maandag 21 mei 2018

De vierendertigste dag De thuiskomst

De allerlaatste dag.... ik heb het voor me uitgeschoven. Maar aan alles komt een eind. Dus ook aan deze Camino. Na een goede nacht in het Seminarium Mayor, mijn 33 ste bed, slaap ik vannacht in mijn eigen bed. Van Dochterlief kreeg ik nog een appje gisteravond, ze begrijpt dat wij de Camino leuk vinden, maar ze is blij dat we weer thuis komen. Toch leuk zo’n  appje.
We nemen een ontbijt in het Seminarium. Door de zondag hebben we geen boodschappen kunnen doen. We hebben nog een stokbrood en wat brokjes smeerkaas. Die bewaren we voor het vliegveld. In de tas zitten nog twee bananen, waarvan ik nu weet dat ze platos heten in het Spaans en twee sinaasappels. Met een een yoghurtje, kop koffie en een Santiago bollen moeten we het doen als ontbijt. Dan pakken we echt onze spullen in en lopen nog een rondje door de nu stille stad. Bij het pelgrimsbureau is zelfs geen rij. We hadden nu onze Compostela’s moeten halen. Hadden we zo door kunnen lopen.

Het was door de lengte toch weer een andere ervaring als vorig jaar. Het voelde nu echt weer als een Camino. Onthechting is het woord dat opkomt. MijnMaatje heeft het over loutering. Met name als hij in de rij moet staan. Heeft hij zo’n hekel aan. Ik zelf denk dan aan wat zo tocht me brengt. Is het toch iets calvinistisch dat zo’n reis iets op moet brengen? Mag je als mens niet zo maar 30 dagen genieten? Moet het altijd wat opbrengen? Of komt het door onze levenswijze in Holland dat zaken altijd nut moeten hebben, zoals op school, er moet een opbrengst zijn? Het is ook een voorrecht dat je opnieuw mag beginnen, of een niet startpunt kunt markeren. Anders rijgen dagen achter elkaar aan en door de drukte kom je niet toch aan nieuwe indrukken of ideeën toe. . Ik wil serieus een poging gaan doen voor hardlopen. Toch NG weer een eigen bedrijfje beginnen. Is veel makkelijkere voor de financiële afhandeling. Toch ook nog graag wat meer tijd voor naaien en het liefst een wat zwaardere naaimachine. Dan kan ik beter door dikke stof heen.. ben weer helemaal geïnspireerd door het wandkleed in Santiago.

In de bus richting vliegveld spreken we iemand die de Camino Salvador heeft gelopen. Die staat inmiddels ook op mijn lijst. Net zoals de Camino Inglis. Dit zijn korte routes en kunnen in een herfstvakantie. We snappen nou hoe het werkt en we weten ook dat als iets niet lukt er altijd wel iets te regelen valt.  De rugzak is zo gepakt en goede schoenen moet je toch zorgen dat je die niet de laatste dag aanschaft. De meneer vertelde dat hij ook het Pieterpad had gelopen. Met een tent en een karretje. Dat is natuurlijk ook een idee. Maar deze zomer willen we eerst nog naar St Jean Pied du Port fietsen. Er zijn weer plannen genoeg.
Als we thuis komen staan tot mijn grote verrassing de kinderen ons op te wachten. Wat ontzettend leuk. Daar hadden we helemaal niet opgerekend. Wat ontzettend leuk. Ik had wel gevraagd of ze ‘s avond wilden komen eten. Tapas of nog samen wat na te genieten. Ze hadden de boodschappen gehaald. Thuiskomen is dan ook weer goed.
Tussen de post vinden we een kaartje van Diaan. Ook super! Al met al een fijne laatste dag, 








zondag 20 mei 2018

De drieëndertigste dag Pinksteren in Santiago

Andere jaren zaten we vaak in een hostel in de stad. Deze was echter volgeboekt. Daarom zitten we nu buiten de binnenstad. Maar geen probleem het is maar 500 meter. Maar wel bijna 250 treden naar beneden en weer 250 treden onhoog. Het heeft ook wel wat. Het is een oud seminarium(kostschool) . Ik denk dat er wel 300 mensen kunnen slapen. Gisteravond hebben we op de trappen bij de ingang een hele poos gezeten en genoten van het uitzicht over Santiago. Samen met de Duitse vrouwen hebben we nog een glas wijn gedronken. In de kelder is een keuken en een piepklein supermarktje. Je kunt pasta en tomatensaus kopen. En nog wat shampo en zo. Het is zo leuk om allerlei mensen nog weer te treffen en om mensen hier te zien koken. De keuken heeft meer pannen dan de herberg in Pedrouza en kan ook een groep Koreanen aan. Vanmorgen hebben we er ons ontbijt gegegeten. Ik had nog een stuk oud brood en in het aanwezige broodrooster met wat plakjes banaan en goed ontbijt. 
Dan gaan we op weg naar de Pelgrimsoffice, voor een nieuwe poging.  We lopen door het stille, uitgestorven Santiago. De pleinen leeg.  Geen mens te zien. Verschillende  keren kwamen we een jong koppel tegen. Huibert en Mathilde. Mooie jonge mensen om te zien. Bijzondere mensen. Duidelijk in een oog op slag. Het meisje draagt een gekleurd Indiaas tasje met allerlei buttons erop. Ze doet me denken aan een oud collega. Haar gezicht is een glimlach. Elke keer groet ze vriendelijk. Het contact is soms wat ingewikkeld. Ze spreekt een klein beetje Engels. That’s it. Ze loopt met een houten stok, waarschijnlijk ergens op geduikeld in het bos. Dat deed ik de eerste keer ook, lopen met een houten stok. Het oogt zo echt...Had vervolgens nog maanden last van een schouder. Ik wil het tegen haar zeggen, maar iedereen mag ook zijn eigen leerproces door maken. En misschien krijgt zij geen last van haar schouder, kan natuurlijk ook nog. Toen we ons inschreven bij de nonnen moesten we ons beroep opgeven. Een leerkracht heet hier professor. Iets te veel eer voor mij. Bij Mathilde had de non toch echt een probleem. Ze zei in het Engels:” I am a travelar.” Volgens de non geen beroep. Student? Worker? Uiteindelijk maar een liggend streepje. 

De jongen ziet er uit als de jonge David uit de bijbel. Een grote bos krullend haar. Een rond brilletje en een schipperspet op zijn hoofd. Hij kan zo in een film spelen. Het doet me denken aan de film Yentl van Barbara Streisand. Hij heeft een groene map met allerlei papieren aantekeningen. Hij heeft een broek zoals de boeren vroeger in Nederland ook droegen. Dik grof ribcord. Met bretels, niet droog te krijgen, volgens mij als het nat is. We dachten dat hij een artiest was, kunstenaar. Hij blijkt daken te voorzien van dakpannen. Ogenschijnlijk leven ze zonder zorgen. We zijn een beetje regelachtig. Wat meer zonder organiseren en plannen zou je leven minder zwaar maken. Op de Camino leren we dit een beetje. Maar helemaal los?

Deze mensen komen we nu tegen. We omhelzen elkaar, volgens goed Camino gebruik. Toch heel bijzonder om deze jonge mensen dan hier net te treffen. 

De rij is net zo lang als gisteren, maar ik wil wel graag de Compostela. Dus staan we 45 minuten in de rij. Daarna drinken we koffie in de huiskamer. Daar komen we weer mensen tegen die weer op hebben gelopen, met de familie van Casa Familia. Dat is toch ook weer toevallig. En zij kenden ook al weer het verhaal hoe wij de mensen van Casa Familia hebben ontmoet. De tekst van Diaan:”Verwonderen is het begin van filosofie.” Verwonderen die wij ons vandaag zeker. Hoe is het mogelijk dat we Mathilde en Huibert ontmoeten. En hoe kan het dat we de Duitse dierenarts op de valreep nog weer treffen in het Seminarium? Er zijn wel 100 overnachtngsplaatsen. Zeker als je geld hebt. Hij heeft hier dinsdag een congres over BSE (Gekke Koeienziekte) Hij is tegen inenten. Ik weet niet precies waarom. Hij logeert de andere dagen in het sjieke hotel hierachter. Zijn kostuum heeft hij daar naar toegestuurd. 
Alleen van Liander hebben we nog niets gezien of gehoord. Hij is erlebnis pedagoog. Het laat teams opdrachten uitvoeren en legt het na een uur stil en ligt dan de vinger op de zere plek. Heel interessant. Maar we hebben morgen ook nog een kans. De dierenarts had de films van MijnMaatje al gezien. Norbert een andere Duitser had ze al doorgestuurd. 
Tijdens de mis vanmorgen hebben we de botaformeira gezien. Deze schijnt niet altijd gebruikt te worden, maar we hebben steeds gelukt. Elke keer als we in Santiago zijn, zien we deze. Hoe kan dat toch, dat we hier zo’n geluk mee hebben?
De rest van de middag brengen we zittend op terrasjes door. Ik winkel nog wat. Moet toch een souvenier hebben. Ringen heb ik genoeg. Te groot, dat wel. Ik zag iemand met een leuk rugzakje met de kathedraal erop. Deze heb ik gekocht. Ook bezoeken we nog een Museum van het klooster San Martin. Al met al vloog de dag om. Jammer dat het pelgrimsbureau voor informatie over d Camino’s dicht zat. We denken erover om met de herfstvakantie de Camino Inglis te lopen.maar we zien het wel. 
Op de trappen van het Seminarium genieten we nog even van het uitzicht over Santiago. We hebben net gegeten. Een menu del dia, omdat de winkels dicht zijn ivm Pinksteren of zondag. Hebben we speciaal een herberg uitgezocht met keuken, kunnen we nog niet zelf iets maken. Ik kwam tot de ontdekking dat ik mijn Ov kaart heb vergeten. Met de kaart heb ik 40% korting. Omdat ik niet Mathilde ben, baal ik er wat van. Ik kijk nog even op internet en vind bij Actie van de dag nog kaartjes voor €12. Nog goedkoper als met mijn OVkaart.
Dan komen Dieter en Wilfried ook nog op de bordes bij het Seminarium. We praten nog wat en wisselen wat gegevens uit. Ze hebben de filmpjes van MijnMaatje ook al gezien. Morgen komt de rest. Ivm het trage internet doet hij dat liever thuis.  
















zaterdag 19 mei 2018

De tweeëndertigste dag van Pedrouza naar Santiago de Compostela

De laatste dag. Van Diaan krijgen we de laatste spreuk. Erg toepasselijk. “Vraag jezelf af of je gelukkig bent en je houdt op het te zijn.” Dat vragen we ons dus maar niet af op deze prachtige stille mooie ochtend. Maar dankbaar ben ik wel. 
Na een goede nacht in Pedrouza, tussen 4 en 5 uur gestoord door pelgrims die al gaan lopen in het donker, word ik voor de tweede keer wakker rond kwart voor 7. Vanuit de slaapzaal zie ik de lucht rood kleuren. Het belooft een mooie dag te worden. We komen in de eetruimte, waar inderdaad een grote schoonmaak is gehouden. Alle tafels en stoelen staan gestapeld. De sporen van het Koreaanse diner zijn gewist. Een Italiaanse familie ontbijt ook. Met Santiago taart en Magdalena's(cupcakes) en Mariakaakjes, dus ook zij houden van een zoet ontbijt. Erg grappig om zo de verschillen te zien. 

