vrijdag 15 september 2017

Poetsen en vreemde gasten

Een van de laatste dagen alweer van onze aanwezigheid in de herberg. De dag staat in het teken van opruimen, afmaken van de laatste klusjes en schoonmaken. We willen uiteraard de herberg super schoon achter laten. Daarom zijn we om om 8.30 uur in startblokken voor het opstropen van de mouwen. We zwaaien samen de pelgrim uit die verder gaat. Onze jonge gast Tiago blijft nog een dagje. Hij heeft problemen met zijn benen en hij slaapt uit.
Van het laatste stuk reuze pompoen maak ik soep. Yvonne poetst de herberg en Etty maakt de keuken schoon en wast de ramen. Van de overvloedige oogst tomaten maken we nog tomatenpuree. En zo vliegt de ochtend om. Onze  jonge gast komt na tienen uit zijn nest. Het is een aardige vriendelijke jongen. Liefdevol praat hij over zijn ouders in Portugal. Zelf werkt hij in Amsterdam in de ICT. Hij wil wat van de wereld zien en fietst van Nederland terug naar Portugal. 
Hij heeft niets bij zich en daarom eten we samen. Ergens is een beschut plekje en met  de zon die af en toe langs komt is het er warmer dan in het huis. We genieten een kwartiertje van de zon.
Na de middag wordt er plotseling gebeld. Er staat wel een heel bijzondere pelgrim voor de deur. We schrikken er een beetje van. Dit is letterlijk wel een heel bijzondere gast. Een Duitse jongen van 21 staat voor de deur. Rood geverfd en wonderlijk geknipt en geschoren haar. Een bijzondere  wijde broek met allerlei figuren. Een grote schelp om zijn nek. Een hoedje met allerlei speldjes. Hij loopt vanuit Stuttgart. Heeft geen geld en leeft wat van mensen hem toe stoppen. Het lijkt wel een bedelmonnik. Hij vertelt dat hij van iemand een nieuwe rugzak heeft gekregen en twee dagen geleden van iemand schoenen. Hij lijkt een groot kind. Weet heel veel en is goed belezen. Vanaf zijn 10de was deze reis zijn wens.  Gaandeweg het gesprek en de tijd komt langzamerhand een verhaal naar boven. Twee alcoholische gescheiden ouders. Zussen, half boers, stiefzusters, stiefvaders... Hij slaapt meestal buiten, maar het wordt hem te koud. Het is heel lastig om de regels van de huis goed te voren. Het is koud in de herberg  en dus vragen we ze in de keuken voor een kopje koffie. Op mijn vraag of hij het niet koud heeft in zijn broek, een wonderlijk model, laat hij ter plekke zijn broek zakken. Hij heeft twee broeken over elkaar aan.  Nadeel van koffie in de keuken is dat ze blijven  hangen. Ze vermaken zichzelf slecht. Zo komen wij slecht door het werk heen. Er is hier in het dorpje natuurlijk ook niets te beleven voor zulke jonge gasten.
De jongen vertelt dat hij met 40 kilo op zijn rug is begonnen. De tent van 12 kilo! heeft hij al achtergelaten. Inmiddels heeft hij al 1000 km gelopen. Hij moet nu nog 1700 km.  Zijn vader heeft gezegd dat als het hem lukt om in Santiago te komen hij zijn ticket naar huis zal betalen. De jonge Duitser vertelt van de regels die Napolion heeft ingesteld. Bijvoorbeeld dat aan de kant van de weg fruitenbomen moeten worden gepoot voor zijn soldaten. Zodat ze tijdens de marsen fruit kunnen eten. Ook strooit hij met levensspreuken. Hij heeft dagen alleen gelopen en het lijkt dat hij blij is dat hij n mensen om zich heen heeft. Hij heeft geen Pelgrimspaspoort. Hij loopt zijn eigen weg en niet die van de Camino. We leggen hem uit dat hij voor de herbergen in Spanje toch wel een Credential moet hebben. Hij heeft een stok bij zich en we moeten onze naam er op schrijven.
De jonge Portugees zit er met open mond bij. Hij snapt er iets van. Dat snap ik, want ik vind het ook een onbegrijpelijk verhaal. Zo'n jonge jongen. Hij ruikt een uur in de wind. Hij gebruikt het bed, maar de douch niet. Wast ook zijn kleren niet en dat terwijl hij al een 4 weken onderweg is.
Toch heeft hij wat. Hij ziet er uit als een jochie van 16!  En tussen de regels door hoor je dat zijn leven niet over rozen is gegaan. Hij zegt: " De omstandigheden kan ik niet veranderen, maar ik zelf kan / moet veranderen en er mee leren omgaan." Dat leerde ik pas tijdens mijn coachopleiding en hij zegt het nu al. Omdat hij geen stempel van huis nodig is, beloof ik voor hem iets te maken als herinnering aan de herberg. Ik heb ooit iets in een cursus  gezien met een stok en touwtjes die herinnerden aan een gebeurtenis.  Ik ga een koordje haken met het kaartje met het gedicht er aan, dat onze pelgrims meekrijgen,  voor zijn stok. Het wordt dan  een vertelstok en de herinneringen aan zijn reis kan hij hier aan en op bewaren. Voor de jonge Portugees maken we er ook een. Deze kan hij aan zijn fiets hangen. Na de maaltijd brengt hij een restant snelfilterkoffie. Hij kan deze onderweg slecht gebruiken. Ik kan iets delen, zegt hij. En hij geeft ook een groene paprika als dank voor de maaltijd.
Het is een heel bijzonder verhaal. 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten