zondag 5 mei 2019

Lopen met de inhoud van een halve koelkast en een mis als toetje. 5 mei 2019

Bestemming Fuenterroble de Salvatierra
Km 34 km
Herberg parochiaal heel bijzonder
Diner nog een verrassendst, maar vast lekker wat het ruikt geweldig
Conditie 8

Het was me wel een dag. Een lange drukke dag. Gisteravond konden we wel ergens eten, maar pas om 21.00 uur. Dat werd ons te laat. We konden het nog net halen om naar de winkel te gaan voor wat boodschappen. De mevrouw deed de deur nog weer voor ons open. Met een maaltijdsalade met kikkererwten en yoghurt met banaan toe, een heerlijk maal. In de prachtige tuin van de herberg hebben we dit gegeten. We zagen letterlijk de zon achter de bergen verdwijnen. Een schitterend gezicht en het is echt binnen een minuut of 5 gebeurd. 
We hebben toen alles voor vandaag klaar gemaakt, want we zagen in het route boek dat de route 34 km is. Dat is de langste die we ooit hebben gelopen. Het gaat goed, maar je kan ook over de grens gaan en dan is het voorbij. We zien en horen dagelijks deze geluiden. We hebben 2,5 stokbrood en kaas, paprika, ijsbergsla, zoete broodjes, pinda’s in dop, gewone zak pinda’s, wortels, 4 bananen, sinaasappel, ui en spagettie en saus... en ik ben ook vast nog wel wat vergeten.
Er was vandaag helemaal niets te eten of te drinken onderweg. Dus we moeten flink wat mee nemen. We hebben geen idee of er vanavond ook iets te eten is. Dat is er achteraf wel en er is morgen ook ontbijt. En morgen dus weer zo’n dag. Wel wat korter, maar toch. Vandaar de halve inhoud van een koelkast. Olie en zout ontbreken. Volgend jaar gaan we een manier bedenken hoe we dit ook mee kunnen nemen. Het is wel heel handig, je hoeft niet veel mee te hebben, maar wel wat. Je kunt het ook aanvullen soms. Hetzelfde geldt voor afwasmiddel. Is handig voor onze saladebakken. We kunnen zelfs onderweg nog ergens een  salade maken. Sommige pelgrims staan er hoofdschuddend bij. Ik snap dat. Maar het prettig om gezond eten mee te hebben, van alle muslie repen en cakjes loop je ook niet geweldig. En wat een suiker steeds. Het is al zo oppassen. In de gewone yoghurt zit zelfs suiker. Je moet er speciaal om vragen in winkels. 
Vanmorgen begonnen met een kop koffie, gisteren gezet en verwarmt in de magnetron. Schijnt hier normaal te  zijn. Er waren 3 toastbroodjes per persoon. Dat is niet veel als je een wandeling te wachten staat van 34 km. We eten alles, doen boter en jam op brood, nemen een glas sinaasappelsap en eten de Mariakaakjes met jam er ook gelijk bij. Alles wat er aan calorieën is eten we op. Ik heb erg slecht geslapen. De hele nacht denk je dan, ook dat nog. Ben ik niet fit morgen......En we moeten ook flink klimmen vandaag. Ik zie er niet tegen op, maar er is onderweg niets. Dat maakt het lastig.
We lopen om 6.45 uur buiten. Het is nog donker als we weggaan. Het is lastig lopen, want je ziet geen pijlen. Het gaat gelijk mis, gelukkig heeft MijnMaatje het gelijk in de gaten. Dus we lopen maar 200 meter om. Het zou vervelend zijn als je fout loopt, want dan ben je alle tijd die je vroeg bent begonnen weer kwijt. De route is glooiend. Qua landschap lijkt het wel wat op de bergen in Zillertal. Niet zo hoog, maar ik moet steeds denken aan de bergweggetjes. Het gaat echt super en om 9.15 uur hebben we de eerste 12 km er op zitten. Een derde dus al achter de rug. We maken een broodje gezond van kaas, paprika en ijsbergsla. De ijsberg hebben we al een dag of vier mee en ziet er nog steeds goed uit. Houdt zich goed. Erg lekker tussen het brood. We nemen ook een zoet broodje. Drie halen en weg en je hebt niets gehad. 
