zaterdag 23 april 2016

De negende dag van Castro-Urdiales 25 km

Na een goede nacht werd ik uit mezelf wakker. De goede nacht was niet vanzelfsprekend, want de herberg was erg spartaans. Ik moet altijd wel even slikken van het bed en viezigheid. Ik heb geen sloop bij me. Dus ik heb een sjaal om het hoofdkussen gebonden. Die had ik nog niet gewassen deze reis en zowel de sjaal als het kussen roken. Ook sliepen we met 18 mensen in een ruimte. Het grote voordeel is dat het niveau van slaapgeluiden wat egaler is. Als je op een kamer met 3 personen ligt en er snurkt een, dan is dit wel heftig. Maar bij 18 mensen valt alles in het niet. Het is maar goed dat ik 's nachts bijna niet hoef te plassen. Ik zou niet weten hoe ik hier tussen alle rugzakken en bedden de weg naar de gang zou kunnen  vinden in  het donker. Celes, de beheerder, wenste iedereen persoonlijk weltrusten en om 22.00 uur exact, gaat het licht uit. Niemand las meer of had een lampje. Ik durfde geen kabaal meer te maken om mijn oortjes te zoeken voor een luisterboek. Maar gelukkig was ik binnen de kortste keren vertrokken, om rond 24 uur wakker te schrikken van een verdwaalde pelgrim,  die nu pas naar bed ging. 
We hadden nog wat brood en in de herberg was een waterkoker, zodat we een kopje thee konden maken. Vol verbazing observeerden we een Fin die maar heen en weer bleef lopen en bleef trekken aan spullen. Broek aan, broek uit. Legging aan, broek erover aan, broek weer uit, legging weer uit, broek weer aan. Sommige mensen nemen het lopen wel heel erg serieus. Ik zelf ben wel eens te gemakkelijk. Mijn sokken heb ik nog niet gewassen. Ik moet er niet aan denken om deze op de hand te wassen. Als er geen centrifuge is dan worden ze niet droog en zit ik met de natte troep. Maar ze ruiken. Ook mijn sjaal heb ik niet meer met plezier om. Deze ruikt ook. Wat maakt dat je dit toch onderneemt? En ik niet alleen, meer dan 300.000 mensen per jaar. Stinkende kleren en slapen op plaatsen waar je anders niet aan zou denken.
En zo liepen we om half acht. Een prachtige route. Langs de kust, echt langs de kust. Er waren stukken dat als je je verstapte, dan lag je10 tallen meters lager. Na twee uur kwamen we bij een cafe van een camping. Ik ben wat misselijk. denk ik van het water met chloor. Dus nu een stevige cafe americano. Heerlijk. Er was helaas geen WiFi en gisteren in de herberg ook al niet. Dus het thuisfront moet maar raden hoe het gaat. Mijn sms'jes doen het ook niet. Gelukkig met MijnHerbergmaatje wel. Stel dat we elkaar uit het oog verliezen, dan is het wel handig dat je elkaar kan bereiken.
Na de cafe americano vervolgen we de weg langs een, gelukkig niet erg drukke, grote weg. We lopen naast de vangrail of zelfs op muur de de weg scheidt van het water van inmiddels de rivier. Best wel eng. Mijn Herbergmaatje vindt het te griezelig en loopt toch op de weg. Kilometers lang. Boven ons hoofd verschijnt een drukke snelweg. Ik heb foto's gemaakt, maar je kunt het niet goed zien hoe hoog het is.
Rond 12 uur komen we weer in een dorpje. Mijn voeten en enkels doen zeer. Gristeren had ik ook al last. Niet echt de spieren, maar het staan op de voeten. Binnen in. Ik besluit om een paracetamol te nemen. Ben ik normaal wat huiverig voor, maar we zijn nu nog maar halverwege. De pijn is er niet voor niets. Straks voel je niet dat je iets kapot loopt. We nemen een lange pauze en ik zie in het routeboekje dat we nog een stevig klimmetje voor de boeg hebben. Klimmen vind ik niet erg. Ik word wel heel warm, maar heb dan niet zo last van mijn benen. Na een koffie en een broodje gaan we weer verder. Ik heb ook de app nog bekeken. Het wordt er niet anders van. De vele kilometers liggen nog voor ons. We hebben het erover, MijnHerbergmaatje en ik. Je moet wel van doorzetten weten. Of een hele goede conditie hebben. De conditie van mij is wat minder, maar aan mijn doorzettingsvermogen mankeerd gelukkig niets. De ontberingen van kou, warmte, natheid, honger en pijn moet je wel aankunnen. Het is niet groots in de zin van grootse prestaties, maar het vraagt wel wat. De Camino de Frances is in vergelijking met deze tocht een eitje. Hoewel ik lange afstanden vlak lopen ook slecht volhoud. En elke keer vraag ik het me weer af.....waarom doet een mens zich dit aan. Ik kan ook vier weken ergens aan het strand gaan bivakkeren. Ik doe het niet om thuis te laten zien: van kijk mij nou. Als je dit nog nooit gedaan hebt, zegt het mensen thuis toch niets. Ik merk wel dat ik direct als ik bijvoorbeeld een stuk geklommen heb en dan weer wat meters vlak kan lopen, mijn inspanning accuut vergeet. Ook elk dag begin ik, als ik maar wakker en uit mijn bed ben, met plezier. Na vijf minuten lopen denk ik wel: waarom doe ik dit mij zelf aan...... Maar dan kijk ik rond en zie de natuur, de zee, de bergen en de gedachten over wil ik dit nou wel, verdwijnen als sneeuw voor de zon. De dankbaarheid over deze kans krijgen voert dan de boventoon. Het lijf dat wil, de zon die schijnt, de poncho die op goede momenten warm is, de klim die net stopt als je bijna niet meer kan. Het geeft een heerlijk gevoel. 
Het is ook gek de als de weerberichten slecht zijn en je vertrekt toch droog, je tegen elkaar zegt na een droog uur: dit hebben we toch al maar weer mooi binnen. En als de regen na een paar uur stopt: het had ook de hele dag kunnen regenen. Het is glas is altijd halfvol. Na deze beschouwingen blijkt de klim al weer ten einde te zijn en lopen we een schitterend dal in. Puur en ongerept. Hier en daar een schuurtje. Het is een vreugde om hier te lopen en te genieten. De voeten doen het prima en in de . rand van de berm nemen we een appel en een banaan. Dan moeten we onder een drukke snelweg door. Dat is jammer. Zonde van dit obstakel in het landschap. We lopen een prachtig lieflijk dorpje binnen. Voordat we het weten staan we voor de herberg. En er is plaats in de herberg. Gelukkig is er een wasmachine. Mijn stinkende sokken zijn er aantoe. Helaas, de wasmachine is "broken" volgens de herbergierster. Maar gelukkig is er warm water er zeep. En het waait... En zo hangen na 15 minuten de inmiddels schone sokken, pijpen van de broek, mijn sjaal en mijn handdoek in de zon. Na een glas rode wijn in de bar blijkt alles bijna droog te zijn. Dan nog maar even over de rand van het bed. Na het eten hebben we nog meer geluk, er is verwarming en de stoom komt ons tegemoet. Hoeveel geluk kan een mens hebben..... Dat betekent een hete nacht....Nou ja, het had ook te koud kunnen zijn. 














Geen opmerkingen:

Een reactie posten