zondag 7 april 2024

Dag 4 Camino del Norte: Irún

De eerste stop is op een Frans terras in Urrugne. We volgen de Camino St Jacques. 
Even een beeld van de situatie. Op een terras voor een café. Naast de kerk! Voor de kerk verkopen jongeren koeken, cakes en creps. Volgens ons is er vandaag een communie feest. Prachtig geklede kindjes met mooie haren. Zoenende familie leden. Vallen gelijk aan op de cake en koeken. Hard beierende klokken, Frans geratel op dit terras. Rokende mensen. Tegenover het terras een Bar-Tabac waar mannen gok kaartjes krassen. Een jonge man die nu al een kwartier bezig is het huishoudgeld te verkrassen met een peuter naast zich die zich versmeert met een chocolade croissant.  Kortom het leven in een nutshell. 
Rond 14:30 uur zijn we in Irún. We hebben dan 16 km er op zitten. Het gaat heel goed met het lopen. We hebben 2 keer gerust!  Eén keer bij het Café en een keer ergens aan de slootkant. Op een betonnen brug. De schoenen even uit. Ik weet inmiddels dat voet en knie problemen mensen kunnen dwingen tot stoppen! 
Het Deense meisje loopt ons achter op. Zij heeft de alternatieve kust route gelopen. De officiële route is er niet meer. Is in de zee verdwenen. Wij liepen de landelijke versie van de Jakobsroute. Deze zou korter zijn, volgens MijnMaatje. En lichter. Ik vraag het me af. We moesten klimmen en dalen. Hij mag dan korter zijn, maar vast heavy er. In de loop van de dag  trekken de temperaturen bij. Van warm tijdens het begin, tot koud tijdens het wachten op de opening om 16.00 uur van de herberg. Het is echt weer in de Camino sferen. Wachten voor de herberg, rillend van de kou, gesprekjes met allerlei soorten en maten pelgrims. Buen Camino! 

De herberg lijkt een kleine variant van de Haagse Koepelgevangenis. Met dat verschil dat hier geen cellen zijn,  maar slaapzalen voor 20 personen. En ook niet onbelangrijk, je mag er weer uit. We krijgen de bedden toegewezen! Heel attent. We behoren zo langzamerhand bij de ouderen, al vinden wij dat nog niet, en krijgen allebei een onderbed. Tijdens het wachten komen we aan de praat met een Nederlandse man. Hij gaat terug. Na twee dagen. Hij vindt de route te zwaar. Moest te veel klimmen en dat viel hem zwaar. Bovendien de komende dagen regen. Hij had er geen aardigheid meer aan. De schrik slaat me wat om het hart. Wij hebben ook best een tokkel te gaan, morgen. Een berg van 550 meter. 16 km en de herberg kun je niet reserveren. Anders wordt het 28 km. Dat met mijn nog kwetsbare knie en enkel. Ik kies voor de optie:  kop in het zand! Morgen zien we het wel. We leven bij de dag! En deze dag ging prima! 






Geen opmerkingen:

Een reactie posten