Ondertussen luister ik naar het boek van Ben Tiggelaar De ladder. Dat gaat over veranderen en verandermanagement. Interssante stof. Hij geeft aan dat het brein niet wil veranderen. In principe gaan mensen altijd voor het vertrouwde, men wil niet inleveren en er moet echt dringende noodzaak zijn, anders verander je niet. En als de omgeving niet meewerkt, blijft het ingewikkeld. Ben trekt het van grote zaken: gemeentebestuur, tot veranderingen in het gewone leven van mensen. We weten hoe moeilijk het is om te veranderen. Kijk naar onze andere manier van eten. Als ik dat alleen had moeten doen, weet ik niet of dit zou lukken. Samen gaat het wel.  En nu MijnMaatje er voor heeft gekozen om niet meer te drinken, wil ik een stuk support voor hem zijn op de achtergrond. Maar als hij niet wil drinken, vind ik dat ik geen repen chocola mee mag. Samen lukt het wel. 
Rond de middag zijn we weer in een dorpje en nemen we weer een broodje gezond, met een wortel. Die moeten op. dus we eten ze allemaal. Zonder koelkast gaat dit toch minder. Om 13.00 uur zijn rond de 24 km. Het gaat nu om de laatste loodjes. Het gaat redelijk en we zijn niet echt helemaal kapot. Maar de laatste 4/5 km is wel zwaar. Gelukkig is het niet heet. Ik heb gewoon mijn lange broek aan. Dat kan prima. Heb wel mijn jas uit. Om 14.30uur zijn we bij de herberg. Erg leuk. Het is gewoon een reünie van allerlei mensen die we eerder hebben getroffen. We krijgen het enige 2 persoonsbed dat de herberg rijk is. Of we daar erg blij mee  moeten zijn? Zie ik er zo afgepeigerd uit? We accepteren hem maar wel met de restrictie dat als iemand anders hem harder nodig heeft, we naar de slaapzaal gaan. De hospitalero, een Boedistische monnik, althans zo ogend, zegt dat je ook moet kunnen ontvangen. Dit komt ons vandaag toe. De douche blijkt koud te zijn. Ik zie dan pas dat ik tot mijn knieholten dikke rode bulten op de kuiten heb. Ik denk van de warmte. Ik koel mijn benen en sta een kwartier met de douchesproeier op mijn kuiten. In dat kwartier raak ik totaal verkleumd. Rillend kruip ik in bed. Ik was gisteren ook al niet fit. Door slaap, daarna koffie en een zak doppinda’s trek ik bij. Ik hoor dat onze Italiaanse vriend ook is gearriveerd. Ik word in ik omhelst. Maar ik snap het niet. Deze man heb ik nog nooit zien lopen. We begrijpen dat hij vandaag 2 taxi’s heeft genomen. Tja, is ook een manier. 
Om 6 uur is er een mis. Het is een belevenis. De priester komt zingt binnen en Umi  charitas en beduid dat we allemaal mee moeten zingen. Het kind geweldig. Dan het Gloria. Er heeft een ronden schijf met bellen. Daar draait hij mee. Het is net een orgel draaier. We moeten allemaal in een kring op het altaar komen. Elkaars handen vast. We bidden in alle talen het onze vader. En zingen van allerlei Taize liederen. Het is een geweldig dienst. En het zingen klinkt prachtig. De herberg blijkt de pastorie te zijn. De priester is ook leerkracht aan de school hier. Op het erg staan allemaal paardewagentjes. Die worden gebruikt voor processies. Het is een allegaartje, maar erg leuk. We eten gezamenlijk. MijnMaatje zit naast de monnik. Hij hoort dat hij al 25 jaar vanuit zijn rugzak leeft. Het is niet te geloven. Hij heeft geen geld en geen spullen. Zo kan het dus ook. Als hij iets nodig heeft, komt het er altijd. Wij leven ook uit de slaapzak, maar met een kredietkaart. Wel simpel en eenvoudig. 
We vertrouwen het bed niet helemaal en kruipen in onze slaapzak. Mijn benen zijn erg warm. Ik heb er geen pijn aan. MijnMaatje heeft mijn broek gewassen zo sluiten we uit dat het geen processie rupsen en zo zijn. Dat weet je natuurlijk nooit hier in het land van de processies. Ik stop er mee. Heb nog veel meer te schrijven. Ik zal naast een Libanese. Ayet. Daar kan ik ook nog genoeg van schrijven. Dat doen we niet. Afgezien van een stramlijf en warme benen gaat het prima.  Dit moet maar genoeg zijn. Morgen de andere helft van de koelkast.
 








1 opmerking:

  1. Geïnspireerd door jouw tekst luister ik nu naar Urbi Charitas en reis ik zo weer een stukje mee met jullie..

    BeantwoordenVerwijderen