woensdag 22 april 2015

De zesde dag van Logrono naar Ventosa 19 km

De zesde dag van Logrono naar Ventosa 19 km




Ben vanmorgen om 7.15 uur vertrokken. Een beetje ongeorganiseerd. Gisteren heb ik een hele poos met Carl op de eerste hulp van het ziekenhuis gezeten. Hij wilde graag dat ze nog eens naar zijn been keken en dacht dat nieuw verband ook niet verkeer zou zijn. We waren om half acht klaar en moesten toen nog eten. We kamen laat in de herberg. Maria, de herbergierster was nog vol goede moed en we hebben nog een kop thee gedronken. We kwamen pas om 23.00 uur op de slaapzaal. Veel te laat, maar Logrono is een grote stad, dus veel mensen gingen uitvoerig uit (eten). Ik probeer 's avonds altijd mijn spullen klaar te leggen. Maar er sliepen ook al mensen. Je kunt dan niet rommelen met plastic zakken. Je merkt dan pas, hoeveel lawaai deze maken.  Om vijf uur werd ik wakker. Ik dacht dat de eerste aan het vertrekken was, maar iemand moest naar de wc. Dat gebeurt niet veel, want iedereen drinkt te weinig, dus er wordt 's nachts niet geplast. Maar ik denk dat het wat meer van het vele bier kwam.  Gelukkig viel ik weer in slaap.  Maar voor ik vertrokken was.

Vandaag was het programma: Een wandeling van 3,5 uur naar Naverrete en  dan nog een kleine wandeling van 1,5 uur naar Ventosa. De wandeling was niet zwaar. Ik heb wat last van mijn scheenbenen. Is de moeite niet. Heb vandaag ook weer wat last van mijn kiezen.

Zag vanmorgen in een boom 3 eekhoorns. Ik heb geprobeerd om een foto te maken. Omdat het zo klein is kan ik niet goed zien of het is gelukt. Door het lopen zie je heel veel. Ik ben zo blij met de iPhone. Deze past in mijn buidel en ik kan er zo bij. Ook heb ik veel plezier van de luisterboeken. Wat is het toch een geweldige uitvinding.


Heb vanmorgen een hele poos in de kerk in Naverrete gezeten. Sommige kerken in Spanje hebben altaren met erg veel goud. Heel indrukwekkend. Met mijn calvinistische achtergrond heb ik wat moeite met kaarsjes branden. Echte kaarsen gaat inmiddels wel. Maar 1 euro in een bakje en dan een elektrische kaars branden. Nee, daar kan ik niet toe komen. Dus ik heb hier geen kaars gebrand. Heb het boek van Wil Derksen bij me.  De regel van Benedictus. Ik probeer daar elke avond een stukje uit te lezen. Hij schrijft dat hij in het begin van de kennismaking met de benedictijnen, erg veel moeite had met zomaar een poos stil te zitten in de kerk. Zelfs op de Camino voel ik mij soms nog gehaast. Ik houd ervan om door te lopen. Er is genoeg plaats en kan rustig later aankomen. Soms betrap ik me er op dat ik denk als ik aankom: Zo dat heb maar weer gehad. Het is geen wedstrijd, maar ik verheug me op de middag om te schrijven of te borduren. Het liefst natuurlijk in de zon. Vanmorgen heb ik zeker een kwartier gewoon gezeten in de kerk en gekeken naar het prachtige altaar. En het lukte warempel om eigenlijk gedachteloos er te zitten. Er is vooruitgang waar te nemen.

Het eerste stuk heb ik alleen gelopen. Het tweede stuk met een Deense vrouw en een Duitse man met hond. Wil je veel bijkijks hebben dan moet je gaan lopen met een hond en dan moet de hond ook nog een zere poot hebben. Dan weet je zeker dat je veel mensen om je heen verzameld. Het was een vrij introverte Duitser en had zich dit van te voren geen seconde bedacht. De ach en wee's zijn niet van de lucht. Er verscheen een hele grote tractor en door al het gepraat verdween het kleine hondje bijna onder de grote wielen. Mijn maatje zou thuis het grapje maken: " Is deze hond van u? Neen, zo'n platte hond heb ik niet." Het leek me in dit gezelschap nou niet gepast om deze grap te maken. Inmiddels zijn twee Nederlandse meisjes (de eerste Nederlanders die ik ontmoet) ook aangesloten en de man liep met 4 vrouwen die zich allemaal zeer bemoeiden met zijn hond. Hij had de hond al een paar dagen gedragen, inmiddels had hij last van zijn schouders en zijn rug. Het leek wel een klein hondje maar zij woog wel 8 kilo. Mijn blauwe zwaailicht op mijn hoofd verscheen bijna. Maar ik kon me inhouden om niet aan te bieden de hond ook een stukje te dragen.  Toen wij allemaal afsloegen naar de herberg, ging de Duitser recht door. Nog 10 km verder. Arme hond en arme man.

Inmiddels hoor ik, terwijl ik in de tuin zit te schrijven, dat de 3 Amerikaanse dames ook zijn gearriveerd. Het geschater is niet van de lucht. Nou ze zijn nog vol goede moed. Dat is van het gezelschap in de tuin anders niet te zeggen. De kwalen slaan toe. Ik hoor een mevrouw vreselijk hoesten. De Deense mevrouw met wie ik een stuk liep heeft een zere nek. Een Franse mevrouw met wie ik liep is vanmorgen nog naar de dokter geweest. Ze had haar been gestript. Maar heeft nu verband om de hel voet. Was toch beter.  Je ziet dat de vermoeidheid wat toe begint te slaan. Het niet alleen het lopen, maar het zijn ook de nachten.

Carl is nog niet gearriveerd. Hij had wel gereserveerd voor deze herberg. Hij wilde met de bus komen. Misschien dat hij nog een dag in Logrono blijft. Is eigenlijk beter.











Geen opmerkingen:

Een reactie posten