zondag 6 mei 2018

De negentiende dag van Colunga naar Valdedios

28 km en 40000 stappen

De spreuk die vandaag op de dag van toepassing was, is “ Men lijdt het meest door het lijden, want men vreest! “ 
We zagen een beetje op tegen deze dag. We hebben drie etappes staan tot Ovedo, maar willen deze graag in twee keer doen. Dat kan in afstand wel, maar het zit vast op de herbergen. En in Valdedios (30km) zit een herberg, maar met 22 plaatsen. Dus gauw vol: dachten wij. De volgende herberg is nog 8 km verder. We besluiten op tijd te vertrekken. Gisteren hebben we al een ontbijt klaar gemaakt en we kunnen dus zo weg. Nu valt dat altijd nog wel tegen, nog water, nog nieuwe wolletjes, al gelijk in korte broek? Maar we lopen uiteindelijk op 10 over  half acht. Na een heerlijke nacht onder schone lakens en na een heerlijke menu gisteravond hier in het hotel. Spare ribs en salade mixta en vlam. De vlam is een soort custardpudding met een caramellaagje. Men gaat er prat op dat het homemade is. En die van gisteravond was zo heerlijk. De vriendelijke hotelier zag ons smikkelen en bracht ons nog een portie.  
MijnMaatje loopt niet zo prettig. Hij heeft weer ergens bedbugs op gelopen. Hij zit er onder. Op zijn knie zie je ze echt keurig volgens het boekje op een rijtje. Ze zijn dik en heel vurig. Omdat hij zo bruin is valt het niet zo op, maar het jeukt geweldig. Ook op zijn rug zitten kokkerts. We weten niet precies waar hij ze heeft opgelopen. Het God nieuws is dat we al in 3 nachten niet in onze slaapzakken hebben geslapen dus het zit niet in zijn slaapzak. Gisteren heef5 hij zich gedouched en vervolgens als zijn kleren die hij aan had in een plastic zak gedaan. De schone kleren komen uit een plastic zak dus daar zitten ze ook niet in. Het is wel een probleem. Hij neemt om de paar uur een anti histamine tablet van mij. Hij durft de prednison van mij niet aan. Moeten we misschien ook niet doen, maar het is erg vervelend. Ik heb ook nog calendula zalf bij me. Dat smeren we ter verkoeling er ook maar op. 
Het blijft vervelend, want ze kunnen ook nog een paar dagen later pas op komen. Dus waar heb je ze dan op gelopen. Dat maakt de stand van de bedbugs nu 2 keer voor MijnMaatje en 3 keer voor mij. 
Het lopen gaat geweldig. Mijn “ pantoffeltjes”doen het super. Het is erg koud 7 graden. Door het lopen blijf je wel warm. De zon schijnt en de route is weer prachtig. We lopen nu het binnenland in richting Oviedo. Daar begint de Camino Primitivo. Kwam afstanden niet zo gek, maar wel veel hoogte verschillen. We zullen het zien. 
Gaande weg wordt het steeds warmer. Dan komen we precies rond 10 uur bij een plekje waar particulieren afdakje hebben gemaakt met een picknickbank voor pelgrims. Het komt als geroepen. We eten een stuk stokbrood met wat paprika en wat plakjes vlees. Ik trek mijn korte broek aan.
We lopen op een plek waar we geen enkele pelgrim zien. Het is er stil. Je hoort een kabelend beekje, ruizen van de bomen, koeienbellen. Zwijgend lopen we naast elkaar. Uren lang. Eerdere jaren had ik vaak luisterboeken op mijn telefoon. Die heb ik nu ook wel, maar ik heb geen behoefte om te luisteren. Misschien dat je ook steeds beter tegen de stilte kunt en het eindeloze lopen. Althans dat geldt voor mij. Ik heb steeds minder behoefte aan gesprekken onderweg. Het liefst loop ik alleen. Gesprekken leiden zo af. Het genieten of het ondergaan van de rust en de kadans van het lopen is genoeg. En zeker nu er geen enkele lichamelijke klacht is. De andere jaren waren de laatste km soms een crime. Maar nu is het geen probleem. 29 km is prima te doen.
Ik heb ook wol bij me om sokken te breien. Kom ik gewoon niet aan toe. We lopen ook wat langer, gaan later weg ‘s morgens. Dus de middagen zijn zo om. 
Om 12 uur zijn we in Villaviscosa. We hebben er dan al 17,5 km klimmen en dalen opzitten. De vorige keer hebben we vanaf hier de bus genomen naar Atiles. Een etappe verder als Gyon. Nu doen we de Primitivo en lopen we door. 
De zon brandt nu stevig en het is denk ik wel 25 graden. Ik ben niet zo’n wandelaar in de hitte. Maar het valt mee. Maar we moeten nog 12 km volgens het boekje. We moeten natuurlijk ook opschieten, want als er geen plaats is in de herberg, hebben we een probleem. Ik merk dat MijnMaatje er tegenop ziet. Het is inderdaad wel een beetje lastig. Want wat als ... De ervaring heeft ons geleerd dat het altijd goed komt. Maar toch..
We nemen in Villaviscosa een kop koffie en een banaan. En dan zetten we flink de sokken erin. De omgeving is prachtig. Bergen en weiden en groen. De lucht is strak blauw. En zoals als altijd komt het weer goed. De route blijkt geen 12 te zijn, maar 8, we zijn maar met 6 mensen in de herberg. De herberg is bij een klooster. Het valt onder de categorie Spartaans. De wc en douches zijn prima. Maar de rest, koud, kaal, klam. Zo koud. Je gaat van de weeromstuit, maar buiten zitten. Op het plein voor het klooster schijnt de zon. MijnMaatje doet zijn was. Het is wel geen 40graden, maar voor je gevoel heb je er iets aan gedaan. De tegels zijn heerlijk warm en ik zit/lig wel een uur op de tegels. Ik probeer soms wel eens te mediteren. Maar hier gaat het bijna vanzelf. De rust die het klooster uitstraalt is gewoon tastbaar. Om 5 uur verschijnt de non om ons in te schrijven. Ze nodigt ons uit voor een kijkje in het klooster. prachtig. Zo lelijk als het er van buiten uit ziet en zo Spartaans in de herberg, zo warm en vriendelijk is het binnen. Het klooster ligt gebouwd om twee open ruimten. Heel bijzonder. ‘S Avonds wonen we een viering bij. Nonnen zingen weer met een gitaar en hebben dan een half uur een stil moment. Sommige bidden, andere schrijven, weer anderen zitten stil. Het is een bijzondere dag. Zo naar als we ons maakten over of er plek was, zo relaxt is uiteindelijk de dag verlopen. Zo zie je maar weer: “Men lijdt het meest, door het lijden dat men vreest.” En morgen is er weer een nieuwe dag.

Ik heb geen WiFi dus nog geen foto’s.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten