat strand was prachtig, maar het klimmetje. Dat was geen klimmetje, maar een glibberpartij en doodeng strookje pad. Naast het pad zover als je kijken kon doornen en hoog, hoog........ Na zeker een dik half uur waren we boven. Het leed was helaas nog niet geleden, want de zelfde soort weg moesten we toen weer naar beneden. Ik weet niet wat erger was, klimmen of dalen. Wat was ik blij dat ik niet alleen was. Een stap verkeerd en je kukelt meters door de doornen en rotsen naar beneden in de zee. Ik heb foto's gemaakt, maar deze geven niet goed de diepte weer. 
De beloning zat in dit geval aan het eind. We kwamen bij een prachtig stuk verlaten strand. Mooi geel zand, rots blokken, blauwe zee. En de zon scheen. We hebben heerlijk wel een uur op de poncho's liggen wentelen op het zand. Het warme zonnetje, uit de wind. Een geluksmoment. Zo stil en en zo mooi.....
Na een uurtje moesten we toch verder. Gelukkig werd het kouder, zodat we ons los konden rukken van dit geweldige plekje. De herberg was na een km of drie inzicht. Helaas had ik mij handdoek vergeten en in de vorige herberg laten liggen, dacht ik. Ik had er knap de balen van. Was zo'n lekker doekje. En meestal snel droog. Gelukkig vond ik de handdoek 's avonds in mijn slaapzak. 's Morgens per ongeluk bij mijn slaapzak in gepropt. 
Vervelender is dat  mijn rug en schouders onder de bulten zitten. Ik dacht eerst aan bedbugs, want het is echt een rij bulten. Maar in de loop van de avond krijg ik er meer bij. Dat kunnen dan geen bedbugs zijn. Die komen alleen in het donker te voorschijn. De jeuk valt mee. Toch neem ik maar een een arieus. Ik hoop dat het mee gaat vallen. Kan me zo niet vertonen.