We lopen in stevig pas richting Santiago. Vanaf nu is het een eitje. Om half tien bij een bar, met een rij van een kwartier voor de koffie, nemen we even een kop koffie. Iedereen heeft haast. Als Santiago in zicht is, wil je maar een ding. Er naar toe. Zo belanden we rond het middaguur in Santiogo op het plein van de kathedraal. Je komt natuurlijk maar een keer voor de eerste keer aan. Deze keer is dus niet zo bijzonder, maar toch. Het is wel een periode van bijna 5 weken. Ik heb het gevoel van helemaal losgeweekt zijn. De dankbaarheid overheerst. De zon schijnt op deze dag, we zijn samen, we zijn gezond! Wat een geluk dat we dit zo samen kunnen doen. Wat een indrukken en ervaringen ook weer op deze reis. Zo’n bijzondere morgen op het strand voor Santander met een Duitse vrouw, die door de griepprik, jaren uitgeschakeld is geweest. Ik heb haar niet weer gezien. De eerste dag met de Nederlandse vrouw met haar zieke man. Dat was ook zo’n bijzondere avond. En zo zijn er veel momenten op te noemen. We zitten een poos stil op het plein. Dan togen we naar pelgrims bureau. het is er druk. Dat is te voorzien. Dus gaan we naar de Nederlandse huiskamer. We worden er hartelijk ontvangen. Het is altijd fijn om hier te zijn. Er hangt dit jaar een schitterend handwerk aan de muur. Het verbeeld de Camino. Het is zo mooi. Ik maak een foto en zal deze ook op het blog plaatsen.
We kopen een kaart met de route. Deze sturen we naar Aerofitt. We bedanken hun voor de goede  begeleiding bij de afgelopen winter en laten hun zo weten dat we goed zijnaangekomen. 
Terwijl ik dit blog schrijf op een terrasje in de straat van de pelgrimsoffice. komen verscheidene pelgrims langs. Sofia, de Portugese vrouw, Salvatore uit Sicilië en zijn zoon Valerio. We maken foto’s en zijn ook weemoedig. De laatste dag. Via Facebook kun je elkaar nog wel een poosje volgen, maar het einde is voorbij. Ook Andrew de Rus komt langs. Zijn vrouw en kinderen komen deze week naar Madrid.
We besluiten toch maar wat ergens te gaan eten. Ik wilde zelf wat maken, maar dan moeten we terug lopen. 500 meter, op zich niet veel, maar 500 treden naar beneden en ook 500 omhoog. Dus dat doen we maar niet. 
We eten op een terras in de zon een menu. We zien de gerestaureerde voorkant van de kathedraal. Hij is prachtig geworden. Twee lekkere schouderkarbonades met frietjes en een Santiago torte toe. Dat kan nu. Niet anders. 
We gaan zo nog even bij de mis kijken en een ontbijtje halen. Misschien nog even naar het pelgrimsbureau. De rij is steeds zo lang, dat we besluiten dat we daar geen tijd gaan doorbrengen. 

Dit blog maak in af op de trappen van de Alberge Seminario. De Compostela heb ik nog niet. De rij was steeds zo lang en toen ik de laatste keer kwam was het bureau dicht. Morgen een nieuwe poging. Nog 3 Duitse vrouwen komen binnen. Daar hebben we ook verschillende dagen bij in een herberg gezetten. Ook met hun maken we nog even een praatje.
Er komt net een padvindersgroep binnen. De kramp en spierpijnen zijn niet van de lucht. Er wordt stevig gespoten met een spuitbus met koude lucht, denk ik. Het valt ook niet mee. De kinderen zijn toch vaak te ongetraind. Ook met MijnMaatje gaat het toch niet zo geweldig. Hij heeft niet het volle pond steeds genomen van de magnesium en als het goed gaat schieten de oefeningen er ook bij in. Maar ook denk ik te snel lopen op een vlakke ondergrond telt mogelijk zijn tol. Maar we kunnen morgen rustig aan doen. “Een dagje om weer terug te keren naar het gewone leven, dat hierna nooit meer gewoon is. “De spreuk van Ricky Rieter, dat staat op het kaartje in we kregen in het pelgrimsbureau. De Duitse vrouwen komen terug met een fles wijn. Ik bedenk dat we nog een stuk worst in onze tas hebben. We drinken samen op de trappen van het Seminario een glas. Genieten van het prachtige uitzicht over Santiago. Zo om elf uur nog in het t shirt. Weer een speciale ervaring, 









vrijdag 18 mei 2018

De eenendertigste dag van Melide naar Pedrouza

20 km en 30000 stappen 

Wat een fijne nacht hebben we in de tent bij Casa Familia gehad. Op mijn Fittbit lees ik dat ik wel 8.30 uur heb geslapen. Dat is een unicum, zeker voor iemand die jaren bijna niet heeft geslapen. Het was lekker fris in de tent. Gisteravond waaide het flink, maar het bed was goed. We lagen er rond half tien in. Om 2 uur werd ik wakker. Ik moest naar de wc. Ik zag dat de hemel onbewolkt was en vol sterren. Een mooi gezicht en ik zat even een poosje op het houten stoepje van de tent om ervan te genieten. Wat een stilte! Heel anders dan hier op het terras waar ik tussen luidruchtige Australiërs zit die een vreselijk kabaal maken.  Ik ga na 10 minuten terug naar het warme bed en val weer in slaap tot 7 uur. Wat een nacht!
Bij het ontbijt ontmoeten we de medepelgrim Thomas weer. Hij wil graag een foto van ons maken voor zijn blog. MijnMaatje vraagt naar zijn Facebook. Dat heeft hij niet, want hij heeft een Syrische vrouw en met z’n facebook komt hij Israël niet in. Wat een wereld. Daar worden we natuurlijk nooit mee geconfronteerd. We zitten wel een uur aan het ontbijt. Genoeg om over te praten, home scholing, kinderen, onderwijs. Pas om kwart voor negen zijn we onderweg. 
In tegenstelling tot gisteren is het erg rustig. Er zijn wel pelgrims maar niet zoveel als gisteren. Toen leek het wel de vierdaagse. Zeker nu voor Santiago kun je ook uitrekenen waar iedereen loopt. De etappes zijn 25 / 20 km. Dan zijn Pedrouza en Arzua stopplaatsen. Geen wonder dat we gisteren een opstopping aantroffen. Als iedereen tussen half acht en half negen begint, dan komen ze 5 tot 6 uur later ook redelijk tegelijk aan. Vandaag gaan wij naar Arzua en doen dan een km of 13 met de bus tot Pedrouza. Het weer is goed en wel lopen stevig. Rond 13.30 uur zijn we in Arzua. We kopen brood en kaas en bij de bushalte peuzelen we het verse broodje op. De bus zou om 14.20 uur komen. We begonnen voorzichtig al na te denken over alternatieven, toen de bus een kwartier te laat toch nog kwam. We rijden redelijk langs de route en zien medepelgrims van de Camino Primitivo lopen.in Pedrouza is het druk. Vreselijke druk. Er komen hier 3 routes bij elkaar en is eigenlijk de laatste etappe voor Santiago. Maar zo druk als nu hebben we nog nooit mee gemaakt. Maar wat opvalt is ook de mensen met problemen. Onvoorstelbaar veel mensen kreupelen of hebben een schoen en een slipper aan. Je ziet allemaal knieën in braises of ingetapet. Dan is het enkele blaartje van mij pine nuts. 

Inmiddels schrijf ik verder in de cocina van de herberg. Er is een groep Zuid Korianen. Erg Katholiek. Ze hielden een mis in de slaapzaal. En voor het eten staan ze op van hun stoel en staan te bidden. Dat hebben we wel gemist op de Camino Primitivo. MijnMaatje zit met open mond rond te kijken. Af en toe tikt ik even tegen zijn kin, dat hij z’n  mond dicht doet. Twee Franse dames op leeftijd staan ook bij onze tafel. “Une spectacle! Enorme!” Ik denk dat ze zeker 10 kilo hamlappen hebben. En zeker ook wel 4 cm dik. De lappen gaan eerst in de magnetron en worden dan gebakken. Ze gaan regelmatig terug, omdat het nog niet gaar is. Nu zijn ze wel met een enorme groep. Ik tel er zo wel 18. Maar het is gigantisch. De mannen beginnen met eten en een vrouw kookt. Ladingen groente, uien, augurken, mosselen, garnalen en noem maar op gaan erdoor heen. De keuken van de herberg is totaal ongeschikt voor met twee koekenpannen van een doorsnee van 15 cm. Het is gigantisch chaos. Een berg eten, een berg afval. Een kabaal, er zijn 5 borden voor 18 mensen, een stapel plastic bekers van de Ikea. Ik snap dat herbergen de keuken dicht doen. Hier mag morgen wel een schoonmaak bedrijf komen om alles schoon te maken. Tussen de bedrijven door kookt een Italiaanse jongen een pan spagettie saus met 1,5 kilo gehakt en 3 potten saus en een fles rode wijn. Zitten wij als Nederlanders met 3 blaadjes sla en een blik kikkerwten en een tortilla barvas uit de magnetron. Een Grieks Yoghurtje toe. MijnMaatje zegt”Dan maken wij ons druk over elke plastic zak die we krijgen in de winkel hier en eten we bijna geen vlees. De hoeveelheid die we hier zien, kunnen we een half jaar van eten. Hoe krijg je wereldbreed duurzaamheid tussen de oren van mensen.” Dezelfde hoeveelheden verdwijnen ook weer in de afvalbak. Een van de Koreaanse dames is toch wat anders dan degene die kookt. Ze haalt de herbergier erbij en vraagt om extr afvalzakken. Haalt stukken vlees weer van de borden en doet ze terug in de pan. Er is zeker de helft van hun voorraad over. Dit kun je toch niet de hele dag meenemen in je rugzak. Nu heb ik ook wel Korianen op de ochtend dit zien eten. Dan maken ze om 5 uur weer zo’n portie. Ik ben benieuwd hoe dat zal gaan. Nou komt het morgen wel vroeg uit, want we willen vroeg aan de wandel, zodat we ook vroeg in Santiago zijn. Ze hebben we een eigen slaapgedeelte. Dus als ze vroeg opstaan heeft niet iedereen er last van. 
Elke fase van de Camino heeft zijn eigen sfeer. In het begin is iedereen ontwennig en kent m’n elkaar niet. Na vier weken is dit anders. MijnMaatje  heeft inmiddels verschillende mensen op Facebook. We kunnen elkaar volgen en zien dus waar iedereen is. Morgen komen de meeste van onze groep aan in Santiago en sommige zondag. Omdat we nu lang gelopen hebben, hebben we elkaar ook goed leren kennen. Dat is leuk, maar geeft net als hier in deze herberg ook veel kabaal.

Morgen dus de laatste dag alweer. We hebben het vandaag gehad over welke voornemens we nu hebben. Erg grappig, want MijnMaatje zegt dat hij niet aan nieuwe voornemens doet. Vorig jaar heeft MijnMaatje besloten om te stopppen met televisie kijken. Dat heeft hij dus een jaar volgehouden. Hoe zo geen voornemens? We zien er nog niet uit. Ik wil wel gaan hardlopen. In de winter hebben we de sportschool wel. Maar zomers zwem ik graag. Maar het zwembad is niet altijd open. Dus toch maar hardlopen?










donderdag 17 mei 2018

De dertigste dag van Freiara naar Melide

26 km en 37.000 stappen

Het is 17 mei en dat is een bijzondere datum. We hebben precies 38 jaar geleden verkering gekregen. Wat een lange tijd, maar ook bedenken we hoe snel de tijd voorbij gaat. Nog eens 38 jaar, dan zijn we 93 bij leven en welzijn. Deze hoogtij dagen bepalen je ook gelijk bij het hier en nu. Het is een verhaal van ‘  droom je leven of leef je droom”.Leven we genoeg naar hoe we zouden willen leven? Het later van “ misschien later als we stoppen met werken” kan er ook niet meer zijn. Heel bewust probeer ik te genieten van deze bijzondere dag. Samen lopen op deze prachtige mooie zonnige morgen. In het schitterende Galiciësche landschap, bergen met paarse heide en gele brem, groene weiden, boerderijen, kleine landweggetjes. Het einde van de Camino komt hoe dan ook inzicht. Na deze dag nog 2 dagen. En op wat kleine stukjes rond de steden hebben we alles gelopen. En nog meer dan we hadden gepland. We lopen, bij leven en welzijn, helemaal tot aan Santiago. 800 km lang....
Vandaag gaan we naar Casa Familia. Een familie woont daar met hun 5 kinderen. Het is een bijzonder verhaal hoe we hun hebben leren kennen. Via mijn rekenblog kwam ik bij homescholingonderwijs terecht. Daar las ik het verhaal van hun zoektocht naar een ander leven. Hun droom om meer in de natuur te leven met hun kinderen. Ik volgde hun blog en las hoe ze in Spanje neerstreken. Toen verloor ik ze uit het oog. Vervolgens troffen we vorige de vrouw terwijl we koffie dronken bij het pelgrimsbureau in Santiago. We kwamen net aan van de Camino Portuges.  Ze liet er kaartjes achter van hun Casa. In november troffen we ze weer op het Dankjewelkom van L’ Esprite du Chemin”.
Vanuit de herberg van Freiara is het naar Melide ongeveer 20 km en dan 6 km terug, de Camino Frances op. Rond een uur of 12 kwamen we in Melide aan. Je loopt er heel rustig tot aan de hoofdstraat. En dan als een .... ik weet eigenlijk niet wat, beland je ineens in het circus van de Camino Frances. Wat een immense drukte. Honderden  pelgrims. Waar moeten deze mensen slapen, passen we allemaal we in de kathedraal? Niet te geloven. Misschien als je erin loopt, dat je niet zo veel idee hebt van de drukte. Maar als je tegenin loopt, zie je pas hoeveel pelgrims dit zijn. Het is echt ongelofelijk. En heel veel met een klein rugzakje. Dat betekent dat de koffie of grote rugzak wordt na gestuurd. Busladingen Amerikaanse vrouwen bijvoorbeeld.
We krijgen veel commentaar om dat we tegen de stroom in gaan. Maar op een gegeven moment zegt MijnMaatje maar dat we naar Sant Jean du Porte lopen. Dan knikt iedereen bewonderend. We are going back to home...
Rond 14.30 uur belanden we in Casa Familia. Het ligt prachtig op een berg en het kijkt uit over bergen. De mensen en hun kinderen zijn hartelijke en gastvrij. We mogen kiezen, een kamer in huis of in een tent. We kiezen voor de tent. En zo brengen we een heerlijke lange middag door in zon(en veel wind). We genieten van het weer, elkaar, de gastvrijheid. Het eten samen is gezellig. De spreuk van Diaan kont weer goed van pas. “Spot niet met de droom van een ander. “ ik denk dat de familie hun droom hier na leeft. Elke dag met je kinderen samen. Ze opvoeden zoals jij vindt dat dat goed is. In eenvoud. Ze leven van de pelgrims en andere bezoekers. Mooi om te zien hoe ze samen leven. Niet iedereen zal deze levenswijze aan kunnen. Maar ik heb respect voor mensen die hun droom willen leven. Wat niet altijd wil zeggen dat het een droomleven is.
De kinderen zijn vriendelijk en heel belangstellend. Een van de dochters maakt een Dit ben ik boekje. Dit zal ik meenemen en vragen of de kinderen op school  dit willen invullen.
We starten de maaltijd door te benoemen waar we dankbaar voor zijn. De kinderen praten al een mooi woordje Engels mee. Dat is ook nodig, want Thomas de andere pelgrim komt uit Tsjechië. Hij loopt terug naar Burgos en dan naar Bilbao. Hij wordt vader in december. Hij maakt een website over de Camino in het Tsjechië’s en wil ons graag interviewen. Alles is prima.
Terwijl ik dit blog type ligt MijnMaatje al in bed. Zijn zonnebril werkt zo goed, dat hij nu pas merkt dat hij hem op heeft. Of ik hem de andere bril wil geven. Hij wil niet weer uit het bed komen. In Lugo was ik ook laat. Toen heb ik mijn bril inmijn toilettas gelegd. De volgende dag wil ik onderweg mijn bril pakken en is mijn brillendoos zoek. Ik zak bijna door de grond.... waar heb ik mijn bril gelaten. We halen alles uit de rugzak en vinden de brillendoos met brillen.... in de toilettas. Je kunt wel eenvoudig leven op de Camino maar zonder bril is dit wel te eenvoudig. 
De WiFi is te beperkt. Dus morgen weer meer foto’s. 













woensdag 16 mei 2018

De negentwintigste dag van Lugo naar Freiaria

26 km en 36.000 stappen en toch nog zo’n 600 klimmen

Een heerlijk nachtje in de herberg municipal. En zo bijzonder, bijna geen snurkers en iedereen sliep tot 6.45 uur. Dat is al een goed begin van de dag. In de Spartaanse keuken maakten we ons ontbijt en een laatste kop koffie. Ons koffiebusje is op. We hebben een extra yoghurtje voor onderweg. Gisteren heb ik niet zelf kunnen koken en er is dus geen restje pasta. Gewapend met de yoghurt met havermout en de twee stokbroden gaan we op weg. Er is deze dag niets volgens het boekje. Dat klopte niet helemaal.  In een aftands barretje, serveerde een hele oude man nog een kopje koffie en er was een warme tortilla braves. Ik begin het te leren. Een tortilla bravas is met aardappels en ei en is een soort pannenkoek van 3 a 4 centimeter dik. Tortilla Franchise zijn roereieren met kaas en tomaat. Het verschil werd me uit de doeken gedaan door een Spaanse jongen die 1 jaar in Duitsland heeft gestudeerd en dus redelijk Duits kan. 
Het gaat prima met voeten en benen. We hebben nog nooit zo’n lange dag gemaakt als gisteren. 32 km met rugzak. En nog flink heen en weer gelopen in de stad. Ik zag nog hele leuke tasjes gemaakt van oude spijkerbroeken. MijnMaatje had geen tijd en zin om het te bekijken, dus het moest heel snel. Ik zag ook een prachtige winkel met kruiden, bonen en granen. Jammer, we kunnen niets meenemen, maar wat mooi om te zien. Maar ook zo leerzaam alle Spaanse namen. Ik koop 100 gram vijgen en deze peuzelen we vandaag onderweg op. 
De route is eest een heel stuk langs de weg. Dat is niet zo leuk. Het is bewolkt en we lopen zo de km weg. Rond 12 uur zijn San Roman en we eten het yoghurtje en een halve stokbrood. 
Het is heel rustig onderweg. Geen pelgrim te bekennen. We komen langs een boerderij. De boerin wil ons graag kaas verkopen. Maar we kinnen dat niet goed houden. Zonde van de dure kaas. We geven haar voor het stuk dat we mochten proeven beschaamd een euro.  Van de boerin krijgen we een gulle lach. Het geeft wel te denken dat je zo blij bent met 1 euro.
We hebben het samen over de spreuk vandaag van Diaan.” Soms moet je veranderen om je zelf te blijven! “ Bij de eerste oog opslag lijkt de spreuk een beetje wonderlijk: veranderen om je zelf te blijven. In de luisterboeken die op mijn iPhone staan, hoor je steeds,” Blijf dicht bij je zelf!” Bij de Big Five van gisteren over de persoonlijkheidskenmerken las ik dat je je wel veranderen kan, opschuiven als het ware in je persoonlijkheidskenmerken. Maar echt veranderen kan iemand niet. Het blijkt toch dat nature boven nutere gaat. Ik denk ook dat scherpe kanten van een persoonlijkheid minder kunnen worden.   Als ik bedenk hoe we vroeger in het begin van ons trouwen kampeerden en wat we nu doen. Dat had ik toen nog niet kunnen bedenken. Ik nam bij wijze van spreken de aardappels nog mee. Ik weet nog dat we in Oostenrijk ooit een stel naast ons kregen die op fietsvakantie waren. Het leek me vreselijk, wat een vakantie Nu weet ik dat dit ook iets van organiseren is en weten hoe je dit aanpakt. Dat je steeds handiger wordt in het bedenken van manieren waarop het slim kan. Nu is dit maar een voorbeeld. We komen tot de conclusie dat je soms moet veranderen, omdat je anders te ver van je zelf af komt te staan. Soms worden dingen van je gevraagd waarvan je weet dat ze ethisch niet goed zijn. Je kunt het soms niet oplossen in je organisatie en dat betekent dat je moet veranderen van baan of zo, zodat je toch kunt doen wat het best bij je past. Dan past de spreuk. 
In het luisterboek gaat het om een man die in Marokko 4 jaar in een gevangenis heeft gezeten, op verdenking van drugshandel. Hij is al die jaren bij zichzelf gebleven. Hoe moeilijk de omstandigheden ook waren. Dat is ook niet voor iedereen weg geleegd. 400 brieven van mijn moeder, hete het boek geloof ik. Ik kan het niet nakijken, maar indrukwekkend.
Rond drie uur komen we eindelijk op plaats van bestemming. Het ging niet zo soepeltjes als gisteren. Niet dat we problemen hebben, maar mijn benen zijn gewoon zwaar. Ik zie nog net op een bord dat de herberg, waar we naar toe willen gesloten is. Toch handig dat je weet dat cerrada gesloten betekent. Deze herberg was nog 800 meter. We gaan dan maar de herberg waar we voorstaan. Maar deze verzorgt een gezamenlijk maaltijd met paella. En omdat ik nooit zeker weet of er wel of niet mosselen door heen zit, durf ik deze in Spanje niet te eten. Ik word er erg ziek van. Daar moet ik nu niet aan denken. Het blijkt dat ze ook wel iets anders kunnen maken, dus we besluiten om hier maar te blijven. De volgende herberg is geen optie. Er is hier niets. Geen winkel, geen bakker... we kunnen niets koken. Je bent dan wel een beetje overgeleverd aan de herbergier. Die vraagt dan ook rustig bedragen, die we de hele Camino nog niet eerder hebben betaald. Maar het is niet anders. 
Er is alleen nog een drie persoons kamer. Het zij zo. We krijgen nog een medeslaper. Allemaal prima. De herberg is een oude kippenschuur. . Prachtig verbouwt overigens. Pelgrims zijn vast lucratiever dan kippen.. De kamers en de douches zijn prima. Maar door het uitbaterige gevoel zit je toch niet zo leuk. De zon schijnt en we zitten een poos in de zon. Heerlijk de warmte op je huid. Morgen willen we naar Casa Familia. Dat betekent 20 km tot Melide en dan nog 5 km terug op de Camino Frances. Het is prima. Bij toeval troffen we deze familie vorige jaar op het Pelgrimsbureau. Ze hebben een familie huis en stellen deze open voor iedereen die maar wil. We willen graag een kijkje nemen. 
We moeten wel mee eten, want er is geen winkel open. Er is een of andere feestdag. We moeten bij het ontbijt maar goed bunkeren, zodat de we 20 km naar Melide kunnen overbruggen. Dan is er wel een bar of zo. Het eten is pas om 7.45 uur. Dan duurt de middag ook wel uren. We besluiten nog even een ommetje te maken in het dorp. Het blijkt een straat te zijn. Maar de bar is open en heeft veel beter internet als in de herberg. Ik schrijf gauw mijn blog af. Kan ik hem nog even posten. 
















dinsdag 15 mei 2018

De achtenentwintigste dag van O Cadavo naar Lugo

32 km en 46000 stappen
De achtentwintigste dag alweer en de 27ste dag dat ik loop. Nog 4 te gaan en we lopen dat helemaal tot aan Santiago. Daar was ik niet vanuit gegaan. Ik had gedacht dat we twee etappes met de bus zouden moeten  doen, maar het gaat heel voorspoedig.
Na regen komt zonneschijn en dat was ook zo. We wilden om 7 uur vertrekken omdat we een tocht van 30 km voor de boeg hadden, maar dat is niet gelukt. We waren niet eerder wakker. De slaapkamer hadden we voor ons alleen, dus niet gestoord door enig gesnurk hebben we een lange nacht gemaakt. Maar betekent dat we pas om tien voor acht buiten de herberg staan. Ik ontdekte vanmorgen nog twee kleine, maar hinderlijke blaartjes. Daar heb ik ook nog een draad door getrokken. Maar het ging vandaag super. Dat is me wel wat waard! Als je bij elke stap die je zet wat voelt is ook vervelend. De omgeving is prachtig. Dat kan ik nu zeggen, want we ik zie nu tenminste iets. Na drie dagen mist en nevel is dit een verademing. De dag begon goed, want we zagen vanuit de slaapzaal de zon over de bergen komen. Prachtig, maar toen we buiten stonden, waren de bergen al weer gehuld in nevel. Maar na een uurtje trok het open en een blauwe hemel werd zichtbaar. Het was fris, dus we konden even flink door tokkelen en zo hadden we om 10 uur ook al 10 km gemaakt. Dat schiet ten minste op. 
In deze herberg was de WiFi redelijk, dus ik kon een nieuw luisterboek downloaden. “Zonder stress”  van Davidji. Een mooie titel voor op de Camino, waar de enige stress gaat over of er een slaapplaats beschikbaar is. Was het echte leven maar zo eenvoudig. Het hoofdstuk dat ik nu luister, gaat over de Big Five. Een indeling van persoonlijkheidskenmerken van mensen. Het is toch wel bijzonder dat we graag mensen willen indelen. Maar goed, De Big Five onderscheidt 5 grote thema’s die min of meer iets zeggen over hoe mensen in elkaar zitten. Het gaat om openheid, emotionele onbekommerdheid, onbaatzuchtigheid, extravertheid en gewetensvolheid. Toen ik het even na zocht op internet, zag ik ook een testje. Ik kon het niet laten om deze te doen. Ik laat de score door de lezers maar raden. Een aantal van deze kenmerken bepalen of je gauw last hebt van stress of niet. En natuurlijk zijn er meerdere vormen van stress. Je hebt goede stress, bv voor een wedstrijd of een spreekbeurt. Dat is juist goed, even goed alert zijn. Lang aanhoudende stress is verkeerde stress. Dat gaat mensen op de duur verlammen. Om een Camino goed te kunnen volhouden, moet je denk ik ook wel stress bestendig zijn. Het is te kort  door de bocht om te zeggen, dat de slaapplek de enige stress factor is. Drie dagen slecht weer en alles nat, geeft ook stress. Door ervaring weten we inmiddels dat wandelen lang zo erg dan niet is als fietsen. Er is altijd wel een slaapplek en de volgende morgen zijn de spullen bijna altijd wel droog. Dat is met fietsen nog anders. In een zeiknatte tent valt het niet mee. Maar als de zon weer schijnt. dan is alles zo weer droog en je wast een keer en het leed is weer geleden. Maar het is wel een heavy gebeuren. Wil je alles schoon en geregeld hebben, dan is de Camino geen goede plek. Op zaterdagmiddag geen winkels open, dus geen boodschappen. En natuurlijk in een dorp, waar ook geen bar is. Maar hoe erg is het? Dan nog maar een oud stukje brood, want toch nog ergens in de rugzak zit. Of toevallig net nog in de herberg ligt. Blaren? Lastig, maar het is niet anders. Leren om om te gaan met stress, leer je zo wel.
Ik moest hier aan denken toen ik de spreuken van vandaag en gisteren van Diaan kreeg. Ook dit heeft zo met de persoonlijkheidskenmerken te maken. 
“Beoordeel je succes in verhouding tot datgene wat je ervoor moet geven! “ en “Er worden meer mensen door oefening flink dan door aanleg!”. 
Als het gaat om succesvol uitlopen van zo’n tocht gaat het natuurlijk om een stukje doorzetten. Je kunt na 3 dagen regen de t@xi pakken of doorgaan. Dat heb je in de hand en kun jezelf iets aan doen. Maar er zijn ook factoren die je niet in de hand hebt. Blaren, val partijen, ziek worden, zoals Liander. Geef je dan op of ziek je 1 a 2 dagen uit? Er zijn ook mensen die met zulke pijnlijke benen lopen en toch doorzetten en hun knieën verprutsen. Tot hoever ga je? 
Maar ook de andere spreuk is zo waar. Als je eenmaal loopt, kin je ook niet anders. Door het ritme van de dagen word je ook gedwongen tot doorgaan. Het ervaren dat je het kunt door gewoon door te zetten is ook een les. Toen ik twee jaar geleden begon aan de sportschool kon ik geen enkele oefening. Nu kan ik alles gewoon, planken en opdrukken. De les is dat oefenen en doorzetten loont.

Onderweg lopen we Norbert achter op. We praten over van alles en nog wat en zo komen we rond 15. 00 uur Lugo binnen. Norbert blijft hier een dag en gaat in eens hotel. We gaan in het park eerst eten. Dan nemen we nog ergens een kopje koffie op een terras in de zon. Ik heb dan al 30 km op de teller staan. We lopen langs de kerk en gaan naar binnen. Ik lopen in de armen van de koster die een rondleiding geeft waar ik niet onderuit kan komen. En krijg een stempel als toegift. Van de weeromstuit ben ik MijnMaatje kwijt. Ik app om hem te vinden. Dan gaan we richting de herberg. Ik wil er graag een met keuken.maar de herberg heeft geen keuken. Helaas is deze ook nog 13 euro. We besluiten naar de municipal te gaan. Is ook geen keuken, maar deze is samen 12 euro. Dan gaan we wel ergens eten. Er blijkt geen menu meer te zijn. We zien er even flauw van. 32 km gelopen en geen menu meer. Dit is de grote stad, daar is meer te doen dan pelgrims eten te geven. Er is nog wel een plate met beuy. Iets met rundvlees.en zo zie je maar weer, he5 komt altijd goed. Ik kon het portie namenlijk niet eens op.

We krijgen toch nog stress, de herberg sluit om 22.00 uur. Ik moeten stoppen met de blog. We moeten haasten, want anders is de deur van de herberg dicht en hebben we echt een probleem. 








maandag 14 mei 2018

De zevenentwintigste dag van A Fonsagrada naar O Cadavo Baleira

25 km en 37.000 stappen 670 meter gestegen en 880 meter gedaald

In een hele stille herberg schrijf ik dit blog. MijnMaatje achter een glas wijn en ik achter mijn 1,5 liter Spa rood. Het drinken overdag gaat niet zo, daarom probeer ik in de herberg een fles Mineraal water leeg te drinken. En eerlijk gezegd lukt dit aardig. Het plassen gaat ook prima, dus ik denk dat de vochtbalans goed zit. MijnMaatje ruimt op. We hebben zelf gekookt en welwillend knikken de hospitalero’s over zijn opruimaanpak. Volgens mij is Spanje traditioneler dan ik denk, ik heb het toch maar getroffen met zo’n man knikken ze dan. We kwamen aan bij de herberg en uiteraard was plaats. Maar omdat we samen binnenkwamen en ze merken dat we getrouwd(!) zijn en alleen lopen,(Spanjaarden lopen vaak in groepen) krijgen we op een aparte slaapzaal een bed toegewezen. Wat een gelukje. Op een zaal met 10 bedden, slapen we alleen. Met een eigen douche en wc! Wat wil een mens nog meer. Op een of andere manier zijn de medepelgrims die we kennen naar de andere herberg. Als je een ander boekje hebt, zie je ook dat mensen naar de herbergen uit dat boekje gaan. Maar het is lekker rustig. De andere pelgrims die we niet kennen zijn Spanjaarden en deze eten pas om 8 uur en zijn in de bar naast de herberg.
We hebben een pasta met vis gemaakt. En zoveel dat we morgen overdag ook weer een salade hebben. We moeten morgen wel 30 km, want we gaan naar de stad Lugo. We moeten ook vroeg weg, want het betekent minimaal 7 tot 8 uur lopen. Als we nog iets willen zien van de stad, moeten we wel op tijd zijn.
Het was verder een hopeloos dagje, maar  met een mooi einde. Vanmorgen lagen we op een zaal met langslapers. Dat is wel lekker, want zeker met het slaapmasker op, maken we dan een lekkere lange nacht. 
Wij waren om 7 uur de  eersten die op stonden. Het regende gestaag, dus we hezen ons in de regenpijpen en de poncho’s. Het was geen tuinslang regen, maar wel zo dat alles gewoon nat werd, er hing een dikke nevel, dus hoe het gebied er uitzag, weet ik niet. Gisteren kwamen we in mist aan, dus ook niets gezien.  En vanmorgen dus weer niet. De herberg gisteren was van alle gemakken voorzien. Dat zegt genoeg weten we nu. Ook deze herberg heeft schoenverwarming, wasmachines ect ect.. Dat betekent dat het normaal is dat iedereen versmeerd en nat aankomt. Ik weet het van andere Camino’s ook. In Galicië regent het meestal. Ik had vannacht al wat laatst van mijn blaar op de hal. De ellende is dat ik niet kan kijken. Als er compeet op zit, moet dit vanzelf er af vallen. Het jeukte vreselijk. Dat kan betekenen dat de huid heelt of dat het ontsteekt. Je mag het er niet af trekken, want dan neem je de nieuwe huid mee en ben je nog verder van huis. Na een uur haal ik het wolletje weg, het  voelt alsof de schoen te klein is. In de regen wel een toestand, maar goed. We lopen weer een uur en ik heb vraagtekensbij het feit  of ik het einde van deze etappe wel lopend haal. En het regent, en regent, en regent..
Het groepje pelgrims dunt wel uit en dat is ook wel te begrijpen. Voor de derde dag al, eigenlijk hopeloos weer. De Italiaanse jongen Valentoria is ziek en gaat per taxi naar de volgende herberg. Een van de Duitse vrouwen heeft een hele dikke enkel en we horen dat zij ook met de taxi gaan. Een man van de Canarische eilanden een een scheenbeenontsteking. Het is ook wel een zware tocht. De hoogte verschillen zijn groot en de etappes lang. En met slecht weer is het hopeloos. Je bent warm van het lopen en je zit even ergens wat te drinken en dan tocht het vreselijk. Dan ga je ook zo voor de bijl. Ook Liander komen we weer tegen. Hij is ziek en neemt een kamer. Hij wil een goede lange nacht maken. Ik houd mijn hart vast, want volgens mij heef hij gewoon kou gevat. AneSofia die we ook steeds tegenkomen wil vandaag 32 km lopen, zodat ze eerder in Lugo is. Later op de dag komen we haar weer tegen in de andere herberg. Helemaal kapot en er doorheen. De paden zijn door de regen glibberig. Ook dat maakt dat het lopen moeizaam is. Rond een uur of  half twaalf komen we bij een eerst bar. Dan zijn we  3,5 uur aan het lopen in de miezerige regen. We nemen een koffie grande en er een eigen gemaakte cake bij. Hier kikkeren we wat van op. Ondanks de regen is het niet koud, dat maakt dat ik met mijn thermohemd aan en de jas onder de poncho zweet als een otter. Bin de bar neem ik een paracetamol. Ik voel een beginnende hoofdpijn. De hak met blaar is ook een pijnlijk. Elke stap die je zet voel je. En dat na 26 dagen. Ik baal als een stekker. Van het wolletje maak ik een ring en leg deze om mijn hak. Dat blijkt een gouden greep te zijn (of de paracetamol?) want de pijn ebt weg. We moeten dan nog een stukje stijgen en dan blijkt de weg aflopend te zijn. Rond 12 uur stopt de regen en schijnt de zon. Gelukkig zijn we dan net een een huis met een aantal gezaagde blokken hout. We zitten lekker in het zonnetje en eten een broodje. Een prachtig uitzocht hebben we over de bergen. Nu de nevel is opgetrokken zien we hoe prachtig de omgeving is. Mooi glooiende bergen met heide en paarse brem. Bossen en weilanden. Groepjes oude huizen. Schitterend. Na nog 2,5 uur dalen komen in het dorp O Cadavo. Wij overnachten hier. Na 25 km vinden wij het wel welletjes. Morgen is het 30 km. Maar misschien rijdt er in een voorstadje wel een bus voor de laatste km. 
Er is een herberg municipal, maar met deze kou vinden wij dat te erg. Er zijn grenzen aan onze flexibiliteit. De private herberg is weer een cadeautje. We betalen 10 euro, 4 euro meer  als bij de  municipal, maar we hebben dan ook wat. De waslijn van deze herberg is in de zon en ik besluit te gaan wassen. Wat ondergoed, de sjaal, zakdoeken, handdoeken de theedoek die ook rechtop kan staan van de viezigheid. MijnMaatje heeft vraagtekens bij het gebruik van de theedoek, maar ik vind het prettig om op picknicktafels en zo een kleedje te hebben. Ook droog ik onze magnetronbakken er steeds mee af. De zon schijnt heerlijk en we zitten urenlang op de stoep van de herberg in het zonnetje. Dan zie is dat de tape op de hak loslaat. Heel voorzichtig peuter ik er aan. Het laat zo los. Ik zie ook waar de jeuk vandaan komt. De huid waar geen compeet zit is helemaal rood. Ik kan ook niet zo goed tegen tape. Krijg daar vaak een allergische reactie van en zo nu ook. Maar ik zie ook dat ik een giga blaar heb. En dat na zesentwintig dagen lopen. Het kleine blaartje is een joekel geworden. Ik heb ook bang dat het gaat ontsteken. Op de hoek van de straat zit een farmacie en ik haal een flesje alcohol. Ik ontsmet mijn handen en alle naalden en het draad dat ik heb leg ik te weken in de alcohol. Ik trek 3 draden door de blaar en de pijn is weg. Ik besluit er niets meer op te plakken en morgen een zakdoek er op te leggen en dan weer de wol. Op hoop van zegen. Vannacht doe ik er op dan droogt de blaar wat op en de rode uitslag trek dan misschien weg. Als ik maar zonder pijn lopen kan, want anders is 30km wel lang. 
Maar de was is droog, de zon schijnt en de komende dagen wordt het weer beter. We gaan voor de laatste loodjes.nog 127 km tot Santiago.











zondag 13 mei 2018

De zesentwintigste dag van Grandes de Salime naar Fonsagrada

26 km en 38.000 stappen  900 meter klimmen
In de herberg, terwijl de sopa nog 10 minuten moet koken, begin ik alvast aan het blog. Het is een moderne herberg en van alle gemakken voorzien. Je kunt koken, lakens en koffie en thee. Wat wil een mens nog meer. Deze herberg kost 10 euro per persoon. En de winkel verderop in de straat is ook nog open ook, dus we kunnen zelf koken. Ik maak een lekkere bonensoep. Onze Duitse vrienden zitten in een andere herberg van 6 euro, maar geen verwarming, wel een keuken, maar geen pannen. Het is dus lekker rustig. Even tijd voor een rustig moment om te schrijven. Er zijn veel mannen alleen onderweg. Deze gaan vaak voor een menu del dia. Maar wij koken vandaag gewoon een lekker soepje. In de herberg van David hebben we deze soep ook gegeten. Aardappels in blokjes, witte bonen, tomatenpuree en kruiden. Na deze koude dag hadden we gewoon zin in soep. Soms is het zo druk in een herberg. Omdat je steeds dezelfde etappe loopt kom je ook steeds dezelfde mensen tegen. Op zich erg leuk en gezellig, maar ik kom zo slecht aan mijn blog toe.
Vannacht was MijnMaatje even wakker en heeft hij wat filmpjes geüpload. Hij zag dat ik mijn bril nog in mijn tas had hangen, toen we bijna bij de herberg aan kwamen. Ik dacht ook dat ik hem nog had toen in bij de herberg kwam. Ik had me al bedacht dat ik alles nog eens na zou kijken. In alle vroegte ging MijnMaatje naar beneden naar de bank. Daar heb ik mijn schoenen uitgetrokken. En ja hoor tussen de kussens vond hij de bril. Super gewoon. De bril is stuk, maar zonder lopen is wel een probleem. Nou had ik vandaag de bril niet nodig, want het was me toch een weer. De eerste twee uur hebben we nog redelijk droog gelopen. Toen begon het te regenen. Een miezerige bui. En daarna de rest van de dag in mist. 
Vanmorgen moesten we eerst voor nood een desayunos, het ontbijt,  in een bar halen. Er was gisteren geen winkel open. Van het menu van gisteren hebben we het brood mee genomen. Deze hebben we voor onderweg, maar door de regen kunnen we ook nergens zitten. Rond een uur of twaalf kwamen we langs een bar en daar hebben we koffie genomen. Maar het was er zo druk. Het was de enige gelegenheid deze dag. Dat maakt dat iedereen daar een kopje koffie neemt. We wilden ook een broodje, maar ons Spaans en onze handen en voeten waren niet genoeg om de waard te laten begrijpen dat we twee broodjes wilden. Dus hebben we het ene broodje gedeeld. In het begin konden we ergens nog wat bananen en chocola kopen. Plus het ene broodje, was dat het rantsoen van deze dag. In deze bar keek ik ook even naar mijn dikke teen. Deze was wat pijnlijk.,ik kreeg gelijk op de kop van de waard, want je mag in de bar je schoenen niet uit doen. Ik snap het niet goed waarom en wat het probleem is. Maar het blijkt dat ik een knoeperd van een blaar op mijn dikke teen heb. De waard was zo boos en ik begreep eerst niet waarom. Maar het regende buiten en waar moet je dan zitten? Uiteindelijk heb ik in de hal op de grond tussen de rugzakken de blaar door geprikt. Ik weet nooit of dit slim is, want ik plak er dan een compeet over heen en dan met tape. Dit moet dan vanzelf loslaten. De compeet zorgt voor een nieuw laagje huid, maar met tape laat dit niet los. Op mijn hak van dezelfde voet blijkt het kleine blaartje toch nog voor wat mee problemen te zorgen.onder het tape jeukt het, maar je kunt het er niet af halen. Tijdens het lopen valt het mee. Met wat extra wolvoel ik het niet erg. Het komt toch van het klimmen denk ik. Onder de teen heb ik geen wol, maar nu uiteraard wel en dat gaat goed. De hak is een ander verhaal. We willen graag nog 6 etappes. Dan hebben we alles gelopen. Maar duimen dat dit gaat lukken. 
Rond half vier belanden we in de herberg. Daar is Kelvin de Nederlandse jongen ook. Helemaal er doorheen. Slecht weer maakt dat sommige mensen het niet meer zien zitten. Johan de Zweedse jongen, waar hij veel mee liep, is naar huis. Johan heeft een paar dagen teveel gelopen. Hij wilde ook graag naar Finesterre en moest km maken. Zijn ene onderbeen zwol zo op, dat verder lopen niet verantwoord was. Jammer is dat. Je weet dat het meestal fout gaat als mensen te veel willen. Je moet dan stoppen. Net zo als het Franse stel, Marie en Michiel. Nu lopen zij elk jaar 3 weken. Dus volgend jaar pakken ze het wel weer op. Sommige mensen sparen jaren verlof voor deze tocht en als je dan zo ver bent en het gaat mis, sneu hoor.
In de herberg, horen we dat we tot half 7 moeten wachten tot de supermercado open gaat. Op een half broodje en twee bananen 26 km lopen is een opgave. Van het broodje van gisteren maken we in een koekenpan een tostados. Met wat boter en twee koppen koffie prima 4 uurtje. Ze kunnen we het misschien wel volhouden tot de winkel opengaat. De weekenden vallen niet mee qua boodschappen en winkels. Is in elk dorp en stad verschillend. In de rugzak kan je ook niet zoveel voorraad meenemen. Dus is het nu even behelpen.
We zitten knikkebollend aan tafel. De soep was heerlijk en ieder een halve sinaasappel als toetje is ook prima. En zo is alweer een dag voorbij. Morgen naar  O Cadavo. Dat is ongeveer 24 tot 26 km . Eigenlijk willen we nog wel wat verder, maar de volgende herberg is dan gelijk 8 km verder. Dat wordt toch echt teveel. Misschien dat het meevalt met de blaar. Maar 32 km een beetje te veel van het goede, MijnMaatje is inmiddels naar bed. Ik probeer de blog nog even te uploaden, maar het internet is zo traag....

zaterdag 12 mei 2018

De vijfentwintigste dag van Berducedo naar Grandes de Salime

21 km en 32.000 stappen 1182 meter gedaald en 852 meter geklommen
Vandaag hebben we een day off. Zo voelt het althans en zo gedragen we ons ook. We hoeven maar 20 km.. Dat is een eitje. Het is natuurlijk te belachelijk voor woorden, want vorig jaar vonden we deze km normaal. Nu doen we als of het een zondagmiddgommetje is.  
We staan pas om 8 uur op uit ons “metromoniumbed”. Een mooie naam voor een twijfelaar. Het doet me denken aan mijn jeugd. Mijn ouders hadden zo’n bed en het mooiste was om er op te springen. Wat uiteraard niet mocht. Als ze weggingen deden we het toch. Alsof mama niet zag dat we er op gesprongen hadden. Zo mooi als zij het bed op kon maken konden wij nooit.
Ondanks de zware toch van gisteren hebben we geen centje pijn. Ik heb een blaartje. Ik had het wolletje op de rechtervoet niet goed genoeg gevouwen en dat betekent direct een blaartje. Maar met tape en een stuk wol voel ik er niets van. Helaas regent het als we weg willen. Daarom doen we lang over het ontbijt. Dan is het om negen uur droog en gaan we op weg. Wel met onze regenpijpen aan, want het is koud en we verwachten wel een bui. Na de eerste km is het al mis. Het regent en waait en is me toch koud. Zo koud, dat ik na een kwartier aan de kant van de weg sta te brullen. Mijn handen doen zo’n pijn. Ik kan slecht tegen kou op mijn handen. Dan speelt denk ik de dystrofie weer op. MijnMaatje pakt de stokken uit mijn handen. Ik heb geen gevoel meer in mijn handen. Ik leg ze onder mijn regenpijpen tegen mijn benen. We moeten blijven lopen omdat we anders veel te koud worden. Gelukkig is de weg geasfalteerd. Op een zandpad met keien kan je niet met je handen onder de regenponcho lopen. Als je valt kun je je niet opvangen. Heb ik ook al een keer mee gemaakt. Maar gelukkig  lopen we nu wel een aantal km op een goed pad. Dat komt mooi uit. En de bui is na een poosje ook over. We bereiken een dorp met een bar. We gaan naar binnen en hangen de poncho te drogen aan de waslijn. Een heerlijke hete kop koffie en we krijgen er een stukje eigen gemaakte cake bij. Voor de dagen in Santiago horen we dat het erg druk is. Het is dan Pinksteren. Inderdaad lukt het ons al niet mee om een kamer te boeken. We besluiten om toch al ast maar een bed te boeken. Als de kamers nu al vol zijn, dan vrees ik ook voor de bedden. Dat worden helaas geen witte lakens ... na een half uurtje is het geregeld en gaan we weer verder. De tocht gaat weer over bergtoppen. Er is een bos brand geweest. De bomen zijn zwart geblakerd, maar eronder groeien prachtige blauwe vergeet me nietjes en gele bloemen. Het groene frisse blad steekt schril af tegen de zwarte stammen. We lopen richting een stuwmeer. Tussen de bergtoppen door waait het behoorlijk. Ik had mijn thermohemd aan en mij shirt met lange mouwen, mijn sjaal om en de regenpijpen voor de kou. Er komt weer een bui aan en het begint te hagelen en te sneeuwen. Wat een weer. Maar sneeuw is niet zo erg als regen. Het trekt niet door elke spleet van de poncho heen. Gelukkig zijn het buien. 
Wat hebben we eigenlijk een geluk gehad gisteren. Met het wee van vandaag hadden we de tocht boven niet kunnen maken. Wat komt dat mooi uit. Ik moet niet denken al alle pelgrims die vandaag de boventocht hebben gepland. Gisteren gingen we al bijn van ons stokje van de kou, hoe zal het dan vandaag zijn?
We hebben weer geluk, want tegen twaalven komen we bij een rotspartij. Daar kunnen we even lekker zitten. Bankjes tref je niet hier boven in de bergen. Het is droog en we hebben een prachtig uitzicht over de stuwmeren. We eten een lekker broodje gezond met een stuk kaas. De voorraad begint aardig uit te dunnen. Er moeten vandaag wel boodschappen worden gedaan. 
Dan lopen we door met een lekker zonnetje wel een km of 5 naar beneden. Uiteraard moeten we weer omhoog. Het is een mooie wandeling. In het volgende plaatsje zijn genoeg herbergen, dus we gaan lekker relaxt verder. Tegen een uur of 4 zijn we bij de herberg. Van de slaapzaal van 12 zijn maar 4 bedden bezet. Lekker rustig. We besluiten gelijk boodschappen te doen. Nu hebben we pech. Er is geen winkel open. Helemaal niets 
Het is zaterdagmiddag en dan is bijna altijd alles dicht. Daar hadden we niet aan gedacht. En we hebben niets. Een sinaasappel, wat pinda’s en twee hardgekookte eieren. De andere tegenvaller is dat ik nergens mijn zonnebril kan vinden. Ik had hem op het laatste stuk, maar doe hem in het bos vaak af, anders zie ik de weg niet goed. Jammer, hij was wel stuk, maar nu heb ik niets. Misschien vind ik ergens nog wel iets, Dat is ook de Camino.
We komen er achter dat de tocht van vandaag maar 21 km was, maar wel 1100 meter dalen en 800 meter klimmen. En dan hebben we ook nog gewoon energie voor boodschappen en zo. 
Het dorp blijkt in het bezit te zijn van een prachtig lokaal museumpje. Dat gaan welk nog bezoeken. Een mooie klompen museum is het dorp rijk. Ze hebben hier speciale klompen met grote hakken eronder. Voor alle modder. Dat zegt dus genoeg over deze streken. Het is grappig om te zien dat we niet zo verschillen van elkaar. Ook hier veel  emmer van emaal ( ik kan geen e ma i le schrijven, pakt mijn iPad niet). Idem allerlei oude winkeltjes enzo.
Rond 19.15 uur spoeden we ons naar de herberg terug, we moeten nog douchen en nog uit eten. Dat is het voordeel van geen winkel, je moet voor nood wel uit eten. Maar we hebben voor morgen ook niets. We nemen het bord van het menu del dia maar mee als ontbijt. En we moeten maar zien. We komen ook niet zoveel bars tegen. Je hebt best kans dat morgen op zondag aanhef eind van de dag wel een winkel open is. Wat dat betreft kun je er geen lijn op trekken. 
Met onze Camino vrienden, mensen die we elke dag weer treffen, komen we samen in het menu del dia restaurant. Interessante gesprekken. Lainder een Duitse jongen is er ook. Hij is 37,net zo oud als mijn oudste leerlingen. Hij is erlebnispedagoog. Helpt teams beter functioneren. Interessanten gesprekken hebben we hier over. Bijzonder zoals je allerlei mensen tegenkomt, met interessante achtergronden. Had een goede baan als ICT deskundige, maar volgt nu zijn hart. Verdient nu veel minder, maar doet wat het leuk vindt om te doen. Een boeiend verhaal.
Door het ontspannen dagje, type ik nu aan het eind van de dag nog even dit blog. Geen tijd voor een lange diepzinnige blog. Zelfs op een ontspannen dag kun je het nog druk hebben. Iedereen slaapt inmiddels. Het is ook al elf uur. Dat is beddegaanstijd voor pelgrims...






vrijdag 11 mei 2018

De vierentwintigste dag van Campiello naar Berducedo

Op mijn fittbit 26 km en 37.500 stappen. Maar op MijnMaatjes Garmin 29,76 km en 1046 geklommen wie gelijk heeft?mMijn fittbit gaat misschien uit van vlak land en niet zo’n trekkingtocht als vandaag.
Rozig van het douchen en de lekkere zelfgemaakte tapasbroodjes, liggen we bij te komen op bed. Het “metremoniunbed” zoals de herbergier het zei. We hadden gereserveerd, maar kregen als echtpaar het niet klaar om op de slaapzaal te liggen. Dat maken we vaker mee. Was in Oviedo ook zo. Dus voor 5 euro meer, liggen we op het gehaakte sprei op het bed, van voor de vijftiger jaren een luxe kamer, maar nu enigszins gedateerd. De badkamer, jaren 80 stijl, moeten we delen. Het is gehorig. Beneden is de gelagkamer, want uiteraard is het ook een bar. Aan het geluid te horen van de fluit, is Andrew, de Rus ook gearriveerd. Hij heeft zo’n stuk lawaai om hem heen. Hij is op dezelfde dag begonnen als ik. Vanmiddag toen we even aan het rusten waren in een bushokje, het enige bankje dat we vandaag hebben gezien, zat hij er ook. Hij laat ook altijd even zien hoe smeuïg hij is en doet voor de ogen van MijnMaatje allerlei rek-en strekoefeningen, die MijnMaatje meer moeite kosten. MijnMaatje vindt hem dan ook een opgeblazen kikker. In Nederland zou hij  het etiket ADHD krijgen. Gek hè, dat je mensen altijd wilt categorieseren. 
Maar het is wel lekker om even een eigen kamer te hebben. Gisteren was de drukte zelfs voor mij wat te overweldigend. Ik mag graag even een poosje aan het blog werken en dat was eigenlijk onmogelijk. Er was zoveel lawaai en gesprekken.
Vandaag hadden we dus DE etappe van deze route. Mensen zagen er tegenop en er werden me toch inkopen gedaan gisteren. Alsof we op expeditie gaan.  Het was een lange, bijzondere route. Veel klimmen, maar een van de dagen ervoor hadden we ook 1000 meter gemaakt. Dus wat dat betreft. De hele dag hebben we geen dorpjes en zo gehad. Dus geen barretje voor een koffie con leche. Van de pasta die we gisteren hebben gegeten, hebben we de helft in onze blauwe magnetron bakjes gedaan en vandaag als lunch gegeten. Met een banaan, chocolade en pinda’s ging het prima.
Het was een bijzondere route. We gingen over de bergen heen. De boomgrens voorbij, op kale heide velden en soms (lava) stenen. Het waaide boven op de berg en het was koud. Het weer was prima toen we begonnen en toen we aan kwamen. We waren rond 16.30 uur bij de herberg. Er waren wel al mensen, maar we waren toch redelijk op tijd. We hebben er 8.45 uur overgedaan en hebben 3 x een 10 minuten pauze gehouden.
Hoewel de etappe aan was gegeven als zwaar, was het wel te doen. Op de video die MijnMaatje heeft gemaakt hoor je ons hijgen. Maar ik heb de hele dag niet gezweet. Onze conditie is dus wel uitstekend. In de middag merkte ik wel dat de concentratie qua spierbeheersing moeilijk begon te worden. Je verstapt je dan wat vaker en zo. Het is de hele tijd opletten waar je je voeten zet. Michel,  de Franse man van slappe lach, lacht niet meer. Hij heeft zich verstapt en waarschijnlijk iets gebroken. Jammer, dan moet je stoppen. Erg sneu. Ze waren begonnen in Oviedo, 4 etappes onderweg. Zonde! Hij had lage wandelschoenen. Dat hebben er meer mensen hier, maar voor in de bergen zeker zoals vandaag, is het niets. En zo stapten Marie en hij in de auto op weg naar het ziekenhuis. Na zo’n bergetappe is dit dorp een verzamelpunt. De meeste mensen zijn dan gevloerd en stoppen. 29 km is ook niet niks. Twee jaar terug zou het voor ons te lang zijn geweest. 
Andrew heeft zijn fluit bij zich en speelt af en toe voor de pelgrims. Ik merk dat het steeds hetzelfde deuntje is. Ik hoor hem nu ook weer. Met veel kabaal speelt hij voor wie het maar wil horen.  Hij is dus gearriveerd. De laatste mensen komen binnen. Het is 7 uur. Helemaal munt. Morgen  nemen we een kleine. 21 km . Omdat we een eigen kamer hebben kunnen we uitslapen. Ik heb al spullen gehaald voor morgen. Brood en bananen. Ook een fles mineraalwater. Als het mogelijk is koop ik een fles en drink deze in de loop van de avond leeg. Overdag drinken lukt niet zo en op deze wijze weet ik dat ik wel anderhalve liter vocht binnen krijg.
We hebben samen even gekeken naar de etappes. We hebben er nu twee ingelopen. We lopen langer dan dat ik had verwacht.  Dat betekent dat we zelfs tot Santiago kunnen lopen en geen bus hoeven te nemen. 

Van Diaan weer een tekst: “ We kunnen geen grote dingen doen. We kunnen alleen kleine dingen doen met grote liefde, “ 

We hebben gegeten en ik moet eerlijk toegeven: ik ben te moei, morgen weer een een niieuwe dag, 

