zaterdag 16 april 2016

De derde dag van Zarauts naar Deba 23 km

Vanmorgen ging de wekker weer om 6.30 uur. Ik was wel eerder wakker geweest, maar na een hoofdstuk luisterboek was ik zo weer vertrokken. Binnen een half uur waren we klaar en liepen we al op de promenade. Een prachtig gezicht. De zon kwam op en dat gaf een prachtig kleur op de baai. Het was niet koud dus na een kwartier hadden we de trui al uit. Er was geen bar open. Dus zo maar aan de wandel. Na een uur kwamen we in een klein stadje. Daar was een schattig barretje. Net geopend leek het. Heel mooi opgeknapt. De mensen van de bar spraken Engels en dat is ook heel prettig. Dus dan kun je wat makkelijker communiceren. Ze glommen van trots toen we zeiden dat alles er zo leuk uit zag. Ze waren net een maand open. De bar ligt langs de route dus dat beloofd veel. Al zijn er nu nog niet zoveel pelgrims op pad.Na een heerlijk ontbijt: café con leche , vers geperst sinaasappelsap en een toost van een meergranen stokbrood voor maar €4,50 trokken we verder. Weer omhoog van de rivier naar de bergen. Het zijn maar korte klimmetjes, maar wel heftig. We denken ongeveer 20 tot 25%. Bovengekomen was het landschap prachtig. Groene glooiende weiden, de zee de blauwe lucht. Na een uurtje hebben we de pijpen afgeritst. Bij een volgend stadje was een haven en we zagen mensen in roeiboten de zee op gaan. Een leuk gezicht. In de haven hebben we een broodje op een bankje opgegeten. En natuurlijk moet je van de rivier weer omhoog de bergen in. Weer even groen en prachtig. Ik denk dat het voor mijn kuiten de afwisseling goed is. Ik herinner me van vorig jaar steeds dat ik zo stijf was. Nu was in beter getraind toen ik aankwam. Ik doe ook trouw mijn rek- en strek oefeningen. Door het klimmen en dalen over modder, zand, keien, asfalt is de weg wel heel afwisselend. We lopen niet hard. Ik denk zo'n 4 km per uur. Om een uur of 12 begon het te regenen. Eerst wat druppen en toen wel zo dat de poncho nodig was. Het kwam zo met bakken uit de hemel dat je blij bent dat je snel je poncho om kunt krijgen. Dat is nog wel een hele operatie. Tas af, poncho pakken, tas weer om. Poncho over je rugzak zien te krijgen. We zijn nu gelukkig met z'n twee zo dat je elkaar kunt helpen. Ik was prompt de regenval vergeten om om mijn rugzak te doen. De poncho is niet helemaal water dicht. Ik was bang dat mijn tas nat zou worden. Maar het regende zo, dat de rugzak af doen geen optie was. Op hoop van zegen dan maar. Ik had deze dag een van de kaartjes met een reflecterende vraag van mijn conciërge gepakt. het thema: waar heb jij vertrouwen in. We maakten er een beetje grapjes over: we vertrouwen er op dat er een bar komt met een kachel en koffie. Maar in geen velden of wegen. Na dik anderhalf uur in een vreselijke regen kwamen we eindelijk bij een bar. Gelukkige open. Dat is op deze Camino ook niet altijd zo. Het is niet druk en voor de enkele pelgrim kan zo'n bar niet open blijven. Na een een café con leche en nog een kop thee met suiker konden we er na een uur weer tegen aan. In de bar was WiFi en een sterke. Wat een afhankelijkheid. Op mijn eerste Camino had ik een Nokia en smste wat. Contact was via de mail. Nu ben je erg blij met elk WiFi punt. Kon dus lekker even appen met MijnMaatje thuis. Die is erg nieuwsgierig naar de omgeving en hoe het allemaal gaat. Ik kon hem vrij snel wat foto's sturen. 
