dinsdag 19 mei 2020

De vierendertigste dag van de Camino anders dan anders"van de bloemen en de bijtjes.."

Langzamerhand komen we weer richting einde Camino. Het ritme van opstaan voor zevenen lukte vandaag en om 8.15 uur waren we weer terug van de ochtendwandeling. Het begon bewolkt, maar tijdens de wandeling heb ik mijn jas al uitgedaan. Het was warempel warm. Vannacht was het ook warm en ik heb zelf mijn flanelletje halverwege de nacht uitgedaan.
MijnMaatje zat keurig gestreken en gepoetst om 8.15 uur achter Teams voor overleg en ik achter de computer voor mails en zo. We hebben beiden de hele ochtend gewerkt en om half een of zo waren we klaar. Wat kun je dan veel doen als je eigenlijk niet gestoord wordt. Rond enen zaten we met ontbijt/lunch voor het zonnebad op de vlonder. Ik zie voor het eerst dit seizen een koolwitje. Schitterend. Onze buren, familie Meerkoet, kwamen even buurten. Aan het getoeter hoorden we dat ze onderweg zijn. Helaas nu met z'n vijven. Waren het er steeds 3 of is het vierde jonkie nu toch echt gesneuveld in dit voor meerkoeten harde land? De boer is aan het gras schudden en we zagen vanmiddag dat dit echt met donderend geweld gaat. Ook langs de slootkant. Zit je als meerkoet jong op de verkeerde plek, dan is het einde verhaal.
Qua weer lijkt het hier ook op de bergen. In 5 minuten sloeg het weer om en was het koud. Als de zon er niet is, is het ook gelijk koud. Dus de kleren weer aan. 
De boerin is ziek en daarom wordt de hut niet gepoetst.  Daarom laten we even de handen wapperen. Nu we hier langer wonen merken we hoeveel stof en ongedierte een boerderij en het buitenleven geeft. Gelukkig is de hut zo klein, dat in 10 minuten alles weer glimt en blinkt. Het is wel handig eenvoudig leven zo'n klein huisje. Zo gepoetst. Was altijd zo gedaan. 1 keer per week boodschappen doen. Het  enige is dat we geen stromend water hebben, maar naar drie weken zijn we daar ook op ingesteld. Als we naar de wc gaan nemen we een fles en de waterkoker mee. Het is ook een kwestie van instellen. 
Het is zo goed als windstil en de we fietsen nu een terpen rondje. Langs weilanden, terpen, kleine dorpjes. Ik fiets eerst weer in mijn hemd en dan weer met jas. Ondertussen zien we dat de bermen worden gemaaid. brandnetelsoep zit er voorlopig niet meer in. Ergens bij een kerk zouden mummies zijn. We hebben wel twintig kerken gezien, maar de mummie kerk net gemist. Door de grondsoort en zuur wat in de grond zit worden lijken als het ware gebalsemd. vandaar de mummie. Ergens jammer, dat je in geen kerk en museum kunt. Dit land is zo vol historie. Voor een volgende keer dan maar. Wat mijn hooikoorts betreft is dit het land voor mij. 
Weer thuis bij de hut blijkt het in de hut heel warm te zijn. De overkapping van de vlonder is wat frisser, maar nog heerlijk om even te zitten.
Voor de tweede keer in al die dagen kunnen we buiten eten. We dachten aan een heerlijk witlofpanschotel. Maar helaas, tussen de boodschappen vond ik geen witlof. Vergeten. Daarom eten we maar gebakken aardappels met salade. Ook lekker. We peuzelen het hapje op en observeren vervolgens het leven in de sloot. Kikkers, ganzen, eenden, familie Meerkoet, vissen. 
Volgens ons staat het water ook hoger. De boeren zijn flink aan het beregenen. Zou dan het waterschap water toevoegen in de sloten. We maken een pijlstokje. Ik denk het echt, maar we gaan het gewoon meten. Als boeren flink beregenen, zal het wel moeten. Morgen de boer maar eens vragen.
Je mag als je wilt elke avond een fikkie maken. Maar dat hoef ik niet. Ik word benauwd van de rook. Van alles pallets waarop voer wordt gebracht en het afvalhout van de twee nieuwe huisjes die ze bouwen heeft de boerenfamilie een beste houtvoorraad Ik wil vragen of ik mijn fikkies hout mee mag nemen, niet voor de fik maar voor een bijenhotel. Overal zie je die hier en overal zie je bloemenveldjes. Erg leuk!


Deze boer is niet zo literair onderlegd als zijn mede collega's 

State Unia


Geen opmerkingen:

Een reactie posten