donderdag 10 mei 2018

De drieëntwintigste dag

26,55 km en 38.000 stappen

“De grote vreugde om de kleine dingen, is het kleine geheim van het grote geluk!”
Dat was wel zeer van toepassing bij het opstaan vanmorgen. De eerste vreugde was al om het gezamenlijk opstaan. Geen gedoe met mensen die al vanaf 6 uur aan het rommelen zijn. David begrijpt het! Hij spreekt een gezamenlijke tijd af. En zo horen we precies om 6.48 uur het Ave Maria. Eerst zachtjes en toen steeds harder. Prachtig. Mijn moeder zou het vreselijk vinden, deze Maria verering, maar ik snap haar plaats als tussenpersoon. God is voor mensen soms te ver weg en te groots. Maria als moeder spreekt dan meer aan. 
Dan realiseer ik me dat mijn kleren beneden liggen. David wast alles, maar hoe tref je het aan? In mijn fladderende nachthemd, nog steeds veel te groot, ren ik naar beneden. Ik heb vannacht gedroomd van bergen wasgoed en iedereen trekkend in de stapel. Als mijn broek niet droog is, heb ik een probleem., want ik heb maar een broek. Beneden weet ik niet wat ik zie. Keurige rijen met gevouwen wasgoed. Soort bij soort, sokken in elkaar gerold. Een prachtig gezicht. Ik kan wel huilen als ik het zie. Met zoveel aandacht en zorg gevouwen. Alles even groot en mooi strak. Wat fijn om in een schone broek te lopen. Ik heb hem nog maar 1 keer gewassen en dat op de eentwingstige dag. Tel maar uit. En schone sokken. Heerlijk. Het tweede kleine geluk op deze dag. Toch is dit niet voor iedereen een even grote vreugde. MijnMaatje komt tijdens het inpakken er achter dat hij de verkeerde broek heeft. Omdat iedereen een grijze of zwarte broek heeft, wordt het lastig. MinnMaatje denkt dat Sofia zijn broek heeft. Sofia denkt van niet. Tijdens het ontbijt komt Sofia naar beneden met excuses. De broek gaat niet dicht. De broeken worden gewisseld. Maar Sofia is dan nog niet klaar. Ze mist een sok. Het blijkt dat de Franse man een van haar sokken aan heeft. De man krijgt zo de slappe lach. De tranen rollen over zijn wangen. Zijn vrouw vindt het minder leuk. Misschien een ochtend humeur of ze kan de slappe lach van haar man niet altijd waarderen. Ik kan me voorstellen dat je er moe van wordt.
Dan staat Valerio de Italiaanse jongen( met prachtige paarse badjas)  bij MijnMaatje. Hij heeft de verkeerde broek. Iedereen heeft een grijze broek, van de Decathlon. Valerio is volgens mij dunner als MijnMaatje. Hij “staat” op zijn broek. MijnMaatje en Valerio haasten zich naar boven, want broeken wisselen in het bijzijn van allen doen de preutse Spanjaarden niet.  Valerio staat op zijn grote broek en MijnMaatje denkt dat hij de zijn eigen heeft. Of hij is inmiddels zoveel afgevallen, dat hij nog een kleinere past. Hij is er blij mee en neemt de kleinste. Ziet er ook nieuw uit.
Het ontbijt is prima. Wel Spaans. Dus cake en Maria koekjes. Maar ook nog brood. Pruttelkoffie met gekookte warme melk. De koekjes liggen keurig op een rijtje. Evenals de servetten. Ik kan het niet laten en eet net als de Spanjaarden Mariakaakjes met chocopasta. Heerlijk. Ik eet er wel 10. 
Na een stevige omhelzing van David gaan we op pad. De route is prachtig. Zeker voor MijnMaatje. Hij houdt van lopen door de weiden en door dorpjes. Het zien van hoe mensen leven vindt hij fantastisch. De stallen staan zo dicht bij de weg dat je alles kunt zien. Hij wordt op zijn wenken bediend. Er hangt een geslacht schap of geit. Er hangt een doek over heen, maar de poten zijn niet van een varken. 
Inmidels leef ik al 3 weken uit de rugzak. Geen dag ervaar ik dat als een probleem. Elke dag sta ik fluitend op. En fluitend begin ik weer aan de volgende wandeling. Geen dag verveelt het me en geen dag is gelijk. Elke dag beleef je wel iets. Het enige wat gelijk is, is dat je vroeg op staat en weer gaat lopen. Als je me vraagt wat  echt van belang is, dan kan ik zijn dat hier maar een paar zaken. Geld, water en wat te eten. Het maakt eigenlijk niet meer uit wat. En voor de regen een regenpak en voor de rest. Het maakt het leven eenvoudig. En wat kun je dan blij zijn met een schone broek en schone sokken. Of met een paprika die heerlijk smaakt. Of een stuk kaas wat je na een zware dag op je brood krijgt. 
Ik zit nu weer in de herberg te werken aan het blog. Het valt niet mee. Het is druk op deze Camino. Niet de drukte van de Frances. Maar je ziet wel steeds in de herberg dezelfde mensen. Er zijn weinig herbergen en het is zo kleinschalig dat je elkaar niet missen kunt. Dat maakt dat het in de herbergen een kabaal is van je welste. Er zijn veel mannen. Na de heftige wandeling vinden dat ze een biertje verdient hebben. Doordat iedereen elkaar begint te kennen wordt het steeds gezelliger. De rust is dan ver te zoeken. Het is wel leuk om alle verhalen van iedereen te horen, maar ik wil ook graag wel wat tijd voor mij zelf. 
Naast mij zit de vader van Italiaanse Valerio. Helemaal uitgevloerd. Volgens mijn eten ze wel 3 x per dag op een dag warm. 2 keer ergens onderweg. Nu hebben ze nog spagettie carbonare gemaakt. Spagettie met een gigantisch stuk ham en wel 10 eieren. Met z’n vieren, maar toch. Geen wonder dat ze zo snurken. Met hun volle magen met wijn en bier kan het niet anders. MijnMaatje geniet er van. Het gaat wel erg luidruchtig en ik zit er midden in.
Wat een wonderlijke wereld zo langzamerhand. Valerio komt van Sicilië, zijn vader woont in Spanje, de dochter woont in Stuttgart. De Nederlandse Kevin is verwekt in Zuid Afrika. Hij is geboren in Nederland. Zijn vader woont in Canada. Katja is geboren in Sint Petersburg, studeert in Parijs en woont normaal in Moskou. De ouders van Anne zijn kunstenaars. Edith kont uit Duitsland haar man uit Brazilië. De Franse vrouw is een Filipijnse en getrouwd met Franse man. De Amerikanen komen met busladingen tegelijk naar Spanje. Idem als Australiërs. Wat een wereld en wat een verschillen. 
Mijn vader had het altijd over de werkelijkheid. Maar die is er niet. Er zijn zoveel werkelijkheden en zoveel werelden. Iedereen heeft zijn eigen wereld. En hier lijkt het wel of je in een smeltkroes van de wereld zit. Er is geen norm of een manier mee. Iedereen heeft zijn eigen norm of zijn eigen manier. Het is boeiend om te zien hoe dat gaat. Wij eten om 6 uur. De Spanjaarden om 9 uur, De Italianen hebben de helft van hun eten niet opgegeten en dat gaat zo nu de afvalbak in. Ze lachen zich een deuk om onze bakken met pasta. We hebben een heel pak gekookt en we nemen de helft van de paste mee als salade. Men kijkt met grote ogen. Hoezo pasta mee? Brood is belangrijk en chocola. Blikjes cola. Maar als er een bar is, eet men 3 keer warm. Hoe zo vreemd?
Iedereen is erg druk. Morgen is de grote dag. Dan gaan we de berg over. Alles is er inmiddels gesloten. Geen bar of zoiets meer. Dat betekent dat je zelf alles mee moet nemen. Nu doen wij dat altijd al voor het geval dat, maar het lijkt bijna of het over een expeditie gaat. De meeste mensen hebben een grote stokbrood gekocht. En chocola en bananen. 
Ik heb geen idee wat me te wachten staat. Ik denk dat het wel mee valt. Maar we zien het wel. Ik stop er mee, want door het lawaai kan ik niet goed schrijven.

woensdag 9 mei 2018

De tweeentwintigste dag van Grado naar Bodenaya

29,5 km en 42.000 stappen
 
Wat een bijzonder dag was het gisteren, als ik alles nog eens overdenk. Wat bijzonder om Siet en Herman te zien in de herberg als hospitalero’s. We hadden ze ontmoet op het Dankjewelkom van de herberg L’Esprite de Chemin. En het voelt zo warm als mensen zich zo bekommeren om anderen. Het gaat met ons goed, maar Siet vertelde dat zij al twee Duitse meisjes hadden begeleid die het niet meer aankonden en weer terug naar huis gaan. Dat gebeurt ook. Oviedo is een startplaats van de Camino Primitivo. Je ziet dat mensen dus hier beginnen en je ziet dan ook problemen. Blaren en zere benen. Het besef dringt door dat het toch wel om een heftige Camino gaat. Je ziet het aan de mensen. Zijn wat jonger, dunner en leniger. 
Na 2 nachten zeer goed geslapen te hebben, was het vannacht wat lastig. Veel mensen waren onrustig. Er werd gesnurkt en mensen moesten veel naar de wc. Mijn Fitbit gaf 5 uur aan. Gelukkig kan ik goed tegen te weinig slaap. De luisterboeken zijn dan een uitkomst.
Het ontbijt vanmorgen was heerlijk. Net zoveel koffie als je wil, lekker met hete melk. Ik zou er thuis niet over denken, maar hier smaakt het geweldig. Ik drink wel drie koppen. Ze hebben bruine toast, yoghurt, fruit en  sinaasappelsap. Om half acht lopen we weg. Het doel is Sales. Ongeveer 26/30 km en veel klimmen. Het is een etappe met 4 schelpen. Dat betekent veel klimmen. In de herberg hebben we nog gekeken of de herberg van David in Bodenaya een opties is. Maar volgens hun zou het dan 36 km worden. Dat wordt te veel. De herberg van David is een echte pelgrimsherberg en we denken dat het dezelfde David van het donativo stalletje  van Astroga is. Het zou leuk zijn, maar 36 km is te ver.
Onderweg komen we Sofi tegen een Portugese. Ze lag vannacht boven mij. Ik raakte met haar aan de praat om het stopcontact. Stroom is voor iedereen met een mobiel een noodzaak. Ik had twee stopcontacten en zij niet een. Dus ik heb een gedeeld met haar. Het snoer van haar telefoon was gelukkig lang genoeg. Onderweg zien we sinaasappelbomen met sinaasappels, maar ook met bloemen. We vragen ons af hoe het zit. We vragen het haar, want ze komt tenslotte uit deze streken. Ze weet het niet, maar is wel trots genoeg op de Portugese sinaasappels uit haar land. Deze zijn het beste. Ze heeft een tweeling van 3 die in de periode van Why, why zitten. Net als wij nu. Zij loopt redelijk. Ze wil naar Bodenaya. Ze zegt dat het 30 km is.
Al pratende belanden we inderdaad om 12 uur al in Sales. We hebben er dan 20 km opzitten. En het is dan nog 10 km naar Bodenaya. Dat betekent, omdat het klimmen is wel 3 uur, maar dat moet toch kunnen. Maar we gaan alleen als er plaats is. 30 Km en klimmen is zelfs voor ons een happening. Na wat inspanning lukt het MijnMaatje om te bellen. Wat hebben we toch een geluk. Er is plaats. Omdat in ons boekje staat dat het bezoek aan deze herberg een must is, beloofd het heel wat. De etappe die ons te wachten staat, beloofd ook wat. Maar gelukkig langzaam stijgend langs kleine weggetjes, bospaden, langs riviertjes gaat het omhoog. Het gaat prima, want het is fris. Ik zweet niet eens. We lopen zonder jas. We zien geen mens. Het is toch wel erg handig dat we maps.me hebben.  En mijn Fitbit. Je weet dan hoeveel km je hebt gelopen. En met map.me weet je waar je bent. En met de Garmin weten we hoeveel we hebben geklommen en gedaald en hoeveel calorieën we hebben verbruikt. Toen ik begon had ik alleen een boekje. Dat zou ik nu wel eng vinden. Het is zo eenzaam en nu zo mistig. Flarden mist kronkelen om ons heen. Dan bereiken we na 2,5 uur de herberg. 30 km zonder enig probleem en zelfs geen behoefte aan een slaapje. 
De herberg is bijzonder en de herbergier ook. Het is niet David die we kennen, maar hij ziet er net zo uit. Ze blijken elkaar ook te kennen. Het wordt weer een avond met een gouden randje. Er zijn niet zoveel mogelijkheden om te overnachten, daarom komen we dezelfde mensen ook steeds tegen. 
David ziet alle mensen als zijn familie. We koken samen, eten samen. Het is erg gezellig. Er is een Spanjaard en een Italiaan die elkaar hier ontmoet hebben en hier voor de derde keer zijn. De mannen huilen en David ook. David is erg lichamelijk en iedereen krijgt een knuffel. We eten een salade en ik help een handje. Het leuke is dan dar je met elkaar aan de praat komt. We eten een aardappel, bonen tomatensoep. De wijn vloeit rijkelijk. Om 8 uur gaan we aan tafel. Ik ben al gevloerd van de wijn en de trek. Ik hang tegen MijnMaatje aan. We krijgen ook weer een rondje en bij elke persoon wordt het verhaal langer. Het grappige is dat niemand meer vertaalt, de Italiaanse man houdt een referaat. Ik geloof het wel. Ik moet denken aan Anne. Ik heb gewoon trek en val van de graat. Dan nog elk verhaal van iedereen. Maar het is leuk en erg gezellig. Het is wel weer een belevenis. 
Het grappige is dat David vraagt wanneer iedereen op wil staan. We besluiten dat hij ons mag wekken om 6.47 uur. Daar moet iedereen zich ook aan houden.
Ik zit op de rand van mijn bed. Het lijkt wel een schoolkamp. Iedereen krijgt een hugh van David. Ik zie niet wat hij bij MijnMaatje doet. Maar David zoent iedereen. We zijn dat niet zo gewend. David wast ook onze kleren en doet ze in de droger. Mijn roze BH en mijn roze shirt waag ik er niet aan, maar de rest doe ik in de wasmand. Ik houd wel van deze pragmatische instelling. De halve wasmachines vol hier is ook niets. Dus gewoon alle was van alle pelgrims bij elkaar is handig. Ik ben benieuwd hoe het gaat morgen bij het uitzoeken...het is wel mijn enige broek. 
Er is een Nederlandse jongen en een Zweedse jongen. Maar ook een Frans echtpaar, wat goed Engels kan. Dat maakt het gelijk makkelijker. De man moet elke keer zo lachen. Hij maakt iedereen vrolijk. Maar hij ziet er uit. Zijn haar heeft hij lang om zijn kalende schedel te bedekken. Hij kan zo meedoen in een speelfilm. We krijgen nog uitleg over de Camino. Primitivo betekent niet zo zeer de zwaarste. Dat is hij wel, maar het is de eerste Camino. De komende dag wordt het wel een opgave. We komen nu echt in de uitgestorven bergen. We krijgen instructie over waar er herbergen zijn en waar je inkopen moet doen. Ook horen we welke routes geschikt is.  Ik ben benieuwd.

De spreuk van Diaan van deze dag  is “ Het zekerste middel om niet ongelukkig te worden is niet te verlangen naar erg gelukkig te zijn! “. genoeg om over te denken morgen. 








dinsdag 8 mei 2018

De eenentwintigste dag van Oviedo naar Grado

26 Km en 38000 stappen

Na een heerlijke nacht in de twee persoonskamer in Oviedo, worden we om 10 voor 7 wakker. We hebben ons ontbijt al klaar staan en hoeven alleen maar koffie te maken. De herberg is een oud seminarium en zo gehorig. Als je al zou willen uitslapen, dan krijg je geen kast. 
Het is de eerste dag van de Primitivo. Het is bewolkt, mistig. “Mistiek” zei een van de Amerikanen die we tegen kwamen. Inderdaad de wolken slingeren om de bomen. Mooi om te zien zo tussen alle groene bomen. 
In het boekje staat dat de Camino Primitivo een van de zwaren is. Camino Franses is een lichte, evenals de Camino Portuges. De Camino Del Norte is een zware en de Camino Primitivo is de zwaarste. Nu ontdekten we gisteren dat er ook nog een Camino Salvador is. Deze gaat van Oviedo naar Leon. Ook nog een optie voor een keer. 
De route is veel klimmen en dalen. We hebben 450 meter geklommen en 750 meter gedaald. Het is best wel heftig, maar onze conditie is uitstekend.
Te bedenken dat ik na mijn eerste Camino del Norte in 2016  dacht, dit wordt hem niet meer. Dit is de laatste keer. Mijn voeten kunnen dit niet meer aan. Na een winter crossfitt bij de sportschool lukt het dus wel. De conditie is dus echt te trainen ook al ben je inmiddels midden vijftig. We tokkelen omhoog alsof het niets is. Ik wil als ik thuis ben ook het hardlopen weer proberen. Ik wil wel een paar lessen volgen voor de goede techniek. Maar ik vind dit ook een uitdaging om te proberen. Als de afronding voor de coachopleiding op 19 juni lukt, dan wil ik toch nog kijken of ik de opleiding voor vitaal coach zou kunnen doen. Lijkt me gewoon leuk om dit te leren. Gezond oud worden is niet vanzelfsprekend, maar je kunt er zelf wel wat aan doen. Ik zie tenminste dat ik beter functioneer als eigenlijk ooit te voren. En ik zie het bij MijnMaatje ook. Hij gaat helemaal als een tierelier omhoog. Ook zijn motoriek is zo goed. Dit moet je wel blijven onderhouden. 
De route is prachtig. Hij loopt grotendeels langs bospaden en landweggetjes. We klimmen veel, maar het gaat uitstekend. Om een uur hebben we al 18 km gelopen en zo komen we zonder enige moeite om half drie bij de herberg aan. 26 km. En geen centje pijn. Ik heb even een mailtje gestuurd naar mijn pedicure voor het advies voor de wolletjes. Geen problemen met voeten of benen. Het gaat super. 
Ik was bang dat er geen plek zou zijn. Het is een municipal. Die zijn vaak Spartaans. We zijn de nummer 4 en 5. De herberg heeft plaats. Gelukkig maar. Het blijkt dat ze elke avond vol zitten. Niet te geloven. Als we binnen komen zegt de hospitalero”Ah, Nederlanders..” we blijken de mensen ontmoet te hebben op het Dankjewelkom in november. Ze zijn uiteindelijk hier beland als vrijwilliger. En de herberg is zo prettig. Het is zo fijn als je zo vriendelijk wordt ontvangen. Iets te drinken, vriendelijke woorden. Nette tafelkleden en een goed voorziene keuken. Wat een verschil met gisteren. Toen was het zo vreselijk Spartaans.,
Het is als je loopt niet druk. Maar als je bij de herberg bent, is het druk. We zijn dus op tijd, maar ze hebben verschillende mensen naar een alternatief moeten sturen. Dat is toch wel bijzonder. Ook deze Camino wordt ook steeds drukker. 
Gisteravond hebben we buiten gegeten, omdat het zo lekker nog was. Het was zwaan kleef  aan. Russen en  Duitsers en een paar verdwaalde Fransen. Veel van deze mensen zien we nu weer. En zitten ook in deze herberg. Het is erg gezellig, want veel mensen koken zelf. We gaan ook zelf koken en nu iets warms. We maken een lekkere pasta met een groene salade en van het restje maken een salade voor morgen. Het is een gezellige boel. Iedereen kookt en deelt met elkaar. Doordat er nu Hollandse hospitalero’s zijn, wordt er ook gewoon goed afgewassen. We helpen een handje. Wat maakt het een verschil als er hospitalero’s. Door de drukte kom ik niet goed aan het schrijven toe.ik sluit maar af. Ik merk dat ik geen foto’s heb van deze herberg. Dat klopt, want mijn batterij van mijn. IPhone. 








maandag 7 mei 2018

De twintigste dag van Valdedios naar Oviedo

27 km en 38000 stappen

De spreek die vandaag toepasselijk is, is “Uit het dal klimmen.” Iedereen kent natuurlijk deze spreuk,  maar hem aan den lijve ervaren is natuurlijk wat anders. De ervaring vannacht bij de nonnen was erg bijzonder. Het is in het herberg gedeelte zo vreselijk koud. Ik had mijn thermo shirt aan gedaan onder mijn nachthemd. Meestal probeer ik de kleding van het wandelen en wat ik ‘s avonds draag wat uit elkaar te houden. Dat valt momenteel niet mee. Door de koude heb ik al vaak overdag mijn thermohemd al meerdere keren aan gehad. Ik heb de pest aan wassen, meestal krijg je toch de spullen niet goed droog. Dus dan laat ik het maar. Nu draag ik ook al een paar nachten het thermohemd. Er hangt zo langzamerhand wel een geurtje om heen. MijnMaatje had gisteren heel dapper alles gewassen. Met de hand, dus voor de bedbugs hoef je het niet te doen. Maar de zon was zo heerlijk dat hij dacht dat het wel droog zou worden. Mocht het wasrek van de nonnen niet buiten staan. In de koude herberg wordt het niet droog natuurlijk. Een van de andere pelgrims had de zaak in de dames badruimte gehangen en het straalkacheltje aangedaan. Dat merkte ik gisteravond laat pas. Ik ga dan niet zo gerust slapen, want de electriciteit vertrouw ik in de oude gebouwen niet zo. We hebben al eens kortsluiting op de telefoon gehad. En ook al eens bijna brand meegemaakt. Maar vanmorgen was alles afgezien van de sokken van MijnMaatje droog. De sokken hebben de rest van de dag op zijn rugzak gehangen. 
Ik heb uitstekend geslapen. Wel 8,5 uur lang. Dat is voor mijn doen geweldig. En ook in een ruk achter elkaar door. Er rust zegen op deze plek. 
Om half acht stonden we weer buiten de herberg. Het was erg fris, maar de zon scheen. Je hoorde niets. Tot 10 uur hebben we geen mensen gezien of gehoord. We moesten vanuit het dal letterlijk weer omhoog klimmen richting de bewoonde wereld. Het was erg zwaar, maar zo mooi. De stilte was overweldigend. Stap voor stap klauterenden we langs slingerende bospadjes of dorpsweggetjes omhoog. We kennen in Nederland wel de spreuk, maar het ervaren dat je uit een dal klautert is natuurlijk niet zo aan de orde in een vlak land als Nederland. 
Nu al voor de twintigste dag lopen maakt dat de afstand tot Nederland en alles wat er bij hoort aan werk en zo, vervaagt. Wat mag ik toch dankbaar zijn dat ik zo lang weg kan. Van veel Duitse mensen hoor ik dat ze 2 hooguit 3 weken hebben. Het is niet gebruikelijk om zolang vrij te nemen. Catherine vertelde dat ze er aardig voor heeft moeten praten om de 4 weken bij haar organisatie voor elkaar te krijgen.en juist het alle dagen volgens hetzelfde ritme te lopen, maakt dat je zo los komt van alles. Dat je alles van afstand kunt bekijken. Nu pas voel ik de rust in mijn lijf komen. Ik heb gisteren gewoon een uur op de warme stenen voor het klooster gelegen. Het was zo’n bijzondere ervaring om gewoon te kunnen liggen en geen “moeten” van iets in mijn hoofd te hebben. Gewoon niets te moeten. Geen was, geen boodschappen, geen eten. Geen breien om nuttig de lege uren te vullen. Gewoon niets.
Ik luister naar weer een boek van Albert Sonnevelt: Gelukt. Het gaat om wat je zelf  kunt doen aan een gelukkig leven. Onderbouwd met een wetenschappelijke verantwoording. Dingen komen zo mooi samen soms. De spreek van Diaan een paar dagen terug was “Accepteer wat is. Laat los wat is geweest. Vertrouw op wat komt.” Het hoofdstuk dat ik gisteravond hoorde ging over accepteren. Lastig hoor! Ik ben wel een vechter. Ik geef niet zomaar op. Terwijl misschien meer mee gaan met de stroom makkelijker is misschien. Toen ik een aantal jaren geleden, zomaar van mijn school werd gehaald, kon ik dit niet zomaar accepteren. Het voelde zo oneerlijk en zo unfair en onterecht. Het heeft lang geduurd, voordat ik het kon accepteren. Dat het me uiteindelijk veel heeft gebracht staat buiten kijf. Maar dat iemand je zoveel pijn mag aandoen, blijf ik lastig vinden. Ik weet nog dat ik niet weg wilde zakken in boosheid en verdriet. En zeker niet er in blijven hangen. Mijn grote schrikbeeld was, dat mensen me uit de weg zouden gaan, omdat ik alleen maar boos en verdrietig zou zijn. Ik heb toen zelf hard gewerkt om mij staande te blijven houden. Elke avond dwong ik mezelf tot het opschrijven van 3 fijne of leuke dingen van de dag. Dit behoede mij voor de grijze wolk die over de dagen laag. Nu hoor ik van Albert Sonnevelt dat dit een wetenschappelijk bewezen werkwijze is om een depressie te voorkomen en om mensen meer in de mindsetting van een gelukkig leven te zetten. Voor mij werkte het zeker. Bijzonder dat ik dit toen uit mezelf deed. Ook bij de ecologische herberg in Geures wilde de eigenaresse dat elke pelgrim op een briefje schreef waar hij of zij die dag dankbaar voor was. Ze verzamelde de briefjes en als ze een boom plantte in haar tuin stopte ze de briefjes erbij. Met zo veel goede gedachten zo de boom wel groeien. 
Deze gedachten speelden door mijn hoofd toen we letterlijk het dal uit kropen. Afgezien van een klein stukje na Pola de Siero, was de route schitterend. Zo stil, zo mooi. In El Baron hebben we een klein stukje met de trein gedaan. De voorsteden van Oviede zijn kilometers lang. Dat zou deze dag helemaal bederven. We hebben veel geluk. In de herberg is een vrouwenzaal en een mannenzaal. En voor echtparen zijn er kamers. En zo hebben Mijn Maatje en ik weer een kamer voor ons tweeen. Wat een geluk!  Dit lijkt luxe, maar het is wel een herberg met de classificatie Spartaans. De douches en wc’s zijn prima overigens. De rest Spartaans. We besluiten om Oviedo nog even te bekijken en boodschappen te doen. We nemen na twee dagen geen menu del dia, maar een brood gezond, stokbroodjes tapas en Griekse yoghurt toe. Gelijk ook een portie voor morgen vroeg gemaakt en zo is deze mooie dag ook weer voorbij. Het weer was zo mooi en de herberg zo koud binnen, dat buiten zitten fijner was. Op een picknick bank met wisselende aanschuivende andere pelgrims hebben we heerlijk gegeten. In alle rust en met alle tijd. 
Diaan had nog een mooie toepasselijke spreuk: “Je zorgen maken is als een schommelstoel. Het houd je bezig, maar brengt je nergens.”  Gewoon de dingen accepteren dus, volgens Albert Son

Het ontbijt




De sokken



In de kathedraal: Jacobus