zaterdag 23 april 2016

De negende dag van Castro-Urdiales 25 km

Na een goede nacht werd ik uit mezelf wakker. De goede nacht was niet vanzelfsprekend, want de herberg was erg spartaans. Ik moet altijd wel even slikken van het bed en viezigheid. Ik heb geen sloop bij me. Dus ik heb een sjaal om het hoofdkussen gebonden. Die had ik nog niet gewassen deze reis en zowel de sjaal als het kussen roken. Ook sliepen we met 18 mensen in een ruimte. Het grote voordeel is dat het niveau van slaapgeluiden wat egaler is. Als je op een kamer met 3 personen ligt en er snurkt een, dan is dit wel heftig. Maar bij 18 mensen valt alles in het niet. Het is maar goed dat ik 's nachts bijna niet hoef te plassen. Ik zou niet weten hoe ik hier tussen alle rugzakken en bedden de weg naar de gang zou kunnen  vinden in  het donker. Celes, de beheerder, wenste iedereen persoonlijk weltrusten en om 22.00 uur exact, gaat het licht uit. Niemand las meer of had een lampje. Ik durfde geen kabaal meer te maken om mijn oortjes te zoeken voor een luisterboek. Maar gelukkig was ik binnen de kortste keren vertrokken, om rond 24 uur wakker te schrikken van een verdwaalde pelgrim,  die nu pas naar bed ging. 
We hadden nog wat brood en in de herberg was een waterkoker, zodat we een kopje thee konden maken. Vol verbazing observeerden we een Fin die maar heen en weer bleef lopen en bleef trekken aan spullen. Broek aan, broek uit. Legging aan, broek erover aan, broek weer uit, legging weer uit, broek weer aan. Sommige mensen nemen het lopen wel heel erg serieus. Ik zelf ben wel eens te gemakkelijk. Mijn sokken heb ik nog niet gewassen. Ik moet er niet aan denken om deze op de hand te wassen. Als er geen centrifuge is dan worden ze niet droog en zit ik met de natte troep. Maar ze ruiken. Ook mijn sjaal heb ik niet meer met plezier om. Deze ruikt ook. Wat maakt dat je dit toch onderneemt? En ik niet alleen, meer dan 300.000 mensen per jaar. Stinkende kleren en slapen op plaatsen waar je anders niet aan zou denken.
En zo liepen we om half acht. Een prachtige route. Langs de kust, echt langs de kust. Er waren stukken dat als je je verstapte, dan lag je10 tallen meters lager. Na twee uur kwamen we bij een cafe van een camping. Ik ben wat misselijk. denk ik van het water met chloor. Dus nu een stevige cafe americano. Heerlijk. Er was helaas geen WiFi en gisteren in de herberg ook al niet. Dus het thuisfront moet maar raden hoe het gaat. Mijn sms'jes doen het ook niet. Gelukkig met MijnHerbergmaatje wel. Stel dat we elkaar uit het oog verliezen, dan is het wel handig dat je elkaar kan bereiken.
Na de cafe americano vervolgen we de weg langs een, gelukkig niet erg drukke, grote weg. We lopen naast de vangrail of zelfs op muur de de weg scheidt van het water van inmiddels de rivier. Best wel eng. Mijn Herbergmaatje vindt het te griezelig en loopt toch op de weg. Kilometers lang. Boven ons hoofd verschijnt een drukke snelweg. Ik heb foto's gemaakt, maar je kunt het niet goed zien hoe hoog het is.
Rond 12 uur komen we weer in een dorpje. Mijn voeten en enkels doen zeer. Gristeren had ik ook al last. Niet echt de spieren, maar het staan op de voeten. Binnen in. Ik besluit om een paracetamol te nemen. Ben ik normaal wat huiverig voor, maar we zijn nu nog maar halverwege. De pijn is er niet voor niets. Straks voel je niet dat je iets kapot loopt. We nemen een lange pauze en ik zie in het routeboekje dat we nog een stevig klimmetje voor de boeg hebben. Klimmen vind ik niet erg. Ik word wel heel warm, maar heb dan niet zo last van mijn benen. Na een koffie en een broodje gaan we weer verder. Ik heb ook de app nog bekeken. Het wordt er niet anders van. De vele kilometers liggen nog voor ons. We hebben het erover, MijnHerbergmaatje en ik. Je moet wel van doorzetten weten. Of een hele goede conditie hebben. De conditie van mij is wat minder, maar aan mijn doorzettingsvermogen mankeerd gelukkig niets. De ontberingen van kou, warmte, natheid, honger en pijn moet je wel aankunnen. Het is niet groots in de zin van grootse prestaties, maar het vraagt wel wat. De Camino de Frances is in vergelijking met deze tocht een eitje. Hoewel ik lange afstanden vlak lopen ook slecht volhoud. En elke keer vraag ik het me weer af.....waarom doet een mens zich dit aan. Ik kan ook vier weken ergens aan het strand gaan bivakkeren. Ik doe het niet om thuis te laten zien: van kijk mij nou. Als je dit nog nooit gedaan hebt, zegt het mensen thuis toch niets. Ik merk wel dat ik direct als ik bijvoorbeeld een stuk geklommen heb en dan weer wat meters vlak kan lopen, mijn inspanning accuut vergeet. Ook elk dag begin ik, als ik maar wakker en uit mijn bed ben, met plezier. Na vijf minuten lopen denk ik wel: waarom doe ik dit mij zelf aan...... Maar dan kijk ik rond en zie de natuur, de zee, de bergen en de gedachten over wil ik dit nou wel, verdwijnen als sneeuw voor de zon. De dankbaarheid over deze kans krijgen voert dan de boventoon. Het lijf dat wil, de zon die schijnt, de poncho die op goede momenten warm is, de klim die net stopt als je bijna niet meer kan. Het geeft een heerlijk gevoel. 
Het is ook gek de als de weerberichten slecht zijn en je vertrekt toch droog, je tegen elkaar zegt na een droog uur: dit hebben we toch al maar weer mooi binnen. En als de regen na een paar uur stopt: het had ook de hele dag kunnen regenen. Het is glas is altijd halfvol. Na deze beschouwingen blijkt de klim al weer ten einde te zijn en lopen we een schitterend dal in. Puur en ongerept. Hier en daar een schuurtje. Het is een vreugde om hier te lopen en te genieten. De voeten doen het prima en in de . rand van de berm nemen we een appel en een banaan. Dan moeten we onder een drukke snelweg door. Dat is jammer. Zonde van dit obstakel in het landschap. We lopen een prachtig lieflijk dorpje binnen. Voordat we het weten staan we voor de herberg. En er is plaats in de herberg. Gelukkig is er een wasmachine. Mijn stinkende sokken zijn er aantoe. Helaas, de wasmachine is "broken" volgens de herbergierster. Maar gelukkig is er warm water er zeep. En het waait... En zo hangen na 15 minuten de inmiddels schone sokken, pijpen van de broek, mijn sjaal en mijn handdoek in de zon. Na een glas rode wijn in de bar blijkt alles bijna droog te zijn. Dan nog maar even over de rand van het bed. Na het eten hebben we nog meer geluk, er is verwarming en de stoom komt ons tegemoet. Hoeveel geluk kan een mens hebben..... Dat betekent een hete nacht....Nou ja, het had ook te koud kunnen zijn. 














donderdag 21 april 2016

De achtste dag van Portugalete naar Castro-Urdiales 23,4 km

Na een wat rommelige avond waar we bijna geen maaltijd konden bemachtigen,we belanden bij de Telepizza, stonden we rond kwart voor acht bij de bushalte. Een kwartier te vroeg, maar je weet het hier maar nooit in Spanje. Er kwam een bus. Deze ging maar La Arena, maar het nummer was anders dan dat degene in het informatiehokje had gezegd. Ook de tijd was anders. Maar dat mocht de pret niet drukken. We belanden ook niet in La Arena, maar in het dorpje erna. We waren er doorheen, voordat we het in de gaten hadden. Het was een stralend morgen. De berichten waren op de tv bij het ontbijt in de herberg vreselijk. Maar aan het weer  valt nu eenmaal niets te doen. Elk droog uur stemt tot dankbaarheid. Zoals wij de Camino doen, zou dankbaarheid de boventoon moeten voeren. We zijn gezond. Hebben nog geen mankementen. Hebben het erg gezellig met elkaar, MijnHerbergmaatje en ik. We zijn gezond, ons lijf is sterk, we hebben genoeg geld. Daar sta ik soms te weinig bij stil. Gisterenavond aten wij al mopperend onze pizza. Op plastic stoelen onder tl lampen. De gezelligheid was ver te zoeken.  De bestelde pizza werd in stukken voor ons gesneden. En het bestek was een servetje. Er was in het hele stadje geen plaatsje te vinden om een avondmaaltijd te kopen. Wel overal de kleine hapjes: pintos. Maar we wilden na de dag regen gewoon een fatsoenlijke warme hap. Die bleek er niet te zijn en zo kwamen we bij de Telepizza. 7 euro voor een maaltijd is natuurlijk niets. Terwijl ik aan het nadenken was wat ik met mijn laatste twee stukken pizza zou doen, nog opeten of meenemen, kwam er een jonge vrouw binnen met haar kind op de buik. Ze vroeg om geld. In het redelijk welvarend ogende stadje valt dit wel rauw op je lijf. Bedelen gebeurd wel meer, maar om 21.00 uur 's avonds met kind is wel wat anders. We boden haar onze stukken pizza aan, die ze aannam. Ook van een andere gast kreeg ze wat. Van de baas van de zaak kreeg ze voor het kind een ballon. Je weet de geschiedenis niet, maar het voelt niet goed. Het maakt wel uit waar je wieg heeft gestaan. 
Met deze beschouwingen starten we onze wandeling. Gisteren zijn we gestrand, omdat er geen herberg bleek te zijn in Pobena. 
Vandaar dat we vandaag dit stuk met de bus deden en nu vol goede moed langs de kust lopen. Na twee dagen stad was dit heerlijk. Hoewel de berichten erg slecht zijn, is het erg zonnig en al gauw lopen we in ons shirt. Een prachtige route en na twee en half uur belanden we in de eerste bar. De café con leche kan ik niet meer zien. Dus nu een stevige cafe americano. Dat likt het meest op Holandse zwarte koffie. Vervolgens lopen we in een dal en moeten een kort, maar afschuwelijke klimmetje maken. De rest van de weg is een eitje, qua klimmen. Maar de lengte. We hebben er dan al drie en half uur op zitten en moeten dan nog drie uur lopen. Mijn voeten beginnen per stap meer zeer te doen. Het is afzien. Ik kan dus beter klimmen en dalen, dan kilometers met straf tempo vlak lopen. Helemaal uitgeput belanden we in de herberg municipale. Spartaans is de kwalificatie. We worden door Ganese jongen ingeschreven. MijnHerbergmaatje krijgt terwijl ze een praatje met hem maakt een bord spagettie. Na mijn powernap krijg ik een kop thee. We zitten samen om een grote tafel in de ontvangst ruimte. Celos de Ganees maakt liters thee. Steeds meer mensen schuiven aan. Een Portugese dame, de Oostenrijker, Mario, ik weet nu zijn naam. Een Nederlands meisje, een Duiste jongen en een oudere Franse meneer die we eerder hebben getroffen! De Japanner blijkt er ook te zijn en deze ligt al te slapen. Zijn ritme is wat verkeerd. Hij staat om 4 uur op. Begint gelijk met lopen. Komt vroeg in de herberg, waar meer dan genoeg plaats is. Slaapt de hele middag en avond. En maakt 's nacht iedereen wakker. Hij doet zijn best om zachtjes te doen, maar dat lijkt niet helemaal te lukken. 
Eindelijk komt het Camino gevoel van de Frances een beetje boven.  De aantallen pelgrims stellen niets  voor. Maar een praatje met elkaar en een vriendelijk herbergier doet wonderen. 
En de dag is helemaal compleet als het lukt om een menu del dia te krijgen. Samen met het Nederlandse  meisje dat gestart is in Bilbao eten we. Het is gezellig. We wisselen verhalen uit. De waard is hier ook weer erg aardig. 
O, ja, het voorspelde slechte weer? Niets van gemerkt. Heb zelfs nog even in de baai gebadderd met mijn voeten in de zee. Het was een goede dag!








Naast de herberg: de arena voor stierengevechten.

In de herberg naast mijn bed.