Vanmorgen weer een heerlijk ontbijtje met cake en koude koffi. De koffie zetten ze de avond ervoor en dan moet je deze opwarmen in de magnetron. Niemand kijkt hier van op en het lijkt of dit een normale zaak is. Zo staan we in de rij voor de magnetron en vervolgens in de rij voor het broodrooster.
En met een heerlijk groene appel. Zeer toepasselijk bij de spreuk van vandaag: “Een appel kan niet veranderen in een peer.” Maar geen probleem de appel nemen we mee, want misschien is er ergens onderweg wel yoghurt. En zo lopen we om 8 uur buiten. Het is bewolkt en helaas begint het te plenzen. Vreselijk. We lopen anderhalf uur in d regen en komen dan bij een oude kerk. We gaan op het geluid af, want we horen prachtige muziek. Het Ave Maria. Het blijkt een cd te zijn. Maar de vrijwilliger in de kerk voorziet van van hete warme thee. Dat slaan we niet af natuurlijk. Druipend staan we in de kerk. De beste man biedt ons ook een stempel aan. Maar dat is een vreselijke heisa met natte handen en natte kleren. Ik durf het niet af te slaan en overhandig de man mijn plastic zakje met de credentinel. Hoewel ik geen Spaans spreek en hij geen Engels begrijpt hij de hint en hand met droge handen de credentionels uit de zakjes. We krijgen een prachtig stempel. Voordat we weer helemaal ingepakt zijn, zijn we een half uur verder. En dan komen buiten en druppelt het nog wat. Twee dorpen verder op is een bar open en we besluiten tot een kop koffie. En na de koffie trekt de lucht open. Het is nogwel koud, dus mijn handschoenen komen goed van pas.
De route is weer schitterend. We lopen parallel langs de zee. Groene weiden, blauwe zee. En aan de andere kant zien we de Picos, de bergen waar we straks doorheen gaan. Er ligt sneeuw op de bergen. Een mooi gezicht.
Ik heb deze etappe de vorige keer alleen gelopen. Mijn Pelgrimsmaatje was al naar huis en MijnMaatje was nog niet gearriveerd. Sommige stukken herken ik direct en andere... de route is volgens mij ook verlegd. We komen langs een prachtig stuk strand. Een playa, zoals dat hier heet. Ik herinner me hier niets meer van. Er staan picknick banken en we besluiten om te gaan eten. De zon schijnt volop. We eten stokboord met kaas en stukjes van hele grote zoete paprika’s. Een godenmaal. Op de achtergrond horen we de meeuwen, het ruizen van de zee, een zacht windje. De dag die zo koud begon veranderd langzaam aan in een stralende zomerdag. We genieten ervan. Het kan ook anders. Daar zijn we ons ook van bewust. Mijn zwager ligt in het ziekenhuis. Er wordt een plaatje uit zijn knie gehaald, maar helaas is er een bacterie bij gekomen. Hij is weer geopereerd en moet nu nog een week in het ziekenhuis aan het infuus. En dan thuis ook nog een periode. Wat een pech en hij heeft al zoveel pech gehad. Is zo vaak al geopereerd.
Ik herinner me dat ik de vorige keer hier een Franse vrouw trof. Ze liep een week de Camino met haar vader. Ze had een gehandicapte zoon. Haar man was vrachtautochauffeur en was altijd de hele week van huis. Haar moeder paste nu op haar zoon, zodat zij en haar vader een paar dagen lopen konden. Zo kan je leven er ook uit zien.
MijnMaatje houdt zich dapper. Het is zijn tweede dag. We kunnen naar Sint Vincente gaan, maar dan komen we boven de 30 km. Het risico voor blessures te dan wel wat groot. Het wordt dus Comillas, een dag etappe van 22 km. Een mooi klein badplaatsje. Er staat een wonderlijk gebouw dat Gaudí heeft ontworpen. Dat geloven we wel. Tijdens de Camino zijn we niet zou culture mindet.
We lopen gestaag door en komen zo rond half drie bij Comillas aan. Met de app in de hand lopen we regelrecht naar de herberg toe. Dat hebben er meer gedaan. Je zet de rugzak in volgorde van binnenkomst. We tellen afvof het zin heeft om te wachten. Er zijn twintig bedden. We hebben geluk, we zijn nummer 17 en 18. Het is een oude gevangenis. De arme gevangenen, het is zo koud in de herberg. Het inschrijven duurt wel een half uur, want het gaat handmatig. Geen probleem, we liggen languit op het gras voor de herberg. MijnMaatje doet allerlei rek en strek oefeningen. Hij is erg bang voor blessures. Van de weeromstuit doe ik maar mee. We rekken en strekken wat af. Mensen kijken wel een beetje meewarig naar ons, maar je wordt hoe langer hoe vrijer op zo’n tocht. Maar toch nog niet zo vrij dat ik zonder zwempak durf te gaan zwemmen. Na het inchecken gaan we naar het strand. Het water is fris maar wel goed te doen. Ik loop een eind langs het strand. Het is zulk heerlijk weer en ik jog nog een stuk het strand langs. Wat een cadeautje. Met een groepje pelgrims liggen we een poos op het strand. Ik doe warmpel nog een dutje. In de herberg is een magnetron, maar voor de rest niets. Wat een geluk..... dan kunnen we mooi uit eten. Een menu del dia. We doen ook nog boodschappen voor de volgende dag, want er is in deze municipal geen ontbijt. Maar dat geeft niet. Het menu del dia is zo lekker. Een salade met tonijn en een lekkere zelfgemaakte hamburger. Het is eigenlijk onvoorstelbaar dat dit voor €11,90 kan. Inclusief wijn, brood en een toetje.
Het is bijna 8 uur voordat we bijn de herberg zijn. We moeten nog douchen. Maar ik ga alleen als het water warm is. Wat dat betreft...ik heb mijn wandelbroek nog niet een keer gewassen. Hij kan bij de pijpen rechtop staan van de modder. Maar elke dag wordt hij weer opnieuw vies, dus waarom zou ik.... MijnMaatje gaat als eerste. Het water is warm......
Geen opmerkingen:
Een reactie posten