In de stromende regen vertrokken we voor de laatste 6 km. En wat voor km. Heel sterk klimmen via eerst een afvaltweg en toen in een blubber weggetje. Wat ben ik blij met mijn stokken. Het schiet alleen niets op. Stapvoets lopen. Hartstikke warm in de poncho. Was na een kwartier van binnen net zo nat als van buiten. Zo ging het een dik uur door. Bij het dorpje Deba moesten we dalen. Eerst via een kelen blunderden en toen via een betonweggetje van zeker 30 % . Bloedlink. Spekglad. Was echt doodsbenauwd voor vallen en uitglijden. Eindelijk rond 4 uur bereikten we het dorpje. We vonden de herberg vrij snel. maar het venijn zit altijd in de staart. We moesten eerst naar de toeristoffice om ons te laten inschrijven. Met een sleutel en 5 euro lichter konden we opnieuw naar de herberg. En dat is wel heel leuk. Het pension van gisteren is heerlijk, maar in de herberg met pelgrims is het mooist. Onder mij slaapt een Janpanner. In het ander stapelbed ligt MijnHergbergmaatje onder en boven haar weer een Fransman. Er zijn geen Nederlanders. We hebben ook maar een vrouw gezien. Te zwaar voor vrouwen zei de Fransman. Ik was niet zoals andere jaren helemaal uitgeput na 8 uur lopen. Je loopt langer maar rustigere. Ik ben natuurlijk een diesel, niet snel maar wel ijzersterk. Als ik boven ben na een klimmetje ben ik eigenlijk ook heel snel weer hersteld.
We gaan naar een bar om wat te eten. Omdat er minder touristen zijn kennen ze niet het menu del dia. Na wat gekrakeel in het Spaans en wat spaarzame Engelse woorden wordt ons menu geserveerd. De Vino tinte is niet zo moeilijk. We krijgen twee beste bellen. Goed voor de aanvoer van calcium zullen we maar zeggen. Van te kijken er naar wordt ik al rozige. Het menu blijkt een bord te zijn met eten. We krijgen twee lege borden erbij met twee bestek sets. Volgens mij denken ze dat we samen in bord hebben besteld. Met al die iele Spaanse schonen is dit wel logisch. Maar twee pelgrims die 8 uur door de modder hebben gebaggerd willen elk een vol bord. We kunnen het hun niet duidelijk maken. De wijn en het ene bord maken we soldaat. Gelukkig zit er veel brood bij. Volgens MijnHerbergmaatje is dit bord gewoon twee porties. Voor een portie is het veel, maar voor twee weer te weinig. We gokken wat we nu moeten betalen. Het blijkt 12 euro te zijn. Omdat het weer droog is na een ontzettende onweersbui, besluiten we een winkel te zoeken voor proviand voor morgen. Er zijn morgen op de route geen dorpjes. Het wordt een beste tokkel, we moeten een keer 400 meter klimmen en een keer 250 meter. Dat klinkt wel niet veel, maar als dit weer dwars door het bos gaat in de modder en de keien, wordt het nog wel een dingetje. Gelukkig zijn er slaapplaatsen genoeg en kunnen we er de hele dag over doen. We hebben al geoefend in het lopen in de regen. Wat ben ik blij met mijn stokken. Anders werd het wel een hele operatie.
Na de boodschappen belanden we nog weer in een bar. Allerlei hapjes staan op de bar en we nemen nog een tortilla met kaas en ham en nog een glas rode wijn. Ik sta inmiddels niet meer zo vast op de benen. 
Er waren nog bedden leeg toen we weggingen. Ik had me voorgenomen om dan toch nog een onder bed te nemen. Bij de herberg aangekomen zijn alle bedden vol. Ik probeer helder te denken wat ik nog moet organiseren. Dat valt niet mee, want ondanks mijn geringe reukvermogen, word ik bijna onwel,van de kamferspiritus die sommige mensen rijkelijk op hun benen en voeten smeren. Het in bed klimmen, is een hele operatie. Dus er uit en er in is geen optie.  Onde mij ligt een Japanner, die heeft gewoon zijn rugzak omgekeerd. Tussen zijn pruttel door hijs ik mij naar boven. De Japanner knort al vrolijk weg en MijnHerbergmaatje stopte halverwege de zin en is ook al naar dromenland vertrokken. Zal benieuwen hoe het morgenvroeg gaat. We liggen met 12 mensen op de slaapzaal en er zijn nu nog maar 4. Dus er komt nog een groep laat terug van het eten. De Japanner staat vast vroeg op. Wij willen ook niet laat. Maar het is de Camino: we zien het wel.













3 opmerkingen:

  1. Dag Frida ,
    Fijn dat je een goede dag had.
    Wij stonde,n 2 jaar geleden op een camping in Zarauts.
    Nog veel goede kilometers.
    Hartelijke groet, Ineke

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Dag Ineke
    Mooie plaats! Dank voor je groetjes.

    Groet!

    BeantwoordenVerwijderen